Het gaat steeds beter met de Europese bancaire sector. De omzetten stijgen ondanks licht krimpende leningenboeken, terwijl het mes in de kosten gaat, zodat er onder de streep meer overblijft.
Dat is ook te zien aan de waarderingen die beleggers aan de banken toekennen. Maar er zijn grote verschillen tussen noord en zuid, blijkt uit recente rapporten van zakenbank Goldman Sachs en de bedrijfsadviseurs van Bain.
De analyse die Goldman Sachs woensdag publiceerde, is goedgeluimd. ‘We zien kansen bij Europese banken’, schrijven de bankiers, die in hun analyse drie hoofdfactoren aanwijzen: waardering, regelgeving en rentebeleid. Een niet nader uitgewerkte ‘wild card’ wordt toegekend aan geopolitieke ontwikkelingen.
Verschillen tussen noord en zuid
Onderling zijn de verschillen groot. Volgens de waarderingsmultiple die Goldman hanteert (prijs ten opzichte van winst voor voorzieningen), is de rek er voor de Scandinavische banken wel zo’n beetje uit. Zij zijn zo’n 80 procent duurder dan hun collega’s uit de eurozone. Ook Zwitserse banken worden hoog gewaardeerd, terwijl (veelal kleine) Zuid-Europese branchegenoten de rij sluiten.
De grote kloof tussen noord en zuid komt ook nadrukkelijk naar voren in een maandag uitgebracht rapport van Bain. De sterken worden sterker, en de zwakken zwakker, concluderen de bedrijfsadviseurs op basis van een analyse van 111 Europese banken.
Volgens de analisten van Goldman is er winst te behalen voor beleggers. Zij laten hun oog vallen op het Italiaanse UniCredit, dat recentelijk hoge ogen gooide met een goed verlopende rigoureuze herstructurering. Ook ING krijgt een pluim: de Nederlandse grootbank krijgt een koopadvies.
Lees meer op FD.nl