De Belgische economie is minder grillig dan de Nederlandse, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het Nederlandse bureau dat statistische informatie verzamelt heeft de economische groei bij voor- en tegenspoed vergeleken met die in België. Daaruit komt naar voren dat ons land veel minder grillig en heftig reageert op economische schommelingen.
Zo liep de Nederlandse groei in de periode na de kredietcrisis, van 2009 tot 2013, juist achter op die van België. Hetzelfde patroon was te zien in eerdere periodes van economische heropleving en neergang. Maar als het goed gaat, dan gaat het in Nederland ook ‘beter’: zo steeg het bruto binnenlands product (bbp) in Nederland in de eerste drie kwartalen van 2018 bijvoorbeeld met 2,8 procent op jaarbasis. In België leidde deze periode van hoogconjunctuur tot een groei van ‘niet meer’ dan 1,5 procent.
Tegelijkertijd, zo het CBS, lijken de economieën van de twee buurlanden wel veel op elkaar. Dat Nederland toch heftiger reageert op schommelingen, heeft volgens het CBS vooral met de binnenlandse bestedingen te maken. Als economische tegenwind opsteekt dan slaan Nederlandse consumenten onmiddellijk over op het sparen. Dat komt volgens het CBS omdat Nederlanders minder spaargeld en beleggingen hebben als financiële buffer dan de Belgen.
Een belangrijke verklaring voor de grilligheid van de Nederlandse economie is ook de afhankelijkheid van de huizenmarkt. Veel van het vermogen van burgers in Nederlanders zit in het huis waarin men woont. Als de economie inzakt, dalen doorgaans ook de huizenprijzen en dat werkt door in de consumptie. Tegelijkertijd sloeg de Nederlandse regering aan het bezuinigen in de jaren na de kredietcrisis van 2008, terwijl de Belgische overheid haar uitgaven op peil hield om de economie te ondersteunen.
In haar decemberrapport wijst de Nationale Bank er overigens wel op dat economische groei afvlakt in België en dat er sprake zal zijn van sterke loonkostenstijgingen en een toename van de sociale uitkeringen in 2019. Tegelijkertijd zal de koopkracht echter wel stijgen. .