Particuliere beleggers krijgen vaak het verwijt dat ze net te laat instappen als aandelen weer aantrekkelijk worden. Maar enquêtes laten zien dat bijvoorbeeld actieve en vermogende beleggers regelmatig op het juiste moment de draai maken naar meer risico.
Sinds het najaar van vorig jaar zijn particuliere beleggers weer optimistisch gestemd over de beurs. Dat blijkt uit de ING BeleggersBarometer, een onderzoek dat ING sinds 2006 houdt onder beleggers. De zonnige visie van beleggers is een combinatie van hun verwachtingen op het persoonlijke financiële vlak, de economie in het algemeen en de aandelenbeurs.
Het optimisme kan volgens Bob Homan (foto), hoofd ING Investment Office, tegen een stootje. ‘Koersdalingen in januari en problemen in de Oekraïne leiden niet tot een scherpe daling van het vertrouwen. Ik zie geen paniekerige reacties zoals tijdens de kredietcrisis.’
Particuliere belegger
Het grote verschil met eind jaren negentig is volgens Homan het aantal beleggende huishoudens. ‘Rond 2000 waren er zo’n 2 miljoen huishoudens die geld staken in aandelen en beleggersfondsen. Dat aantal is door de crisis gedaald naar 1 miljoen. Meer ervaren beleggers met een doel voor ogen zijn gebleven’, aldus Homan.
Het klassieke verhaal over particuliere beleggers is dat ze hopeloos achter de feiten aan hobbelen in vergelijking met professionals die zich de hele dag verdiepen in het wel en wee van de financiële markten. Particulieren gaan pas weer aandelen kopen als de koersen al gestegen zijn. Wie in januari pas de stap naar meer aandelen heeft gezet, is de koersstijging in 2013 misgelopen.
ING BeleggersBarometer
In die zin leest de ING BeleggersBarometer als grafiek met omgekeerde koop- en verkoopadviezen. Als beleggers het helemaal niet meer zien zitten (voorjaar 2009), is het moment aangebroken aandeel aan te schaffen. Groot enthousiasme in 2007 en begin 2008 was achteraf gezien een perfect verkoopsignaal.
‘Extreme waarden, zeker als het gaat over de beursverwachtingen zijn signalen om in de gaten te houden’, aldus Homan.
Het beeld van de sneue particulier die altijd de boot mist, is niet helemaal juist. Actieve en vermogende beleggers maakten bijvoorbeeld eerder de draai naar meer risico blijkt uit onderzoeken van Binck en vermogensbeheerder Schroders. De eerste ondervraagt regelmatig klanten: beleggers die doorgaans veel handelen. De tweede doet al jaren onderzoek onder duizenden vermogende particulieren in 23 landen.
De klanten van Binck zien de zon alweer schijnen sinds eind 2012. ‘Dit geen blind optimisme’, zegt Peter Siks, die bij Binck cursussen geeft aan beleggers. ‘Ik zie twee oorzaken voor de voorkeur voor aandelen. Ten eerste het iets betere klimaat en ten tweede de lage rente op spaarrekeningen en obligaties. Deze twee zaken versterken elkaar.’
Doelbeleggen
Ook Siks heeft de indruk dat particulieren die nu actiever worden op de beurs meer rust en ervaring hebben dan de beleggers die vijftien jaar geleden de beurzen bestormden.
‘Die kwamen vaak naar de beurs om snel veel geld te verdienen. Die instelling kom ik minder tegen.’ Homan van ING beaamt dat. ‘Negen van de tien beleggers heeft nu een doel. Vijftien jaar geleden had misschien maar een op de tien een duidelijke doelstelling.’
Schroders constateert dat pensioen met stip bovenaan staat in het lijstje met doelstellingen. Zes op de tien beleggers noemt aanvullend pensioen als belangrijkste doel. Slecht 11 procent zegt voldoende pensioen te verwachten en geen actie te ondernemen. ‘Particulieren worden zich meer en meer bewust van hun pensioensituatie’, stelt Michel Vermeulen, directeur van Schroders Benelux.
