De kredietcyclus is in Europa minder ver gevorderd dan elders en de kredietgroei blijft vooralsnog achter op eerdere herstelfasen. Dit maakt beleggen in Europese high yield obligaties nu relatief veilig.
Dit zegt fondsmanager Konstantin Leidman (foto) van Schroders in een interview met Fondsnieuws.
Leidman belegt onder meer voor het 423 miljoen euro grote Schroder Euro High Yield fonds, dat is opgenomen in het via deze website te raadplegen FN Universe. Het rendement voor dit jaar tot nu toe staat op meer dan 8,5 procent.
Thema’s
Op het Amsterdamse kantoor van het Britse fondshuis relativeert de manager van Russische origine dit direct. Ook de benchmark voor euro high yield van Bank of America Merrill Lynch, waartegen het fonds zich afzet, heeft het goed gedaan.
‘Onze doelstelling is om het 150 basispunten op jaarbasis beter te doen, we zitten nu op een outperformance van zo’n 200 basispunten’, aldus Leidman. ‘We vallen consistent in het hoogste kwart binnen de categorie.’
Deze consistentie is volgens hem terug te voeren op de afwijkende aanpak van het fonds. Naast de gebruikelijke top-down en bottom-up benadering (waarin de macro-situatie vertaald wordt naar het niveau van sectoren en bedrijven) gaat Leidman verder op zoek naar beleggingsthema’s.
‘Dit zijn ontwikkelingen die als ze samenkomen, de resultaten drijven’, legt hij uit. Zelfrijdende auto’s en grondstoffenprijzen zijn enkele voorbeelden uit het scala aan mogelijkheden.
Kredietgroei
Hierbij is het wel zaak om de ‘hype’ voor te blijven. Het voorbeeld van de Amerikaanse boom en bust in de winning van schaliegas en -olie ligt nog vers in het geheugen van high yield beleggers.
Leidman ziet hierin parallellen met de dotcom-bubbel. ‘Ook toen ging er veel geld naar bedrijven die bij de eerste couponbetaling al in problemen kwamen.’
Beleggers doen er daarom goed aan vooral de kredietgroei in de gaten te houden. Leidman: ‘Die is in deze sector omgeslagen in krimp. Dat ziet er al goed uit!’
Net als de energiesector, ziet hij om deze reden ook Europese banken weer zitten. De leverage in de bankensector op het oude continent daalt gestaag.
Overigens is dat volgens de Schroders-manager niet te danken aan het ruime monetaire beleid van Europese Centrale Bank (ECB). ‘Dat schaadt banken alleen maar, omdat het de rentemarges drukt.’
Fed-obsessie
Net als centrale bankiers elders, streeft de ECB volgens hem de verkeerde doelen na. ‘We zijn uit de financiële crisis, dus het [ruime beleid] is compleet overbodig’, zo stelt hij.
’De centrale banken zouden er beter aan doen om vuurkracht te reserveren voor de volgende crisis die zich ooit zal aandienen.’
Hij heeft daarnaast ook fundamentele bezwaren tegen kwantitatieve verruiming: ‘Bedrijven kunnen zich steeds goedkoper financieren en investeren daarom in steeds minder productieve projecten.’ Volgens Leidman is mis-allocatie en het afremmen van technologische ontwikkeling het gevolg.
Centrale banken moeten inzien dat de groei uit het verleden niet meer terugkomt en moeten hun beleid normaliseren, is zijn stellige overtuiging.
Leidman deelt de obsessie van de markt met het al dan niet verhogen van de korte rente door de Federal Reserve niet. ‘Kijk voor de echte valkuilen naar waar de kredietgroei het grootst is, zoals in China. Dat is momenteel het grootste risico op de planeet.’
Overwegingen
Een van de Europese financials waar Leidman in belegt is Bankia. De naam staat voor velen synoniem aan wat er mis ging in de euro-periferie. Slechte vastgoedkredieten noopten de bank aan te kloppen bij de Spaanse overheid voor steun.
Het Spaanse bankenlandschap is intussen gekrompen van 20 naar 5 partijen en de deleveraging is nog steeds aan de gang, wijst de fondsmanager. Intussen staat de economie er een stuk beter voor. In Ierland is al enige tijd eenzelfde beweging zichtbaar.
Toch is opvallend dat het fonds de ruimte om een derde van de portefeuille buiten het eurogebied te beleggen ondertussen, volledig benut. De lage kapitaalmarktrentes trekken veel bedrijven van buiten, wat de keus ruim maakt.
De in Londen gestationeerde manager ziet in ook in het Verenigd Koninkrijk veel sterke internationaal concurrerende bedrijven, met name in de dienstverlening. Het Brexit-referendum heeft hier geen verandering in gebracht.
Onderwijs en zorg zijn Britse sectoren waarin hij graag belegt.