Francis Rodilosso
i-F8SWQhP-L.png

Bedrijfsobligaties kopen op het moment dat ratingbureaus ze afwaarderen tot high yield. Dat is het moment om in te stappen, zegt Francis Rodilosso van VanEck in een gesprek met Fondsnieuws.

Een bekende beurswijsheid luidt: Probeer nooit een vallend mes te vangen. Toch is juist dát wat een ETF van het Amerikaanse fondshuis vaak doet: van oorsprong investment grade bedrijfsobligaties kopen die net zijn afgewaardeerd tot high yield, waardoor de koers stevig onderuit gaat.

‘Fallen angels’ worden deze obligaties genoemd. Bekende namen zijn onder meer Bombardier, Dell, Nokia, Sprint en Tesco. Wereldwijd gaat om zo’n 500 obligaties van ruim 200 bedrijven die zijn verenigd in de ICE BofAML Global Fallen Angel High Yield Index.

Ten opzichte van de ‘gewone’ high yield index van ICE laat deze index een vrij consistente outperformance zien. Daarvoor zijn drie redenen aan te voeren, zegt obligatiespecialist Rodilosso tijdens een presentatie voor professionele beleggers in Amsterdam.

De eerste is dat rating-bureaus over het algemeen achter de feiten aanlopen. ‘Op het moment dat de rating verlaagd wordt, is al veel van het slechte nieuws ingeprijsd. Sommige obligaties zijn bovendien “oversold” omdat voornamelijk institutionele beleggers alleen in investment grade papier mogen beleggen. Daardoor treedt over het algemeen enig herstel op zodra de obligatie in de index komt die de ETF volgt.’

De tweede reden is een hogere, gemiddelde kredietwaardigheid. ‘Meer dan 85 procent van de fallen angels wereldwijd heeft een rating van BB. Dat biedt betere bescherming in een neerwaartse markt. Er is deze bedrijven ook veel aan gelegen om de status van investment grade te herwinnen.’

En als laatste verklaring voor outperformance noemt Rodilosso de afwijkende sector- en regio-exposure. Als voorbeeld noemt hij de lagere allocatie naar financials en de energiebedrijven voordat deze sectoren in de problemen kwamen. Hetzelfde geldt voor bedrijven uit Brazilië of Rusland voordat deze landen (en daarna hun bedrijven) werden afgewaardeerd.

De banken- en energiesector zijn als gevolg van de financiële crisis en de scherpe daling van de olieprijs in 2015 nog altijd dominant. Meer recent ziet de obligatiespecialist een toename, zij het beperkt, van het aantal bedrijven in de fallen angel index uit de telecom-, vastgoed en retailsector.



Alle bedrijven die neerdalen tot het high yield segment belanden automatisch in de index en daarmee de VanEck Vectors Global Fallen Angels High Yield Bond ETF.

‘Toen Transocean in 2015 in de index dreigde te komen, vroegen sommige beleggers ons of het oliebedrijf buiten de ETF gehouden kon worden. Ze waren bevreesd dat de olieprijs nog verder zou dalen waardoor het bedrijf met haar grote schuldomvang een zware stempel op het rendement zou drukken. Maar we maken nooit uitzonderingen. En zie nu, de olieprijs is inmiddels flink hersteld.’

Zolang er niet massaal in fallen angels wordt belegd, zal er premie op deze bedrijfsobligaties blijven bestaan, gelooft Rodilosso. Daarom zou op zijn minst een deel van de traditionele high yield portefeuille door deze strategie vervangen kunnen worden. ‘Het is een deel van obligatiemarkt die meer aandacht verdiend.’

Of het op dit moment überhaupt nog interessant is om in bedrijfsobligaties te beleggen? ‘We zitten weliswaar laat in de cyclus, maar de fundamentals wereldwijd zijn nog steeds redelijk aantrekkelijk. De bedrijfswinsten vertonen nog groei en herfinanciering is goedkoop. Ik denk dat het nog twee a drie jaar duurt voordat deze markt zich van zijn lelijke kant laat zien.’

VanEck, dat eerder dit jaar de Nederlandse provider Think ETF’s inlijfde, heeft naast actief beheerde fondsen zo’n 80 ETF’s in het assortiment. Het huis is een buitenbeentje omdat het er bekend om staat beleggers toegang te willen bieden tot nieuwe, vaak zeer specifieke delen van de markt.

Zo bracht het in 2006 als eerste een ETF op de markt die belegt in goudmijnbedrijven. Ook de eerste ETF die belegt in schuldpapier van opkomende markten (EMD) in lokale valuta is afkomstig van het Amerikaanse fondshuis.

 

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No