De ING-beleggersbarometer stijgt opnieuw fors in mei, op basis van sterk verbeterde conjunctuur- en beursverwachtingen. Belgische beleggers en in het bijzonder vrouwelijke en Franstalige beleggers maken zich wel zeer snel zorgen wanneer hun portefeuille in het rood gaat. In België blijkt een beursdaling een groter effect te hebben op de consumptie dan een beursstijging. Dit vermogenseffect is vooral bij jongere beleggers belangrijk.
De aankondigingen rond. de heropening van de economie en de goede prestaties van de beurzen de voorbije maand duwen de ING-beleggersbarometer naar 120 punten, een flinke hausse tegenover de 107 punten in april.
De barometer, die nu fors boven het neutrale niveau van 100 punten ligt, bereikt daarmee het hoogste niveau sinds januari 2018.
‘Het toegenomen vertrouwen is vooral te danken aan de meer optimistische verwachtingen. Zo zegt bijna de helft van de respondenten (49 procent) dat de Belgische economie de komende maanden zal aantrekken.
Ook de beursverwachtingen zijn hooggespannen.
Liefst 45 procent van de respondenten verwacht een verdere beurshausse, terwijl amper 21 procent denkt dat de zomermaanden een minder gunstige beursevolutie zullen kennen.
In een context van hooggespannen verwachtingen is het geen wonder dat beleggers wat meer risico durven nemen: 33 procent vindt het een goed moment om in meer risicovolle sectoren te beleggen, terwijl 24 procent dat niet ziet zitten.
Het is al van januari 2018 geleden dat de Belgische beleggers zo’n grote risicozin vertoonden. Al moet in dit verband ook opgemerkt worden dat 2018 een slecht beursjaar is geworden.
Vrouwelijke beleggers meer bezorgd over beursverlies
46 procent van de geënquêteerden zegt dat zijn beleggingen in de voorbije zes maanden zijn gestegen (23 procent heeft het over een verlies). Maar hoe staat de Belgische belegger tegenover beursverliezen? Bijna de helft van de Belgische beleggers (46 procent) zegt in het verleden al ooit met verlies te hebben verkocht.
Maar het gebeurt duidelijk met tegenzin, want als gevraagd wordt welk deel van de portefeuille verkocht zal worden wanneer men dringend cash nodig heeft, denkt 50 procent in eerste instantie aan beleggingen waarop hij winst maakt, terwijl maar 31 procent hiervoor naar beleggingen met verlies kijkt.
Liefst 47 procent van de Belgen maakt zich zorgen als zijn beleggingen met verlies noteren (bij 22 procent is dat niet het geval).
Dit is duidelijker meer het geval bij vrouwelijk beleggers (55 procent) dan bij mannelijke beleggers (40 procent).
Soms wordt wel eens beweerd dat privé-beleggers pas instappen wanneer de koersen al flink gestegen zijn en deze enquête lijkt dit te bevestigen.
Zo zegt 39 procent van de respondenten dat het voor hem of haar belangrijk is dat een bepaalde belegging het voorbije jaar gestegen is, alvorens erin te stappen.
Voor 17 procent is dat absoluut niet het geval. Interessant is ook dat vrouwen (47 procent) pas een aankoop overwegen als een belegging het in het voorbije jaar goed heeft gedaan. Bij mannen is dit minder het geval (31 procent).
Ook tussen taalgroepen speelt dit verschil: 44 procent bij de Franstaligen tegenover 35 procent bij de Nederlandstaligen.
Een op de drie beleggers onder de 35 jaar is bereid om meer te consumeren wanneer de portefeuille stijgt
Heel wat onderzoek heeft vastgesteld dat, vooral in de VS, de beursevolutie een invloed kan hebben op consumptiegedrag. Wanneer mensen zich door een stijgende of dalende beurs respectievelijk rijker of armer voelen, zou dat hun consumptie kunnen beïnvloeden.
Voor België levert de ING-beleggersbarometer op dat vlak enkele interessante inzichten. Zo lijkt het effect meer te spelen bij een beursdaling dan bij een beursstijging.
Dit effect speelt iets sterker bij vrouwen (39 procent) dan bij mannen (28 procent) en bij Franstaligen (38 procent) dan bij Nederlandstaligen (30 procent).
Ook interessant is dat bij jongere beleggers (<35 jaar) deze vermogenseffecten in beide richtingen het grootst blijken te zijn.
Wanneer de portefeuille 10 procent stijgt, zegt 33 procent meer te zullen gaan consumeren, terwijl bij een daling van de portefeuille liefst 47 procent beweert de broeksriem te zullen aansnoeren.