Wie duurzaam wil beleggen, kan ESG-factoren integreren in zijn proces. Andere opties zijn enkel de koplopers in een sector te selecteren of ook in te zetten op een maatschappelijke opbrengst van investeringen.
Er zijn drie categorieën van duurzaam beleggen te onderscheiden. Bij de eerste wordt alle informatie over een bedrijf meegenomen in het besluitvormingsproces. Dus naast financiële informatie kijkt de fondsmanager ook naar hoe een bedrijf omgaat met het milieu (environment) en de mens (social) en het functioneren van het bestuur (governance). Dit wordt volledige ESG-integratie genoemd.
De tweede categorie maakt gebruik van een best-in-classbenadering waar-bij alleen bedrijven die binnen hun branche sterk scoren op ESG-factoren in aanmerking komen om geselecteerd te worden. Deze positieve selectiemethodiek wordt vaak gecombineerd met het uitsluiten van bedrijven die zich bezighouden met zaken waar een belegger absoluut niet in mag of wil beleggen, zoals controversiële wapens, kern-energie en — steeds vaker — tabak. Ook bedrijven waar sprake is van een controverse (bijvoorbeeld schending van mensenrechten, omkoping en corruptie et cetera) vallen af.
In de praktijk blijft dan vaak nog maar een klein deel van het beleggingsuniversum over. Dit noemt men maatschappelijk verantwoord beleggen, of socially responsible investing (SRI).
De derde categorie is het zogeheten impactbeleggen. Deze manier van duurzaam beleggen is de laatste jaren doorgedrongen tot de ‘listed space’ van beursgenoteerde bedrijven. Een meetbaar positief effect op mens of milieu is hier het hoofddoel. Daarnaast is de intentie van de belegger om dit positieve effect te bewerkstelligen heel belangrijk. Alleen achteraf meten is dus niet vol-doende bij impactbeleggen.
‘Impactbeleggen heeft een enorme groei doorgemaakt, wat een geweldige ontwikkeling is, maar de uitdaging is nu om “impact washing” tegen te gaan’, stelt Nina Hodzic van Allianz Global Investors. Hierbij doen fondsen zich ‘groener’ voor dan ze in werkelijkheid zijn.
Geen eenduidige definitie
Dit komt volgens haar vooral doordat er geen eenduidige definitie van ‘impact’ bestaat. Daarnaast staat het rapporteren van bedrijven op basis van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN (de Social Development Goals, oftewel SDG’s) nog in de kinderschoenen. ‘De beleggingsindustrie zou veel meer met bedrijven moeten engagen om de beschikbaarheid en de kwaliteit van deze data te verbeteren.’
ESG-integratie en SRI zijn wat breder toepasbaar dan impactbeleggen. Op basis waarvan maakt een belegger de keuze voor de ene aanpak dan wel de andere? En levert de ene meer rendement op dan de andere?
Om met die laatste vraag te beginnen: ‘Het is niet een kwestie van welke methode meer rendement oplevert of beter is’, aldus Hodzic. ‘Voor verschillende duurzame beleggingsstrategieën geldt dat ze even goed of zelfs beter presteren dan traditionele beleggings-strategieën. Waar het om gaat zijn de voorkeuren en doelstellingen van de belegger. Wil deze in principe in zo veel mogelijk bedrijven kunnen beleggen, dus zonder restricties vooraf, dan krijgt ESG-integratie snel de voorkeur. Hecht een belegger vooral veel waarde aan de reputatie van de bedrijven waarin hij belegt, dan ligt SRI voor de hand.’
Volkswagen
Zo kan het zijn dat het aandeel Volkswagen vanwege het sjoemelschandaal wordt uitgesloten door een SRI-fonds op basis van controverse, terwijl bij een geïntegreerde aanpak het aandeel wel in de portefeuille belandt, omdat de analist ervan overtuigd is dat het bedrijf inmiddels de juiste maatregelen heeft getroffen om herhaling te voorkomen én het aandeel daarnaast aantrekkelijk is geprijsd.
‘Het is bij een geïntegreerde aanpak echter cruciaal om niet te veel te leunen op de beoordelingen van externe ESG-dataleveranciers’, zegt Hodzic. ‘Bij Allianz GI hebben we daarom een onlinesamenwerkingstool ontwikkeld waar al onze duurzaamheidsspecialisten, mainstreamanalisten en fonds-beheerders alsook economen en strategen wereldwijd inzichten delen en discussiëren over materiële ESG-factoren, om zo een holistisch beeld te vormen van elk bedrijf waarin we beleggen.’