Realistische verwachting
Om te kijken wat voor vlees Siks in de kuip heeft, vraagt hij cursisten de vraag welk rendement ze verwachten te maken. ‘De meeste particulieren hebben een realistische rendementsverwachting. Ze verwachten tussen de 6 en 10 procent rendement te boeken op de langere termijn. Wie veel meer wil halen, zal grote risico’s moeten nemen.’
Volgens Siks is de vergelijking tussen professionals en particulieren niet helemaal terecht. ‘Veel professionals hebben niet een visie op de markt maar proberen geld te verdienen met arbitrage. Dat kom je maar zelden tegen bij particulieren. Die hebben juist wel een visie op de richting van de markt en passen hun portefeuille aan die visie aan.’
Homan van ING is eveneens van mening dat institutionele beleggers niet per definitie rationeler beleggen dan particulieren. ‘Ook bij bijvoorbeeld pensioenfondsen zie je procyclische elementen. Als de dekkingsgraad stijgt omdat de koersen zijn opgelopen, gaan ze meer geld steken in aandelen.’
Té enthousiast
Siks wijst op het verschil in beleggingshorizon. ‘Een particulier heeft meestal een doel voor ogen. Die wil bijvoorbeeld over 15 jaar minder gaan werken. Een pensioenfonds werkt met een horizon van tientallen jaren.’
Siks ziet het in dat kader als zijn taak beleggers op te voeden. Hij leert zijn cursisten het BIG-concept in het achterhoofd de houden. BIG staat voor behoud, inkomen en groei. ‘Het is verstandig je beleggingen in die categorieën in te delen. Beleggers die zo werken, houden en het overzicht en raken niet zo snel in paniek.’
Nederlandse belegger zijn niet een beetje optimistisch, ze zijn wild enthousiast. Dat beeld doemt op uit het onderzoek dat Schroders eind februari heeft gepubliceerd.
Nederlandse belegger wijkt af
‘Twee op de drie beleggers in Nederland kijkt met meer vertrouwen naar de komende twaalf maanden dan een jaar geleden. Die omslag is al in de eerste helft van 2013 nadrukkelijk ingezet, zo blijkt uit het onderzoek. Het is opvallend dat Nederlandse beleggers zo veel afwijken van andere Europese beleggers’, zegt Vermeulen van Schroders.
‘Dat is niet eerder voorgekomen. Wellicht speelt een rol dat de crisis hier minder diep is gevoeld dan in andere Europese landen.’
Het onderzoek van Schroders laat ook andere uitkomsten zien dan het ING-onderzoek omdat Schroders zich richt op vermogende particulieren. De respondenten hebben gemiddeld 73.000 euro aan vrij belegbaar vermogen. Deze beleggers zijn vrijwel allemaal van plan de komende maanden meer geld in aandelen te steken.
Gut feeling
De jubelstemming onder de Nederlandse beleggers kan volgens Vermeulen te danken zijn aan hun zelfvertrouwen. ‘De Nederlanders wijken ook op een ander punt af. In vergelijking met andere landen maken Nederlandse beleggers veel minder gebruik van adviseurs. Ze gaan liever af op hun gut feeling’, aldus Vermeulen.
‘Wellicht vormt het ontbreken van die ‘sanity check’ een reden voor extreme uitslagen in pessimisme en optimisme.’ Vermeulen vermoedt een verband met de afschaffing van de distributievergoeding.
‘De belegger heeft gezien hoeveel hij vanaf dit jaar moeten gaan betalen voor advies. Toen beleggers dat vorig jaar nog niet wisten, zeiden ze nog dat ze waarschijnlijk wel een adviseur in de arm zouden gaan nemen.’ Ruim 40% van de beleggers is sowieso niet van plan geld neer te leggen voor advies.
Vermeulen waarschuwt dat de allergie voor betaald advies kan leiden tot ongelukken. ‘Beleggers zeggen dat ze beleggingen drie tot vijf jaar aanhouden. In de praktijk doet lang niet iedereen dat. Gemiddeld blijven beleggers 14 maanden in een beleggingsfonds zitten. Dan loop je het risico te snel afscheid te nemen.’
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine van april.