Hoe krabbel je als jonge twintiger recht wanneer een ondernemersavontuur faliekant afloopt? Wanneer is een bokszak onontbeerlijk? En waarom brak er iets toen zijn dochtertje vroeg of hij op vakantie was geweest? Albert Verlinden, voorzitter van BZB-Fedafin, vertelt het in De Spiegel, de podcast waarin topmensen uit de financiële sector vertellen over hun werk, hun leven en hun passies.
Albert Verlinden staat op de barricades voor de makelaars in de financiële sector. Hij is al tien jaar voorzitter van BZB-Fedafin, de grootste beroepsvereniging van bank- en verzekeringstussenpersonen in België die meer dan 4.000 zelfstandigen vertegenwoordigt. Hij gaat regelmatig in de clinch met banken en hun managers. ‘Thuis heb ik een bokszak hangen, waar ik veel plezier aan beleef. Vooral na een moeilijk gesprek of een vervelende ervaring, gebruik ik de bokszak vaker.’
Tijdens onderhandelingen bij herstructureringen krijgt de boksbal het nog extra te verduren, zoals twee jaar geleden bij ING. ‘Ik word zelden kwaad, maar toen ben ik echt wel een tweetal keer uitgevlogen. Dit ging over een groot aantal van onze leden. Uiteraard verwacht ik dat er respectvol met de agenten wordt omgegaan. Zij hebben immers de bank groot gemaakt. Op een bepaald moment besluit de bank afscheid te nemen. Dat is hun goed recht en ik heb daar geen problemen mee. Ze weten dat ook. Maar als je afscheid neemt van een partner, moet dat op een correcte en respectvolle manier gebeuren. Als dat niet kan, dan is er een probleem.’
Iets groter dan mezelf
Sinds Verlinden in 2014 voorzitter werd van BZB-Fedafin, heeft hij iets nieuws ontdekt bij zichzelf. ‘Ik heb ontdekt dat ik het erg waardeer om bij te dragen aan iets dat groter is dan mezelf. Als voorzitter van een beroepsvereniging moet je idealistisch en een beetje naïef zijn. Je wilt toch de zaken verbeteren? Ik wil niet beweren dat ik een wereldverbeteraar ben, maar je moet wel het gevoel hebben dat je bepaalde processen wilt verbeteren voor een grotere groep. Het is een fijn gevoel om daar tijd en energie in te kunnen steken.’
En dat is ook nodig. ‘Ik denk dat de relatie tussen een verzekeringsmaatschappij en de makelaar weinig veranderd is. Twintig jaar geleden was dit een partnership en dat is het vandaag de dag nog steeds. De verzekeringsmaatschappij bemoeit zich niet met de strategie van de lokale ondernemer. Echter, de relatie tussen de bankagent en de bankinstelling heeft wel een grote verandering ondergaan. Bankinstellingen dringen tegenwoordig veel meer hun eigen strategie op aan de bankagenten, die zelf ook ondernemers zijn met een eigen visie. Ik zeg niet dat dit beter of minder is, maar wel dat het daar vaker botst.’
De hoogste spaarrente
Verlinden is afkomstig uit een nest van zelfstandigen. Zijn vader had een elektrozaak. ‘Thuis werd er vooral geklaagd over geld. Het ging vooral over de noodzaak om zuinig te zijn. Over beleggen of spaarproducten spraken we niet. Toch begreep ik al op jonge leeftijd dat geld belangrijk was en dat een gebrek eraan problemen kon veroorzaken. Ik herinner me hoe ik als tienjarige jongen langs alle banken ging om de beste rente voor een kasbon te vinden.’
Toch stond een job in de financiële sector niet in de sterren geschreven. ‘Ik was altijd al ietwat rebels. Ik haalde veel kattenkwaad uit, wat voor mijn ouders niet altijd makkelijk was. Als student was ik nog lastiger. Gedurende mijn middelbare schooltijd heb ik drie of vier keer van school gewisseld. Dit kwam deels door mijn zoektocht naar de juiste studiekeuze, maar ook door mijn gedrag.’
