Europese topbedrijven, waaronder het Nederlandse ASML, met een aanzienlijke blootstelling aan China onderschatten de groeiende geopolitieke risico´s die gepaard gaan met de toenemende spanningen tussen de VS en China. Daardoor schieten zij tekort in het delen van hun risico-strategieën met beleggers.
Dat stellen onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen, Clingendael, in hun onderzoeksrapport “Beleggers opgelet: grootste Europese bedrijven kwetsbaar voor Chinese geopolitieke risico’s”. In het onderzoek is gekeken naar de 25 grootste Europese bedrijven en hun mate van blootstelling aan China.
Deze blootstelling is gebaseerd op twee maatstaven: het percentage van de totale omzet die in China wordt gegenereerd en het percentage van toeleveranciers gevestigd in China.
In het rapport wordt nader ingegaan op een viertal bedrijven met een aanzienlijke blootstelling aan de Chinese markt: de Duitse autofabrikant BMW, de op een na grootste bank van Europa HSBC, de Franse producent van luxegoederen LVHM en de Nederlandse chipfabrikant ASML.
Ties Dams, co-auteur van het onderzoeksrapport, zegt: ‘De ongekende sancties die door het Westen aan Rusland zijn opgelegd na de invasie in Oekraïne en de verstoringen op de energiemarkten en andere toevoerketens van grondstoffen als gevolg van deze sancties, zouden een duidelijk waarschuwingssignaal moeten zijn voor beleggers in bedrijven met een grote blootstelling aan China-gerelateerde geopolitieke risico´s.’
De afhankelijk van Europese bedrijven van Rusland is een fractie in vergelijking met China, dat een economie heeft die tien keer zo groot is als die van Rusland. De kwetsbaarheden van bedrijven ten aanzien van China zijn wereldwijd veel groter en gaan verder dan omzet, of connecties met belangrijke Chinese toeleveranciers. De onderzoekers van Clingendael stellen dat Europese beursfondsen de mate van het geopolitieke risico voor hun beleggers onderschatten.
In de top 25 van bedrijven in de MSCI Europe Index staan beursgenoteerde bedrijven uit Duitsland, het VK, Frankrijk, Spanje, Nederland en Scandinavische landen.
In het rapport wordt aangegeven dat de twee maatstaven voor geopolitiek risico waarschijnlijk een te conservatief beeld geven en dat ‘a bigger picture approach’ nodig is. De wereldwijde aanwezigheid van China, strategische samenwerkingen tussen Europese en Chinese (staats)bedrijven en Europese R&D-afhankelijkheden vragen om meer onderzoek. China-gerelateerd geopolitieke risico’s nemen toe nu de relatie tussen China en het Westen onder druk staat, nemen de geopolitieke risico’s op het gebied van onder meer handel, finance, en ESG fors toe.
Zodoende zijn deze sectoren onderdeel geworden van het geopolitieke spel, waarin Amerikaanse sancties zijn opgelegd aan China. Door de extraterritoriale gevolgen van Amerikaanse sancties is ook de impact op Europese bedrijven en hun activiteiten in China aanzienlijk. Ook is er sprake van onenigheid tussen China en de Europese Unie over mensenschendingen tegen de Oegoren, waardoor Europese beleggers en bedrijven de toegang tot de Chinese markt bemoeilijk wordt.
China zet ook economische druk in om geopolitieke invloed uit te oefenen in Europa, en beschikt over een breed palet aan informele maatregelen die het kan inzetten. Een voorbeeld hiervan is de aanhoudende diplomatieke spanning tussen China en Litouwen. Daarbij bleek China Litouwen de toegang tot belangrijke Chinese toevoerketens te ontzeggen, import stop te zetten en Europese bedrijven onder druk te zetten om de banden met Litouwen te verbreken.
Daarnaast heeft China de Anti-Foreign Sanctions Law in werking gesteld, waarmee China nauwgezette tegensancties kan nementegen personen en bedrijven die betrokken zijn bij de sancties tegen het land. Verde wordt gesproken van cyberdreigingen door de overheid, nieuwe wet- en regelgeving voor bedrijven, klimaat- en energiepolitiek, en wereldwijde knelpunten.
Deze geopolitieke risico’s zijn verder uitgewerkt in vier casestudy’s. Daarin komt Clingendael tot de conclusie dat de Europese bedrijven te weinig oog hebben voor de Chinese geopolitieke risico’s en in dat verband ook niet transparant genoeg over hun risicobeheerstrategieën naar beleggers toe.
Zo is de Duitse autosector zeer afhankelijk van Chinese leveranciers en de Chinese markt. Die blootstelling is voor de Duitse industrie waarschijnlijk nog groter dan uit de cijfers blijkt. Zo haalt BMW 21 procent van de omzet uit China, en is 25 procent van de leveranciers gevestigd in China.
BMW erkent de geopolitieke risico’s die voortkomen uit Westerse en Chinese sancties, maar heeft nog weinig bekendgemaakt over de strategie om met deze risico’s om te gaan en gaf juist aan meer te willen investeren in de Chinese markt. De noodzaak voor een transparante strategie op het terrein van risicobeheer. Zo werd BMW door het conflict tussen Litouwen en China indirect geraakt via Continental, dat everancier van BMW voor auto-onderdelen is.
ASML
Toevoerketens zijn cruciaal, zeker in de halfgeleiderindustrie. De verslechterende relatie tussen de VS en China heeft veel impact gehad op deze sector, met aanzienlijke gevolgen voor het Nederlandse ASML. De Amerikaanse weerstand tegen de technologische opkomst van China heeft ervoor gezorgd dat ASML in 2018 geen exportvergunning naar China wist te bemachtigen voor de meest hoogwaardige chipmachine van het bedrijf. Ook werd de omzet van ASML geraakt door recentere sancties die de VS heeft opgelegd ten aanzien van hoogwaardige apparatuur voor de chipproductie.
De CEO van ASML benoemt het nijpende tekort aan hoogwaardige halfgeleidertechnologie, en zijn zorgen over overheidsmaatregelen om het verschepen van productieapparatuur te beperken. Tegelijkertijd heeft ASML, net als BMW, zijn activiteiten in China echter verder uitgebreid en verwacht het dat deze nog verder zullen groeien. Halfgeleiders zijn een essentieel onderdeel van elektronische apparaten, en maken vooruitgang mogelijk op het gebied van communicatie, computers, de gezondheidszorg, militaire systemen, transport, schone energie en vele andere toepassingen.
Ander voorbeelden van Europese bedrijven die in het onderzoek worden benoemd zijn het Franse conglomeraat in luxeproducten LVMH en HSBC .
Het onderzoek van Clingendael is gefinancierd door Axa Investment Managers.