Hoe ouder je wordt, hoe vaker je het zelf ervaart: scheiden doet lijden. Jan Willem Berghuis kan erover meepraten. Al zijn hele beroepsleven werkt hij bij Kempen Capital Management. Eerst, vanaf 1999, als aandelenanalist en vanaf 2008 als lid van het Kempen Orange fonds. In 2014 richtte hij Kempen Global Small Cap fonds op. De eerste die met hem dit zeer succesvolle avontuur aanging, Maarten Vankan, kwam twee weken geleden “de moeder aller berichten” brengen: hij ging verder zonder Jan Willem.
Berghuis (foto) en zijn baas Erik van Houwelingen, de topman van Kempen Capital Management, zaten er op deze woensdagochtend om 8.30 ogenschijnlijk toch nog wat aangeslagen bij. Ze hadden in een krijtpak plaatsgenomen voor een impressionistisch geschilderd doek, met in bloesem staande takken, dat de ingewijde duidelijk maakte dat ze op één van de vergaderkamers op de hoogste verdieping van het kantoor aan de Zuidas zaten. Niet vreemd, want behalve met Investment Officer belden ze deze dag ook met Morningstar en een aantal andere stakeholders, waaronder klanten. Aanleiding: teamleden die hun geluk elders gingen beproeven.
“De herkenbare fases van een break-up”
Berghuis geeft ruiterlijk toe dat hij door de “7 herkenbare fases van een break-up” is gegaan, toen hij te horen kreeg dat zowel Vankan als de drie overige collega’s - Chris Kaashoek, Luuk Jagtenberg en Michiel van Dijk - ontslag nemen om te gaan werken bij een fondshuis, dat in de woorden van Van Houwelingen een equivalent is van Paris Saint Germain of Bayern München.
De emoties gingen hoog. Berghuis hield zich tegenover zijn collega’s zoveel mogelijk in toen hem het bericht van hun vertrek verteld werd. Aanvankelijk ging hij het diepgaande gesprek nog uit de weg. Hij wilde geen dingen zeggen waarvan hij later spijt zou krijgen, vertelde hij. De ontkenning, de woede, het verdriet trokken hun sporen door zijn gemoed. Maar lang kon hij er niet bij stilstaan. Er moest een crisisteam worden samengesteld. De processen moesten worden gestabiliseerd, de belangen van klanten en van teamleden moesten worden gewaarborgd. Een begin van acceptatie kwam bij Berghuis afgelopen weekend toen hij de tijd nam voor een lang gesprek met Chris Kaashoek, behalve een collega ook een vriend, die hem uitlegde dat dit een kans was uit duizenden.
Focus op teambenadering
Er is een tijd geweest dat fondshuizen stermanagers hadden, zoals bij voorbeeld Rolf Stout bij BNP Paribas Obam en Anthony Bolton bij het Fidelity Special Situations Fund, maar - door schade en schande wijs geworden - is dat anno 2023 compleet veranderd: het teambelang staat voorop. Die benadering kent Kempen Capital Management al jaren, al was Joop Witteveen als fondsmanager van het Orange Fund nog altijd wel van de bovencategorie. Maar los van die uitzondering kent Kempen een sterke geïntegreerde teambenadering.
Een voorbeeld daarvan was het dividendteam, dat in 2006 - na zes jaar opgedane ervaring als dividendbelegger bij ING Investment Management - overstapte naar Kempen. Dat team, bestaande uit Jorik van den Bos, Joris Franssen en Joost de Graaf, ging in Amsterdam de Europese strategie en later ook de wereldwijde variant beheren. In 2020 volgde een duurzame variant van het global high dividend fonds. Het team haalde veel geld en de nodige prijzen op.
Er ontstond een hecht team, waar gaandeweg nieuwe portfolio managers aan werden toegevoegd, zoals Dimitri Willems en Luc Plouvier in 2007. Later voegden zich daar portfolio managers Robert van den Barselaar en Roderick van Zuylen zich bij, net als Reineke Davidsz. Maar toen in 2020 Dimitri Willems naar het Family Office Castra vertrok en Joost de Graaf overstapte om het creditteam bij te staan dat van zes teamgenoten was beroofd door het Amerikaanse Loomis, begon het ook bij Jorik van den Bos gaandeweg te knagen.