Jonge ondernemer
Na zijn middelbare school studeerde Verlinden een jaar psychologie. ‘Ik stopte echter met mijn studie omdat ik tegelijkertijd een eigen onderneming was gestart en geen tijd meer had voor mijn studie. In het begin van mijn carrière organiseerde ik veel evenementen, vooral in het genre dat we tegenwoordig elektronische dance music noemen. Ik organiseerde concerten in clubs en op festivals. Door deze ervaring leerde ik het nachtleven in Antwerpen goed kennen. Op een bepaald moment moest ik kiezen tussen het zoeken van sponsors voor mijn evenementen en het voorbereiden op examens. De sponsors waren op dat moment belangrijker dan mijn studie, want zonder sponsors waren er geen inkomsten.’
Ondernemen is ook risico’s nemen en dat ondervond Verlinden al op jonge leeftijd. ‘Ik organiseerde een groot festival, maar door een wolkbreuk kwamen er te weinig mensen opdagen om de kosten te dekken. Deze financiële tegenslag heeft me lange tijd achtervolgd en na vijf jaar besloot ik dat het tijd was om iets nieuws te doen.’
Van de minst naar de meest gereguleerde sector
Verlinden wuifde de evenementensector vaarwel. ‘De evenementensector had destijds bijna geen regels. Ik had behoefte aan meer structuur en duidelijke afspraken. Daarom stapte ik over van deze weinig gereguleerde sector naar de streng gereguleerde financiële sector. Die overstap kwam door toeval. Mijn zus werkte bij een verzekeringsmakelaar en stelde voor dat ik eens langs zou komen. Na een gesprek met de verzekeringsmakelaar ben ik daar snel begonnen. Ik werkte ongeveer zes maanden voor hen. Al snel dacht ik dat ik het beter kon doen.’
Verlinden ging opnieuw studeren, schoolde zich om en in 2003, op 23-jarige leeftijd, startte hij zijn eerste makelaarskantoor, voornamelijk gericht op levens- en spaarbeleggingsverzekeringen. In 2006 zou Verlinden een Argenta-kantoor overnemen en in 2010 volgde de overname van een Crelan-kantoor in Zottegem, waar hij nu nog woont.
BZB-Fedafin
In 2014 werd Verlinden voorzitter van BZB-Fedafin. ‘Het was redelijk snel duidelijk dat ik de combinatie van kantoorhouder en voorzitter niet kon volhouden. Ik ben altijd iemand die leeft naar de uitspraak “als je iets doet, dan doe je dat op de best mogelijke manier”. Als je dat kan doen. En anders kun je het misschien beter niet doen. En dat lukte niet bij mij. Ik weet nog dat ik op een gegeven moment thuiskwam en dat mijn dochter vroeg hoe mijn vakantie was geweest. Ik had haar al drie dagen niet gezien en zij dacht dat ik op verlof was geweest. Toen wist ik dat ik de balans weer in evenwicht moest brengen, want ik was drie dagen helemaal niet bezig geweest met mijn kinderen. Dan is er toch iets gebroken. Toen besefte ik dat ik ook nog andere verantwoordelijkheden had.’
Koppig
De voorzitter van BZB-Fedafin laat niet gauw los. ‘Mijn standvastigheid neigt soms naar koppigheid. Ik wil graag mijn zin krijgen, en als voorzitter van een beroepsvereniging word ik daar zelfs voor betaald. Soms ga ik daarin te ver. Als ik eenmaal een richting heb gekozen, moet je stevig in je schoenen staan om me van gedachten te veranderen, zelfs als dat terecht is.’
De koppigheid die hij nu heeft als voorzitter van BZB-Fedafin wil hij op een dag ook op een ander domein inzetten. ‘Een van de dromen die ik nog zou willen verwezenlijken, is mezelf inzetten voor dierenwelzijn en het milieu. Mijn aandacht gaat uit naar dieren die zelf hun rechten niet kunnen verdedigen. Ze hebben wel een stem, maar niet om mee te spreken, althans niet tegen ons. Iemand moet misschien opkomen voor hun belangen. Wie weet sluit ik mijn carrière ooit af door me hierop te richten.’