Het duurzaamheidslabel dat Febelfin eerder dit jaar aankondigde is nu helemaal uit de startblokken geschoten. Tot dusver kregen 311 financiële producten het label toegekend.
Met het Towards Sustainability-label wil bankenfederatie Febelfin meer transparantie scheppen in het toenemende aanbod van duurzame beleggingsfondsen. ‘Het is niet onze ambitie om een definitie te creëren van een duurzame belegging. We willen daarentegen wel de ondergrens vastleggen waaraan beleggingsproducten moeten voldoen wanneer ze zichzelf als duurzaam in de markt zetten’, zegt Karel Van Eetvelt, CEO van Febelfin.
De federatie werd naar eigen zeggen overdonderd door het groot aantal aanvragen. Meer dan 50 financiële instellingen dienden in mei en juni een aanvraag in voor in totaal meer dan 400 producten. Uiteindelijk ontvingen 311 financiële producten en 9 indexen het label. Door de massale interesse konden nog niet alle aanvragen worden behandeld. In februari komt er een nieuwe fase van toekenningen. Vermoedelijk zullen dan opnieuw een aanzienlijk aantal fondsen het label ontvangen. De fondsen mogen het label gedurende een jaar dragen, nadien moeten ze een nieuwe aanvraag indienen.
Peloton
Bij de bekendmaking van de duurzaamheidscriteria eerder dit jaar kreeg het label meteen kritiek. ‘Een fonds kan nog altijd het grootste deel van zijn inkomsten uit olie of gas halen en toch nog het duurzaamheidslabel krijgen. Dat houdt geen steek in een tijdperk waarin een van de meest urgente maatschappelijke uitdagingen net gaat over de transitie naar koolstofvrije brandstoffen’, zei Thomas Van Craen, directeur van Triodos Bank België, in een gesprek met Investment Officer.
Luc Van Liedekerke, professor bedrijfsethiek en voorzitter van het labellingagentschap, countert die kritiek nu: ‘Het is altijd de bedoeling geweest om het label niet te beperken tot een beperkt aantal donkergroene fondsen. We wilden daarentegen dat het hele peloton de norm zou hanteren. Onvermijdelijk hebben we bij de ontwikkeling van onze criteria daardoor enkele toegevingen moeten doen. Zo kunnen duurzame fondsen nog altijd investeren in fossiele brandstoffen, ook al is dat sterk gelimiteerd. Maar intussen zien we wel dat we de hele financiële sector aan boord hebben gekregen, wat net de kracht is van het label. Want de grote steun van Belgische aanbieders dwingt ook buitenlandse spelers op de Belgische markt om het label aan te vragen.’
Van Liedekerke benadrukt ook dat de gehanteerde criteria dynamisch zijn. Het is de bedoeling om de criteria binnen twee jaar opnieuw te evalueren en indien nodig te verstrengen. Het valt ook niet uit te sluiten dat er sneller aanpassingen komen voor domeinen waarvoor het maatschappelijke draagvlak snel evolueert, zoals het energieluik bijvoorbeeld.
Onafhankelijk
De toekenning van de labels gebeurt niet door Febelfin zelf, maar door het onafhankelijk agentschap Central Labelling Agency (CLA). De financiële sector is daarin wel vertegenwoordigd, maar heeft er geen meerderheid. Het zijn vooral onafhankelijke academici en duurzaamheidsexperts die in het agentschap zetelen. Het agentschap beslist uiteindelijk over de toekenning van de labels, op basis van analyses die worden gemaakt door een consortium van ICHEC, UAntwerpen en Forum Ethibel. Een overzicht van de fondsen met het duurzaamheidslabel is terug te vinden op de website www.towardssustainability.be. Alle fondsen hebben ook een eigen fiche met de details van hun duurzaam investeringsbeleid.