In augustus is het consumentenvertrouwen in Nederland gedaald, nadat het twee maanden op rij was verbeterd. Dat is heel opmerkelijk. In april maakte het consumentenvertrouwen een forse, maar begrijpelijke duikeling. In mei werd, vooralsnog, het dieptepunt bereikt. Volgens de maatstaf van het CBS was het mei-cijfer -31.
Dat verbeterde tot -26 in juli, waarna het in augustus daalde tot -29. Vooral toenemend pessimisme over toekomstige werkloosheid duwde het cijfer naar beneden.
Waarom was de daling van het consumentenvertrouwen opmerkelijk? Ten eerste was de index een paar maanden eerder diep gezakt en van zulke lage niveaus is een stijging meer waarschijnlijk dan een daling. Een daling had toch voor de hand gelegen als zich onverwacht negatieve economische ontwikkelingen hadden aangediend of als zich grote financiële instabiliteit had voorgedaan. Maar dat was allemaal niet het geval. Bovendien steeg het producentenvertrouwen in augustus wel, de vierde maandelijkse stijging op rij.
Geen herstel zonder vertrouwen
Nu lig ik niet wakker van een kleine en misschien tijdelijke daling en het gebeurt wel vaker dat consumenten- en producentenvertrouwen op maandbasis divergeren. Ik geloof ook niet dat het consumentenvertrouwen allesbepalend is in onze economie. Maar belangrijk is het wel. Economisch herstel kan niet beklijven zonder groei van de consumptieve bestedingen en als consumenten almaar pessimistischer worden, wordt dat een moeilijk verhaal.
Misschien kan de daling van het consumentenvertrouwen verklaard worden doordat consumenten ook wel begrijpen dat veel banen afhankelijk zijn van de NOW-regeling en dat de werkloosheid in de toekomst fors kan oplopen. Anderzijds wisten ze dat de vorige maand natuurlijk ook al wel, dus de vraag is wat er in augustus nu werkelijk veranderd is.
Coronabesmettingen
Het zou mij niet verbazen als het sinds medio juli weer toegenomen aantal coronabesmettingen een belangrijke factor is. Eind maart/begin april bedroeg het aantal nieuwe besmettingen in ons land gemiddeld meer dan 1100 per dag. Dat zakte tot onder 50 begin juli maar is na de versoepeling van de restricties op ons openbare leven weer opgelopen tot zo’n 600. Afgelopen vrijdag was het zelfs 744. Dat is schrikken en de berichtgeving concentreerde zich op het belang dit getal weer naar beneden te krijgen. Bewindslieden keerden vervroegd van vakantie terug en Mark Rutte en Hugo de Jonge geven weer regelmatig persconferenties.
We moeten er alles aan doen het virus de baas te worden. Of dat betekent dat we afstand moeten houden, niet naar bijeenkomsten moeten gaan met veel mensen in gesloten ruimtes, onze schoonmoeders niet moeten knuffelen of juist moeten inzetten op goede ventilatie in openbare ruimtes laat ik graag aan de experts over.
Ik wil het gevaar van het virus niet onderschatten, maar er valt mij wel iets op wanneer ik naar het dashboard van het RIVM kijk. Het aantal nieuwe besmettingen is weliswaar gestegen maar de aantallen ziekenhuis- en IC-opnames blijven opmerkelijk laag. De afgelopen drie dagen vonden gemiddeld slechts twee IC-opnames plaats en zes ziekenhuisopnames. De piek van de IC-opnames lag boven 100 gemiddeld per dag en van ziekenhuisopnames boven 600.
Ook het aantal sterfgevallen blijft opmerkelijk laag, minder dan een half persoon per dag gedurende de laatste zeven dagen, tegen meer dan 150 begin april. Toen ik tegen een kennis zei dat de stijging van het aantal besmettingen misschien kwam doordat er veel meer getest wordt, kreeg ik als sneer dat ik als Trump begon te klinken. Ik sputterde tegen dat ik Trump qua persoonlijkheid weliswaar minder geschikt acht voor het ambt dat hij bekleedt, maar dat niet alles wat hij zegt een leugen of onjuist is. Mijn kennis wilde niet overtuigd worden.
Rioolwater
Sinds enige tijd publiceert het RIVM ook de resultaten van het onderzoek van rioolwater. In de toelichting houdt het RIVM de nodige slagen om de arm. Desondanks valt op dat begin april een kleine 1500 virusdeeltjes per milliliter rioolwater werden aangetroffen en dat het meest recente cijfer zo’n 175 is. Deze bevinding lijkt mij moeilijk verenigbaar met de constatering dat het aantal besmettingen is opgelopen tot meer dan 50 procent van de piek in april.
De conclusie dringt zich op dat de stijging van het aantal gerapporteerde nieuwe besmettingen een veel te negatief beeld geeft van wat er feitelijk gaande is. Als dat negatieve beeld verantwoordelijk is voor de daling van het consumentenvertrouwen en als dat weer leidt tot meer terughoudendheid bij de consument, moet je zeggen dat we het herstel van de economie onnodig belemmeren. Een gemiste kans!
Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Fondsnieuws over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.