De beleggingsindustrie heeft verrast en met onbegrip gereageerd op de nieuwe schriftelijke vragen die Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gesteld. ‘We begrijpen niet wat hij ermee beoogt’, zegt belangenvereniging Dufas in een reactie.
Omtzigt heeft vorige week een 30-tal vragen aan de minister gesteld. Daarin stelt hij ondermeer dat in Nederland werkzame asset managers en beleggingsinstellingen betrokken zijn geweest bij grote financiële schandalen, dat de Nederlandse belangenvereniging daar niet tegen optreedt, dat pensioenfondsen fiduciair managers maar beperkt aansprakelijk kunnen stellen voor eventuele schade die geleden wordt op het gevoerde beleggingsbeleid.
‘Vragen om hem moverende redenen’
De belangenvereniging van in Nederland werkzame asset managers (Dufas) zegt bij monde van een woordvoerder dat men verrast is en niet begrijpt wat Kamerlid Omtzigt met zijn vragen beoogt. De Pensioenfederatie, die de pensioenfondsen in Nederland vertegenwoordigt, wil niet inhoudelijk op de vragen ingaan. ‘Het zijn er zoveel’, zegt de woordvoerder, die eraan toevoegt dat het ‘vragen zijn die Omtzigt om hem moverende redenen heeft gesteld, en dat hij zich daarvoor diep in de materie heeft verdiept.’
Na enig aandringen voegt de woordvoerder eraan toe dat hij ‘met zich verdiept in de materie’ bedoelt dat deze in ieder geval ‘concrete vragen heeft opgeleverd’.
De Tweede Kamer wil op basis van een vorig najaar van Omtzigt overgenomen amendement dat het opstellen van én het toezicht op het strategisch vermogensbeheerbeleid van pensioenfondsen bij de fondsen zelf komt te liggen. ‘Fiduciair beheer is niet meer mogelijk’, heette het bij de afdronk van dit door een Kamermeerderheid gesteunde amendement.
‘Een pensioenfonds mag wel het vermogensbeheer uitbesteden, maar niet de verantwoordelijkheid ervoor’, zo stond in de toelichting op het amendement. Oftewel: een fiduciair manager mag straks niet meer toezien op de uitvoering van het beleid, nadat het bestuur daarover een besluit heeft genomen.
Minister Koolmees van Sociale Zaken liet indertijd weten dat de toevoeging aan bestaande wetgeving overbodig was, omdat de verantwoordelijkheid voor het toezicht op het vermogensbeheer momenteel ook niet mag worden uitbesteed. Ook de Pensioenfederatie noemde het amendement in een reactie ‘overbodig’.
30 nieuwe vragen aan de minister
Kamerlid Omtzigt heeft vorige week 30 nieuwe, aanvullende vragen aan de minister gesteld. Daarbij suggereert hij dat de leden van de Dufas zich in het verleden schuldig hebben gemaakt aan fraude, dat de beheercontracten voor fiduciair beheerders moeilijk afdwingbaar zijn en bovendien maar een ‘beperkt aantal maanden’ schadevergoeding kent.
In de markt wordt gesuggereerd dat Pieter Omtzigt niet weet waarover hij het heeft en dat hij onnodige verwarring zaait in de publieke opinie. Er wordt in de regel nameljk geen gebruik gemaakt van modelcontracten, maar van contracten op maat. Ook wordt erop gewezen dat pensioenfondsen tegenwoordig zeer scherp onderhandelen over de voorwaarden waaronder zij bereid zijn tot fiduciair beheer.
Concreet wordt verwezen naar de fall-out van de beurscrisis in 2008, toen Pensioenfonds Vervoer frontaal botste met zijn fiduciair beheerder Goldman Sachs Asset Management. In 2010 werd met de Amerikaanse beheerder gebroken en een jaar later stapte men over naar Robeco. In de zomer van 2012 legde het Pensioenfonds de zaak voor aan een rechter in Londen, met het verwijt van contractbreuken. Er werd 250 miljoen schadevergoeding geëist.
Er werd uiteindelijk een schikking bereikt waarover inderdertijd geen mededelingen werden gedaan, maar die ‘naar tevredenheid van beide partijen was opgelost’, zo vermeldde men in een gezamenlijke verklaring. De affaire was echter wel de doodsteek voor Goldman Sachs AM in institutioneel Nederland. De Amerikanen zijn sindsdien ‘out of business’. Ook Dela en VGZ staakten de samenwerking met Goldman Sachs AM. Buitenlandse partijen, met uitzondering van BlackRock en BMO, spelen in Nederland in het fidicuaire beheer geen of een zeer pbekerte rol.
Wat is de agenda van Pieter Omtzigt?
In de markt wordt geraadseld wat Omtzigt met zijn offensief precies beoogt. Wil hij dat de uitvoering en het beleggingsbeleid uitsluitend in huis wordt gedaan, zoals bij ABP en APG het geval is, alsook bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn en uitvoerder PGGM?
Deze pensioenfondsen zijn wel de grootste van Nederland en kunnen zich een eigen afdeling of bedrijf voor uitvoering en beheer veroorloven. Voor de meeste, kleinere (bedrijfstak)pensioenfondsen is dat niet het geval, zodat men niet uitsluit dat het een schot voor de boeg van politiek Den Haag is om consolidatie middels grotere pensioenfondsen versneld af te dwingen.
In 2010 verklaarde DNB-directielid Joanne Kellerman in het programma Buitenhof dat het aantal pensioenfondsen terug zou moeten naar pakweg 100, zodat men onder meer betere pensioenfondsbestuurders kon selecteren. Op het moment van die uitspraak waren er nog 600 pensioenfondsen in Nederland. Eind 2018 bedroeg het aantal minder dan 240. Het beheerde pensioenvermogen was toen bijna 1400 miljard euro groot.
Pieter Omtzigt was niet bereikbaar om op vragen van Fondsnieuws in te gaan. Bij een rondgang door de industrie blijkt dat Omtzigt ook partijen of belangenbehartigers in de sector niet te woord staat.
De op 13 februari gestelde vragen van het Kamerlid worden uiterlijk drie weken na dato door de minister beantwoord.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
- Kamerlid Omtzigt zet tanden weer in fiduciair beheer
- Onrust over gevolgen amendement fiduciair beheer
- Tweede Kamer: Fiduciair beheer moet stoppen