‘Kleine, maar groeiende ondernemingen in de informele sfeer zijn in veel opkomende- en frontiermarkten dè banenmotor. Daar ligt voor beleggers nog veel potentieel’, vertelt Femke Bos, fondsbeheerder van het Triodos Microfinance Fund. Ook blijken microfinancieringen en nieuwe technologie een gouden combinatie.
Beleggen om mensen in ontwikkelingslanden een beter bestaan te geven zit flink in de lift, signaleert Bos. ‘Steeds meer mensen willen werkelijk impact hebben met hun beleggingen. Bovendien zijn investeringen in microfinancieringsinstellingen vanwege de lage correlatie met ontwikkelingen op de financiële markt een mooie aanvulling op conventionele portefeuilles. Afgezien van wat valutaschommelingen hebben de instabiele markten van de laatste tijd geen invloed gehad op de performance van het fonds.’
Fintechs
Triodos Microfinance Fund belegt in 93 financiële instellingen die kredieten, spaarproducten en betaaldiensten bieden aan micro-ondernemers en kleine en middelgrote ondernemingen in opkomende markten. ‘Deze lokale bedrijfjes zijn vaak ontstaan uit bittere noodzaak om de nodige monden te voeden, maar groeien veelal uit tot kleine KMO’s met enkele mensen in dienst’, vertelt Bos.
Daarnaast probeert Bos via het fonds steeds meer aan te sluiten bij de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. ‘Denk bijvoorbeeld aan sanitatieleningen. Bijna 2,5 miljard mensen hebben nog altijd geen toegang tot een toilet. En in oost-Afrika steunen we een organisatie via welke mensen zonnepanelenkits kunnen leasen. Inmiddels heeft dit project 600.000 mensen toegang tot elektriciteit gegeven.’
Ook lenen microkredieten zich volgens Bos uitstekend voor verschillende fintechoplossingen. Wereldwijd hebben 1,7 miljard mensen nog geen toegang tot eenvoudige financiële diensten, omdat hiervoor vaak de infrastructuur ontbreekt. Via mobiele telefonie gaan deze ontwikkelingen nu razendsnel, vertelt Bos.
‘Een van onze eisen om in een lokale financiële instelling te beleggen, is hun visie op technologie. Organisaties moeten hieromtrent een degelijke strategie hebben, anders zijn ze over enkele jaren uitgerangeerd.’
Due diligence
De fondsmanager is steeds op zoek naar nieuwe investeringsmogelijkheden. Om in aanmerking te komen voor investering, moeten de microfinancieringsinstellingen net als ‘gewone’ bedrijven aan een hele reeks criteria voldoen.
Bos: ‘Onze due diligence gebeurt op dezelfde manier als bij traditionele partijen via bedrijfsbezoeken, gesprekken met het management en een doorlichting van de financiële fundamentals. Daarnaast moeten nieuwe investeringen een mooie diversificatie zijn op de rest van de portefeuille, zowel op regionaal als op sectorniveau. We moeten uiteraard ook overtuigd zijn van de sociale impact en de duurzaamheidsnormen die worden gehanteerd.’
Rendement
Het fonds heeft zo’n 360 miljoen onder beheer en is verhandelbaar op maandelijkse basis. Het bestaat uit 23 procent private equity, 69 procent achtergestelde of kortetermijnleningen en 8 procent liquiditeit. De cashflow komt uit de rente-inkomsten en -aflossingen.
Met een year-to-date rendement van 2,5 procent en een vijfjaarsrendement van 3,8 procent (I-cap share class), voldoet het fonds sinds de start in 2009 ruimschoots aan de verwachting. Het valt onder de Luxemburgse Sicav 2-structuur en wordt onder andere aangeboden bij Belfius, BNP Paribas Fortis, Puilaetco Dewaey Private Bankers en Triodos Bank België.
Strenge regelgeving
In België zijn het vooral vermogende particulieren, religieuze organisaties, stichtingen, universiteiten, ziekenhuizen en een aantal institutionele investeerders die kiezen voor ‘mission related’ investeringen. Bos ziet ook een groeiende interesse onder retailbeleggers, maar voor die groep zijn microfinancieringen - vanwege de strenge regelgeving - nog niet beschikbaar.
Bos: ‘Beleggen in dit fonds kan via een private placement regime vanaf 250.000 euro, via een discretionair mandaat of via een impactportfolio waarbij vijf tot tien procent in alternatives belegd mag worden. De regelgeving in België staat particulieren nog niet toe om direct in dergelijke fondsen te beleggen. Dat is eigenlijk jammer, want ook beleggers met een kleinere portemonnee willen rechtstreeks een verschil kunnen maken voor mensen in opkomende landen.’