De obligatie- en aandelenmarkt geven tegenoverstelde signalen af. ABN Amro, ING en Rabobank over wie er gelijk heeft.
Op de markt voor staatsobligaties is een race naar de bodem gaande. De Duitse tienjaarsrente ging er deze week zelfs al doorheen, de Nederlandse weet er nog maar nipt boven te blijven.
Volgens de beleggingsspecialisten van Rabobank sorteren obligatiebeleggers voor op een recessie in de VS. ‘Waar beleggers vijf maanden terug nog zeker waren van een renteverhoging in november, is inmiddels de kans op een renteverlaging door de markt op 50 procent gezet. Op zich is dat niet zo’n merkwaardige gedachte: dit is immers al een van de langste economische cycli.’
Maar opvallend is dat wel omdat verschillende aandelenindices bezig zijn nieuwe hoogtepunten neer te zetten. Dat terwijl de aandelenbeurs normaliter ten minste één jaar voordat een recessie intreedt piekt.
‘De verklaring is ofwel dat de beurs dit risico totaal onderschat, of dat de beurs toch gelijk heeft. In dat laatste geval moeten er binnenkort wel data komen waaruit blijkt dat de Amerikaanse economie verbetert.’
De eerste week van april wordt wat dat betreft een belangrijk ijkpunt met de eerste data over maart. ‘Tot dusverre zijn de macro-economische cijfers nog weinig hoopgevend. Afgelopen vrijdag zagen we aanhoudende zwakke cijfers over de groei in de Europese industrie, die extra overtuiging gaf aan het sentiment in de rentemarkt van lager voor langer.’
De Duitse tienjaarsrente (-0,08 procent) dook gisteren voor het eerst sinds oktober 2016 onder de Japanse 10-jaarsrente, merkt investment manager Simon Wiersma van ING op.
‘Sinds het rentebesluit van de Amerikaanse centrale bank van vorige week, lijkt er op de markt voor staatsobligaties een race naar de bodem (en er zelfs doorheen) gaande. Gisteren gooide ECB-voorzitter Mario Draghi nog wat extra olie op het vuur door te zeggen dat de ECB er klaar voor is om de gevolgen van de negatieve rentes voor de banken te verzachten, als deze schadelijk blijken voor de uitvoering van het monetaire beleid.’
In reactie schoten de koersen van bankaandelen omhoog en liepen ook de koersen van staatsobligaties van eurolanden verder op. Wat is er aan de hand?
Zorgen over een sterke economische-groeivertraging leiden tot een sterke vraag naar langlopende staatsobligaties, maar de rentebeweging lijkt ook te worden versterkt door door het afdekken van short-posities.
‘Anderzijds wordt de relatieve waardering van aandelen ten opzichte van obligaties steeds aantrekkelijker, naar mate de obligatierente daalt’, stelt Wiersma. ‘Het verschil in het ‘winstrendement’ op aandelen, dus de winst gedeeld door de koers, en het effectieve rendement op veilig geachte staatsobligaties, is immers flink opgelopen.’
De meest onzekere factor in deze redenering is de winstverwachting van bedrijven. ‘Hierover is dan ook de meeste twijfel en dat zie je terug in de toegenomen beweeglijkheid op de beurzen.’ Na een winstdaling voor S&P 500 aandelen in het eerste kwartaal is nu nog de verwachting dat er herstel zal optreden.
‘Kort gezegd: de aandelenmarkt ziet het glas halfvol en de obligatiemarkt halfleeg.’
Afgezien van de driemaandsrente minus de tienjaarsrente ziet ING in de Amerikaanse obligatiemarkt overigens geen ‘recessie voorspellende’ inverse yieldcurve. ‘In tegendeel: zo is het renteverschil tussen de Amerikaanse 30-jaars- en 5-jaarsrente op het hoogste niveau sinds eind 2017 gekomen.’
ABN Amro verwacht dat de lage renteniveaus langdurig kunnen aanhouden. ‘Technische marktfactoren zijn in het voordeel van overheidsobligaties, omdat zwakke macrocijfers waarschijnlijk de rentes op staatsobligaties van eurokernlanden op een laag absoluut niveau vastzetten. De inflatieverwachtingen in Europa zijn na de forse daling in februari niet verder afgezwakt. Tekenen van een acute opwaartse inflatiedruk verwachten we echter niet zolang de Fed en de ECB hun beleid in een soepelere richting verschuiven en de wereldwijde macrocijfers onduidelijk blijven.’