Nergens anders ter wereld zijn de kosten voor beurstransacties zo hoog als in België. De beurstaks werd onlangs opgetrokken van 0,27 procent naar 0,35 procent. Dat is meer dan een verdubbeling in vergelijking met 6 jaar geleden.
‘Die verhoging pakt nefast uit voor de honger naar aandelen’, zegt directievoorzitter van Euronext Vincent Van Dessel in een interview met De Tijd. Volgens de beursbaas hadden eerdere taksen ook al grote gevolgen voor de aandelenmarkten.
Zo werd er volgens Van Dessel in 2016 door de speculatietaks minder belegd in kmo’s. Die taks is inmiddels weer afgeschaft. In 2017 lieten kleine en middelgrote bedrijven daarom wel weer een boost in de transacties zien: respectievelijk +13,7 procent en +7 procent, aldus De Tijd.
Van Dessel: ‘We zagen een gelijkaardig effect in 2012 met de ook weer afgeschafte rijkentaks.’ Hij stelt dat die belasting de staat meer heeft gekost dan ze opbracht. ‘Ik houd dan ook mijn hart vast voor de nieuwe beleggersbelastingen.’
Een particuliere belegger betaalt nu vijfendertig keer meer voor een transactie dan een professional, aldus Van Dessel. De taks is een compensatie voor het feit dat België geen meerwaardebelasting heft, maar de beursbaas betitelt de nieuwe belasting als ‘erover’.
Effectentaks
Ook is de belasting van 0,15 procent op effectenrekeningen boven een half miljoen euro inmiddels goedgekeurd. ‘Het percentage van die Michel-Peeters-vermogenstaks kan symbolisch lijken, maar psychologisch is dit dramatisch’, vindt Van Dessel. ‘We zien al signalen dat veel vermogenden uit genoteerde aandelen stappen en meer investeren in fiscaal aantrekkelijker alternatieven zoals vastgoed en niet-genoteerde effecten.’
De Euronext-voorzitter wil dat ondernemingen onder een half miljard euro worden vrijgesteld van de effectentaks. Volgens hem beperkt een dergelijke maatregel de negatieve gevolgen voor bedrijven waarin veel particulieren beleggen. ‘Met deze belasting benadeel je diegenen die in onze economie willen investeren. De regering had geen slechter signaal kunnen geven.’
Volgens de OESO zijn de lasten op vermogen in België 3,5 procent van het bruto binnenlands product. In Duitsland is dat 1 procent en in Nederland 1,5 procent.