Jasper Haak, AF Advisors
i-nznqrkz-l.jpg

De publicatie van de Memorie van Toelichting bij de Wet toekomst pensioenen geeft een stukje van de puzzel vrij voor sociale partners en pensioenfondsen die nadenken over hun toekomstige pensioenregeling. Graag benoemen we vijf aandachtspunten voor een nieuw beleggingsbeleid voor zowel de solidaire als de flexibele premieregeling.

Het stukje van de puzzel en de bijbehorende aandachtspunten in dit artikel gelden tegelijkertijd ook voor alle dienstverleners, zoals fiduciair managers, asset managers, pensioenadministrateurs en custodians, die nadenken over hun toekomstige dienstverlening aan deze pensioenfondsen.

Nieuw: Leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid

Een belangrijke overeenkomst van de solidaire en de flexibele premieregeling is dat er niet meer wordt gewerkt met één beleggingsbeleid.

In de solidaire premieregeling wordt dit middels een beleggingsbeleid per leeftijdsgroep, ook wel cohort genoemd, vormgegeven. Jongere deelnemers krijgen een groter deel van het overrendement en oudere deelnemers een groter deel van de oprenting of het rendement van de beschermingsportefeuille. Het risico wordt zo richting pensioendatum afgebouwd.

Hiermee wordt de facto een life cycle gecreëerd zoals we die ook kennen bij de flexibele premieregeling. De solidaire premieregeling krijgt echter meer restricties om een goed leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid vorm te geven. Zo mag de rendementsportefeuille in samenstelling niet verschillen tussen de cohorten.

Dit betekent dat ongeacht de leeftijd dezelfde beleggingen moeten worden gebruikt, waarbij alleen het deel dat wordt gealloceerd aan de verschillende cohorten mag verschillen. Een leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid met de handen op de rug gebonden dus. Dan is dit in de flexibele premieregeling beter geregeld. Daar mag per life cycle het beleggingsbeleid worden vormgegeven dat aansluit op de desbetreffende risicohouding, zonder al te veel restricties.

Matching zal nooit meer zijn zoals het was

Bij de premieregelingen zal de opzet van de matchingsportefeuille, zoals nu gehanteerd bij DB-regelingen, wijzigen. De kasstromen van de verplichtingen van een pensioenfonds worden momenteel deels of geheel afgedekt door rentegevoelige instrumenten die met name het renterisico beperken.

Aangezien dit veelal langlopende verplichtingen zijn, bestaat de matchingsportefeuille uit langlopende obligaties of swaps. Bij premieregelingen wordt er niet gewerkt met verplichtingen. Dit betekent niet dat er geen noodzaak meer is voor het afdekken van renterisico. Bij beide premieregelingen zijn er immers wel pensioenuitkeringen die afhankelijk zijn van de hoogte van de rentestand. Hierdoor dient er nog steeds renterisico voor deelnemers te worden afgedekt.

Bij de solidaire premieregeling kan dit óf met een beschermingsportefeuille óf met meerdere beschermingsbouwstenen die in de collectieve beleggingsportefeuille vallen. De flexibele premieregeling gebruikt nagenoeg dezelfde techniek waarbij er meerdere vastrentende bouwstenen worden gebruikt met verschillende durations.

Per leeftijdsgroep wordt een verschillende samenstelling van deze vastrentende bouwstenen gebruikt om de gewenste renteafdekking te realiseren. Het staat de aanbieder vrij om te kiezen welke beleggingscategorieën gebruikt worden om renteafdekking te realiseren.

Illiquide beleggingscategorieën vereisen bredere analyse

Illiquide en alternatieve beleggingscategorieën kunnen in zowel de solidaire premieregeling als in de flexibele premieregeling een prominente plaats krijgen. Daarbij valt het FTK weg wat in sommige gevallen restrictief was bij de inzet van deze beleggingen. Welk toezicht hiervoor in de plaats komt is nog niet duidelijk.

Wel moet de regeling aansluiten bij de collectieve risicohouding van de deelnemers en het prudent person-principe. Dit vereist een goed inzicht in de risico’s van het beleggen in illiquide en alternatieve beleggingscategorieën, want met meer vrijheid komt ook meer verantwoordelijkheid.

Het uitvoeren van solidaire en flexibele premieregelingen noodzaakt verder een frequente waardering van de gehele pensioenportefeuille. Dit stelt eisen aan de inrichting van de organisatie, ook zeker met betrekking tot de illiquide beleggingen.

Hoe inflatiebescherming vorm te geven

Bij beide premieregelingen is het mogelijk om inflatiebescherming in de beleggingsportefeuille op te nemen. Onverwachte inflatie, die niet afgedekt is, kan middels de solidariteitsreserve bij de solidaire premieregeling en middels de risicodelingsreserve bij de flexibele premieregeling worden gecompenseerd voor ‘pechgeneraties’ die hier veel onder te lijden zullen hebben.

Het is wel de vraag of deze reserves hier het meest gepaste instrument voor zijn en in hoeverre er ook bij het beleggingsbeleid van deze reserves rekening kan en mag worden gehouden met inflatierisico. De andere manier bij de solidaire premieregeling is middels de beschermingsportefeuille. Hier kan een portefeuille met bijvoorbeeld inflatieswaps of inflation-linked bonds worden gecreëerd, waarbij per cohort de blootstelling aan deze inflatiebeschermingsportefeuille kan worden bepaald.

De flexibele premieregeling biedt tevens voldoende mogelijkheden voor inflatiebescherming. Ook hier is dat mogelijk middels allocaties naar inflatiebeschermende beleggingscategorieën zoals vastgoed, commodities of inflation linked bonds.

Kansen voor versnelde implementatie duurzaam beleggen

De Wet toekomst pensioenen rept met geen woord over duurzaam beleggen. Wellicht een gemiste kans, want hoe ziet de toekomst van pensioen eruit zonder een nog veel verdere integratie van duurzaam beleggen?

Gelukkig pakt de pensioenfondssector dit onderwerp, zonder al te veel inmenging van de overheid, zelf al voortvarend op. De keuze voor een nieuw pensioenstelsel en de transitie naar één van de twee nieuwe regelingen zal leiden tot een deels anders ingerichte beleggingsportefeuille.

Deze verandering kan goed gebruikt worden door pensioenfondsen om duurzaamheid een meer prominente plaats te geven en bij de kaderstelling en managerselectie mee te nemen. Zo kan er worden voorkomen dat er vanuit twee redenen transactiekosten worden gemaakt.

Jasper Haak is partner bij consultant AF Advisors, dat één van de kennisexperts is die maandelijks een bijdrage voor Investment Officer schrijft.

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No