Het Internationaal Monetair Fonds gaat landen voortaan beoordelen op hun klimaatinspanningen. Dat is een beleidswijziging van formaat. De VN-organisatie houdt wereldwijd de financiële stabiliteit in het oog en helpt landen om financiële crisissen te overwinnen.
Hoofdeconome Véronique Goossens verwoordt het als volgt in een recente paper die Investment Officer kon inkijken: ‘De opwarming van het klimaat wordt nu dus aanzien als een risico voor de economie en de financiële duurzaamheid in de wereld. Ook België zal op zijn klimaatijver beoordeeld worden en adviezen krijgen. Hoe dan ook zal België een flinke tand moeten bijsteken nu de EU z’n klimaatambitie eind vorig jaar naar boven heeft bijgesteld.
Over de kost van de transitie naar een koolstofarme economie is er al heel wat inkt gevloeid. In de herfst presenteerde de Europese Commissie een samenvatting van de belangrijkste impactstudies die de economische kosten (of baten) becijferen om tegen 2030 de emissie van broeikasgassen met 55 procent te verminderen. Belangrijk om te weten is dat deze studies geen rekening houden met de externe kosten die de klimaatopwarming veroorzaakt als we alles op zijn beloop laten. Denk hierbij aan een toenemend aantal overstromingen, hittegolven met bosbranden enz. Er wordt enkel gekeken naar de kosten om de economie voldoende aan te passen zodat de emissiedoelstellingen worden gehaald.’
Bbp
Goossens: ‘Gemiddeld zal de impact van het klimaat- en energiebeleid op de BBP-groei naar verwachting relatief gematigd zijn. Dat kan variëren van licht positief (0,5 procent extra BBP-groei in de EU) tot licht negatief (-0,4 procent), afhankelijk van het model en het soort beleidsmaatregelen dat wordt ingezet. Vooral de toename van de investeringen, zowel openbaar als privé, dragen bij tot de opleving van de economische activiteit in de economie. Naarmate de overheden sterker inzetten op een verschuiving van de belastingen op arbeid naar een belasting op vervuiling, zijn er grotere economische baten. Klimaatbeleid zal bovendien een sterker positief effect hebben op de groei als de economie onder zijn normale niveau zit en capaciteit op overschot heeft. Dat is tijdens deze Covid-19 recessie zeker het geval. We verwachten dat de economische output in België en de eurozone in het beste geval eind 2022 het niveau bereikt van voor de Covid-19 crisis.’
Duurzaam
De switch naar een duurzamere economie levert zowel winnaars als verliezers op. Sectoren en landen die hun brandstoffen importeren (zoals België) kunnen het economisch beter doen aangezien de energie-efficiëntie verbetert en de invoer van dure energie afneemt. Aan de ene kant zal dit banen kosten in de industrie waar olie wordt verwerkt tot bruikbare brandstoffen. Maar de bouwsector heeft dan weer veel te winnen bij de verduurzaming van de economie.
België staat vooraan op de lijst van landen die economisch het meeste voordeel halen uit de switch naar een koolstofarme economie. Omdat ons land qua energiebehoefte sterk afhankelijk is van het buitenland kan er op termijn heel wat economische winst behaald worden door het opkrikken van de energie-efficiëntie. Dat is vooral het geval voor de grote hoeveelheid energieverslindende Belgische gebouwen. Ook de centrale ligging en de openheid van de Belgische economie speelt in ons voordeel. Bovendien zijn de engagementen en de groei van de groene investeringen in de andere landen van de eurozone, vooral die in Duitsland, een extra hefboom voor de economische activiteit in ons land.
Goossens: ‘Kortom, de omschakeling naar een koolstofarme economie hoeft niet synoniem te staan met minder economische groei, waar sommige sceptici voor waarschuwen. Als de beleidsmakers tijdig de geschikte beleidsmaatregelen nemen, dan kan een duurzamere economie gepaard gaan met extra banengroei en een hogere welvaart.’