Oproep
i-cjTXkjk-L.jpg

Nergens in Europa blijven traditionele, actieve beleggingsfondsen zo massaal achter bij de markt als in Nederland. Gemeten over de afgelopen 5 jaar wist geen enkel fonds met Nederlandse aandelen de index te verslaan.

Dat blijkt uit het jaarlijkse ‘actief-versus-passief-onderzoek’ van S&P Dow Jones Indices (SPDJI).

2015 was goed jaar

In het onderzoek vergelijkt SPDJI de rendementen van beleggingsfondsen met die van een index zoals, in het geval van Nederland, de S&P Netherlands Broad Market Index. 2015 was daarbij nog een goed jaar voor actieve fondsen, beleggingsfondsen met een beheerder die wordt betaald om de index te verslaan. Grofweg twee derde van de fondsen deed het beter dan de markt, vooral dankzij de grote koersstijgingen van Nederlandse smallcaps.

Maar dat beeld verslechtert fors als er over een langere periode wordt gekeken. Gemeten over drie jaar blijft 93 procent van de fondsen achter, over vijf jaar dus 100 procent en over tien jaar 97 procent.

Passief

S&P Dow Jones Indices is zelf aanbieder van indices die door passieve beleggingsfondsen worden nagebootst. In het onderzoek werden alleen de eigen indices als benchmark gebruikt.

Nederland lijkt dus bij uitstek de markt te zijn geweest om te kiezen voor passieve fondsen. Deze fondsen proberen tegen lage kosten het rendement van de index na te bootsen. Daardoor bieden ze altijd een fractioneel lager rendement dan de markt.

Britse actieve fondsen doen het relatief goed. Vorig jaar versloeg ruim driekwart de S&P United Kingdom BMI-index, en over vijf jaar lukte dat ongeveer de helft van de fondsen.

Europa-brede fondsen leverden vorig jaar 68 procent van de gevallen meer op dan een belegging in de S&P Europe 350-index. Gemeten over vijf jaar kwam de index echter in vier op de vijf gevallen als winnaar uit de bus.

Copyright: Het Financieele Dagblad, 21 maart 2016

 

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
Yes