‘De afgelopen periode’, lichtte hij begin 2022 bij zijn vertrek toe, ‘miste ik bij bijvoorbeeld nieuwe investment cases de energie die ik eerder wél had. Ik ben daardoor goed gaan nadenken: Wie ben ik, wat kan ik behalve dividendbeleggen en wat wil ik? Op die eerste twee vragen wil ik voor mezelf een duidelijker antwoord vinden, op de laatste vraag had ik wél een antwoord: ik wil de komende periode minder met cijfers, meer met mensen. Best een dingetje voor een econometrist.’ Ook in een interview in de podcast-serie The Happy Investor heeft van den Bos beeldend over zijn proces van wedergeboorte verteld.
Kwetsbaarheid verbonden met het succes
Jan Willem Berghuis, die leiding geeft aan het Kempen Global Small Cap Fund, maakte woensdag in zijn gesprek met Investment Officer, niet de indruk dat hij het vertrek van zijn vier collega’s verwachtte. Op de vraag of het uiteenvallen van zijn team niet als een scheiding voelt, antwoordde Berghuis: ‘Op het moment dat ze mij het vertelden, had ik er geen begrip voor. Maar je moet ook realistisch zijn: dit kan gebeuren. Ik wilde niet dat de emoties een rol gingen spelen, of dat ik getriggerd werd om de verkeerde dingen te zeggen. Ik besloot om daar nog mee te wachten. Als je dat nieuws hoort, dan ga je door fasen van rouw. Het heeft met acceptatie te maken. Ik ben er niet de persoon naar om dit hoofdstuk op een negatieve manier af te sluiten. Maar afscheid is lastig. Ik begrijp ook: de kans krijgen om alles van scratch weer op te bouwen. Dat is één van de mooie dingen die je kunt doen in deze business.’
Ook bij andere Nederlandse fondshuizen wordt herhaaldelijk aan de boom geschud, zoals voor NN Investment Partners, maar ook voor Robeco, afgelopen jaren het geval is geweest. Op de slotvraag aan CEO Erik van Houwelingen van Kempen Capital Management of de Nederlandse industrie extra kwetsbaar is voor dergelijke overvallen bij “Nacht und Nebel”, antwoordt hij: ‘Het is een soort van kwetsbaarheid die 1-op-1 verbonden is aan het succes van het team en van de firma. Je kan er behoorlijk wat aan doen door de binding met mensen zo sterk mogelijk te maken. Maar je hebt te maken met een cocktail van factoren. Daarover moet je niet naïef zijn. Als je presteert op dat niveau, word je ook benaderd en soms is het “the perfect fit”, die analogieën kan oproepen met Paris Saint Germain, Bayern München of Manchester. Het is lastig daar niet mee in gesprek te gaan. En als je dan een “offer you can’t refuse” krijgt, tja, dan hou je het niet droog.’
Fonds- en dataresearcher Morningstar heeft dinsdag zowel het Kempen Global Small-Cap Fund als het Orange Fund “under review” geplaatst. Over het vertrek van Kaashoek en Jagtenberg bij het eerste fonds schrijft analist Ronald van Genderen: ‘with their departure the strategy is losing a significant amount of experience and also breaks the team’s record of stability as these are the first departures in the strategy’s history.’
En over het vertrek van Michiel van Dijk bij het Orange Fund merkt hij op: ‘The departure of van Dijk is a very big loss to Kempen Orange, as we considered him instrumental to the strategy given his long tenure and his stock coverage of one third of the portfolio holdings. Van Dijk started his career at Kempen on this strategy in 2008 alongside previous lead manager Joop Witteveen (-). Since then, van Dijk has developed into a very capable and knowledgeable investor.’
De analyse onderstreept dat Morningstar zeer veel waarde hecht aan de samenstelling en de inspanning van het team. Zo kreeg Robeco voor zijn Conservative Equities eerder een Golden Rating, omdat ‘het profiteert van een ervaren en stabiel team van vijf beheerders, die samen een strikte waarde-aanpak toepassen. Alle vijf zijn tevens analist en ze worden ondersteund door een groot team van gelijkgestemde analisten die volgens wereldwijde sectoren zijn georganiseerd.’ Als een team uiteenvalt of sleutelfiguren verliest, dan reageert Morningstar met ratings die onder toezicht worden geplaatst en wordt een geactualiseerde analyse gepubliceerd. Zo hebben zijn analisten ook dit keer gedaan.