Donald Trump staat oog in oog met de grootste crisis sinds zijn inauguratie in januari. Financiële markten hebben nerveus gereageerd op de jongste informatie over de wijze waarop de president de zaak rond FBI-topman James Comey zou hebben behandeld.
In reactie op deze onthullingen is de S&P woensdag met 1,82 procent gedaald - dat is de grootste daling op een dag sinds september 2016.
In een nieuw mediabericht staat dat Trump al in februari Comey gevraagd zou hebben het onderzoek naar de nationale veiligheidsadviseur Michael Flynn te stoppen. Dat zou erop wijzen dat Trump van begin af aan erop gericht was het onderzoek naar de connectie van het campagneteam met de Russische regering te frustreren, wat volgens Democraten erop kan wijzen dat er inderdaad sprake is van relaties en/of samenwerking. Hiermee zou Trump de rechtsgang kunnen hebben gefrustreerd, wat in de VS strafbaar is.
Flynn is eerder ontslagen vanwege zijn relatie met Rusland, terwijl Comey begin deze week ook zijn ontslag kreeg aangezegd. Het Amerikaanse ministerie van justitie benoemde woensdag de voormalige FBI-baas Robert Mueller als speciale aanklager - zijn benoeming viel zowel bij Republikeinen als Democraten goed.
Trackers op S&P onderuit
Het nieuws uit de media, dat weer tot speculaties heeft geleid over een afzettingsprocedure, zette de grote ETF’s op de S&P 500 allemaal lager: de SPDR S&P 500 ETF, de iShares Core S&P 500 ETF en de Vanguard 500 Index. In het verloop van de handelsdag werden de verliezen deels weer goed gemaakt.
De goede winstcijfers van S&P-bedrijven hebben tot dusver ervoor gezorgd dat de hoofdgraadmeter zeer goed presteerde en de volatiliteit historisch laag is. Maar nu neemt de bezorgdheid toe dat het presidentschap van Donald Trump voortdurend in de greep is van affaires en chaos.
Hierdoor zouden Trump’s plannen voor belastingverlagingen en grootschalige investeringen in infrastructuur vertraging en obstructie kunnen oplopen. Daarmee komt de zogenoemde ‘Trump trade’ onder vuur te liggen.
S&P trekt andere indices mee
Naast de S&P 500, ging ook de Dow Jones omlaag met 1,78 procent, terwijl de Nasdaq zelfs 2,57 procent prijs moest geven. De grote verliezer op woensdag was de bankensector, die leverde meer dan 3 procent in. Vooral JP Morgan en Bank of America hadden het zwaar.
Ook de dollarindex, waarin de greenback wordt afgezet tegenover zes valuta, daalde met 0,6 procent. Dat is de grootste daling sinds 9 november, de dag dat Trump de verkiezingen won. De tienjarige rente steeg naar 2,22 procent. In Azië en Europa reageerden de beurzen donderdag ook negatief op het Amerikaanse nieuws.