Twee derde van de institutionele beleggers in Europa is van plan om tegen eind volgend jaar niet langer te beleggen in niet-ESG-fondsen, zo blijkt uit nieuwe enquêtegegevens.
Bijna 72 procent van hen is bereid een premie te betalen voor ESG-producten, terwijl een vergelijkbare meerderheid van de Europese vermogensbeheerders wil stoppen met het lanceren van niet-ESG-producten tegen 2024.
PwC Luxembourg, dat een nieuwe editie van zijn interactieve ESG-dashboard voor Europese vermogensbeheerders uitbracht, voorspelde dat er tegen 2025 een markt met een waarde tussen 7.400 en 9.000 miljard euro zal zijn voor in Europa gedomicilieerde ESG-activa. Dit zal goed zijn voor tussen de 46 en 56 procent van de Europese activa van beleggingsfondsen, tegenover 37 procent eind vorig jaar.
Yazdani: ‘Aangezien regelgevers en de samenleving beleggers steeds meer aansporen om duurzaamheidsoverwegingen op te nemen in hun beleggingsbeleid en -transacties, zullen beheerders de vraag naar ESG-producten de komende jaren blijven zien toenemen,’ aldus Dariush Yazdani, Global Asset and Wealth Management Research Centre Leader, PwC Luxemburg.
PwC’s interactieve dashboard voor de Europese ESG-markt is gebaseerd op eigen gegevens die werden verzameld bij in totaal 3.354 respondenten in acht Europese landen: VK, Zwitserland, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Scandinavië, Spanje en Italië. De respondenten omvatten 720 Europese institutionele beleggers, 320 distributeurs, 1.994 individuele beleggers en 320 vermogensbeheerders.
ESG ETF’s klaar voor 33-43 procent groei
Europese ESG ETF’s kunnen 33 tot 43 procent groeien om in 2025 tussen 684 miljard euro en 906 miljard euro te bereiken. ESG-aandelen-ETF’s ondersteunen die groei met verwachte groeipercentages tussen 33,6 en 43,2 procent, aldus het PwC-rapport.
Pensioenfondsen, verzekeraars, schenkingen en stichtingen en family offices geven blijk van ‘een toenemende bereidheid en bereidheid om hogere vergoedingen te betalen: om het grotere potentieel voor risicobeperking en waardecreatie dat ESG biedt, te benutten’, aldus de consultant.
Volgens Olivier Carré, marktleider financiële diensten bij PwC Luxemburg, wijst het rapport op een ‘historische verschuiving in activa en sentimenten binnen de Europese beleggersgemeenschappen, waarbij ESG zich heeft ontwikkeld van een ‘nice to have’ voor de meest duurzaamheidsbewuste beleggers tot een allesomvattende paradigmaverschuiving in het traditionele Europese beleggingslandschap.
Normen steeds extraterritorialer
Carré: ‘Ontwikkelingen op het gebied van regelgeving zijn een primaire drijfveer achter deze groei en hebben ertoe geleid dat de basis is gelegd voor ESG-normen die steeds extraterritorialer worden,’ aldus Carré. ‘We zien nu al dat internationale regelgeving het voorbeeld van de EU in dit opzicht zal volgen, met name in het licht van de toenemende wereldwijde politieke toezeggingen om ESG- en duurzaamheidskwesties aan te pakken.’
Nu de regelgeving steeds strenger wordt, zullen ‘vermogensbeheerders - vooral zij die wereldwijd willen concurreren - onder druk worden gezet om hun producten en activiteiten volledig af te stemmen op ESG,’ zei hij.
Het aandeel van impactbeleggingen, zoals gedefinieerd in artikel 8 van de EU-verordeningen inzake duurzame financiering, zal in de komende 12 tot 24 maanden naar verwachting stijgen tot 68 procent. Momenteel gaat 42 procent van de investeerders zo’n 30 procent van hun Europees beheerd vermogen naar artikel 8-fondsen, aldus PwC. Bijna 70 procent van de Europese distributeurs verwacht in de komende jaren een grotere vraag van particulieren, aldus het rapport.
Twee derde, of 68 procent, van de ondervraagde fondsbeheerders overweegt de distributie van niet-ESG-producten volledig stop te zetten, waarvan de helft van plan is dit in de komende twee jaar te doen. Van de particuliere, vermogende en vermogende beleggers overweegt 50,2 procent om te stoppen met beleggen in niet-ESG-fondsen.