De bekende fondsenvergelijker Morningstar ligt onder vuur omdat het te gunstige beoordelingen zou afleveren voor actief beheerde obligatiefondsen. Volgens een Amerikaans onderzoek waar het FD vorige week over berichtte, zou een op de drie van deze fondsen zich minder risicovol weten te presenteren dan ze werkelijk zijn.
Morningstar betwist de methodologie en de data die de onderzoekers hebben gebruikt. Huaizhi Chen, Lauren Cohen en Umit Gurun houden echter voet bij stuk, en stellen dat hun bevindingen ook opgaan voor Europa. ‘Wij geloven dat dit fenomeen, en de manier waarop Morningstar zich gedraagt, niet specifiek landgebonden is’, vertelt Cohen aan het FD.
Schade verhalen
Als Morningstar ook in Europa te gunstige beoordelingen zou hebben afgegeven, zijn er beleggers die een fonds hebben gekocht dat niet overeenstemt met hun risicoprofiel. Wat als ze zich daardoor gedupeerd voelen?
In principe is het eenvoudig, zegt Isabella Wijnberg, advocaat en massaschade-expert bij Houthoff. ‘Als een belegger op foutieve informatie heeft vertrouwd, en daardoor schade heeft geleden, dan kan hij die schade individueel of collectief proberen te verhalen bij de partij die deze heeft veroorzaakt. Maar de praktijk is lastiger aangezien de belegger zal moeten aantonen dat de informatie onjuist was, en dat hij daardoor schade heeft geleden. Of dat succesvol is en welke partijen hiervoor kunnen worden aangesproken, hangt van alle omstandigheden van de specifieke zaak af.’
Wijnberg wil niet speculeren of - en zo ja, wie - aansprakelijk is indien de informatie onjuist blijkt. Zij verwacht wel dat er beleggers zijn die het onderzoek zullen aangrijpen om verhaal te halen. Dit zal mogelijk gebeuren via een collectieve actie. ‘Uit ons recente onderzoek blijkt dat Nederland in Europa een voorloper is als het gaat om de mogelijkheden voor beleggers om gezamenlijk schade te verhalen. En dat Nederland mogelijk zelfs zal uitgroeien tot een claim-paradijs dankzij aantrekkelijke wetgeving op dit vlak. Deze zaak zou zich mogelijk kunnen lenen voor zo’n collectieve actieprocedure.’
Verkeerde informatie
Eerst moet dan wel onomstotelijk vaststaan dat ook in Europa verkeerde informatie is verstrekt. Tot daar meer duidelijkheid over is, houden de gebruikers van de Morningstar-diensten die het FD sprak zich liever op de vlakte. ‘Er is in elk geval een probleem met de informatie die fondsen vrijgeven’, meent Joost Schmets van beleggersvereniging VEB. ‘Die is vaak onvolledig, bijvoorbeeld over welke criteria fondsen gebruiken voor hun ecologische, sociale, of governancedoelen.’
Het belang van Morningstar in de financiële wereld is groot. Eind 2018 leverde de fondsenvergelijker volgens zijn eigen jaarverslag diensten aan 255.000 financiële adviseurs, 1500 vermogensbeheerders en tien miljoen particuliere beleggers. In Europa waren er volgens Efama, de branchevereniging van Europese vermogensbeheerders, in het tweede kwartaal 7820 obligatiefondsen die gezamenlijk zo’n €2800 mrd beheren.
Hiaten in de informatie
Er is een duidelijk verschil in hoe particulieren en professionele beheerders de beoordelingen van Morningstar gebruiken, zegt Theo Andringa, voorzitter van de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs. ‘Die laatste zijn zich toch meer bewust van de hiaten in de informatie die Morningstar levert. Daarom vragen vermogensbeheerders zoals NNEK, waar ik directeur ben, vaak nog eens de gedetailleerde fondsgegevens op bij de beheerders zelf zodat we ze kunnen controleren, of verrijken met andere data.’
Schmets wijst erop dat Morningstar zelf de sterrenratings niet als zaligmakend ziet en beleggers in 2010 al aanraadde naar de fondskosten te kijken als graadmeter voor toekomstig succes. ‘Het zijn immers vaak de fondsen die dankzij te hoge kosten met het rendement van de belegger gaan lopen.’
Copyright: Het Financieele Dagblad, 11 november 2019
Lees ook: ‘Morningstar slordig met oordeel obligatiefondsen’