De Nederlandse financiële sector is met honderden miljarden euro’s aan uitstaande financieringen blootgesteld aan mogelijke risico’s als gevolg van biodiversiteitsverlies. ‘Ik ben zeker geen doemdenker, maar de problemen zijn wel écht urgent nu’, zegt Roel Nozeman, senior adviseur biodiversiteit bij ASN Bank.
Het verlies van biodiversiteit nadert een kritische grens. Om te voorkomen dat deze overschreden wordt, pleit het Sustainable Finance Platform voor actie vanuit de financiële sector.
Biodiversiteit verwijst naar het aantal, de verscheidenheid en de variabiliteit van alle levende organismen, zijnde dieren, planten, zwammen en micro-organismen. De connectie tussen het tegengaan van biodiversiteitsverlies en de financiële sector ligt gevoelsmatig misschien niet meteen voor de hand.
Toch hebben Actiam, APG, ASN Bank, a.s.r., FMO, Rabobank, Robeco en NWB Bank samen met Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Erasmus Platform for Sustainable Value Creation een werkgroep opgericht die dit inzichtelijk maakt.
De werkgroep valt onder het Platform voor Duurzame Financiering van de Nederlandsche Bank (DNB) en staat onder leiding van Lidwin van Velden, directievoorzitter van de Nederlandse Waterschapsbank (NWB).
Water-obligaties
Simon Zwagemakers, directiesecretaris bij NWB, licht toe wat de link tussen de activiteiten van de NWB Bank en biodiversiteit is: ‘De water-obligaties die wij uitgeven worden voor drie doeleinden gebruikt door waterschappen. Voor de beperking en aanpassing aan klimaatverandering en voor projecten met betrekking tot biodiversiteit die verband houden met water. De waterschappen hebben bovendien als wettelijke taak om de kwaliteit van het oppervlaktewater te bewaken en daar is biodiversiteit cruciaal voor.’
De eerste team-effort van de werkgroep is het paper “Biodiversity Opportunities and Risks for the Financial Sector”. Nu de wereldwijde biodiversiteit in gevaar dreigt te raken, meent de werkgroep dat het belangrijk is dat financiële instellingen beseffen hoe hun investeringen zowel direct als indirect de biodiversiteit beïnvloeden.
Want dat is tot nu toe nog niet altijd makkelijk. De negatieve impact van biodiversiteitsverlies is veelal indirect bij financieel dienstverleners. Het onderwerp doet daarom wat abstract aan, beaamt Zwagemakers. ‘Maar tegelijkertijd gaat dit om grote bedragen en heeft het een enorme reikwijdte. In die zin spreekt het dus ook wel tot de verbeelding.’
Kruisbestuiving
Uit gegevens van DNB en het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat Nederlandse financiële instellingen voor honderden miljarden euro’s aan financieringen hebben uitstaan waarop ze mogelijk risico’s lopen als gevolg van biodiversiteitsverlies. Bijvoorbeeld doordat ecosysteemdiensten verdwijnen, door aanpassing van wetgeving om milieu en natuur te beschermen, of door milieucontroverses.
En dit dreigt steeds dichterbij te komen. Binnen het concept van de planetaire grenzen, de grenzen waarbinnen de mensheid moet navigeren om duurzaam gebruik te kunnen blijven maken van natuurlijke hulpbronnen, naderen we een wereldwijde biodiversiteitsdrempel. Eenmaal overschreden, kan dit leiden tot een afname van de wereldwijde biodiversiteit en tot grootschalige economische en sociale kosten.
Planetaire grenzen
Van de negen gedefinieerde planetaire grenzen heeft meer dan de helft te maken met biodiversiteit. Het feit dat biodiversiteit zo veelomvattend is, maakt het niet makkelijk om mensen tot actie te bewegen.
‘Zeker in het begin hebben we hier veel over gesproken in de werkgroep. Toch blijft het feit dat het een groot en urgent probleem is dat iedereen aangaat. Niet alleen bedrijven in sectoren worden rechtstreeks geconfronteerd met de risico’s van biodiversiteitsverlies: ook andere bedrijven, overheden en consumenten’, zegt Nozeman, die namens ASN Bank in de werkgroep zit.
Als individu komt biodiversiteitsverlies bovendien dichterbij dan men misschien denkt, zegt hij. ‘Dat zit soms in heel kleine dingen. Denk bijvoorbeeld aan vliegjes op de autoruit, dat is veel minder geworden door de jaren heen. Ik ben zelf een openwaterzwemmer en werd halverwege deze maand al geconfronteerd met blauwalg in het water.’
Wat het onderwerp ook lastig maakt volgens Arjan Ruijs, senior responsible investment officer bij Actiam, is dat het langzaam gaat, maar eenmaal voorbij het zogenoemde tipping point onomkeerbaar is. ‘Door de verscheidenheid aan thema’s valt het bovendien niet makkelijk te meten. Dit is anders bij klimaatverandering.’
De impact is daarnaast lokaal bepaald, vult Nozeman aan. ‘Voor het klimaat maakt het bij wijze van spreken niet uit waar de co2-uitstoot plaatsvindt, het heeft overal dezelfde impact. In het geval van biodiversiteit is dat anders. Je zou in Nederland omwille van biodiversiteitsoverwegingen bijvoorbeeld best kunnen besluiten om een stuk land met rust te laten zodat de natuur zichzelf weer kan herstellen.’
Risico’s voor asset owners
Specifiek voor asset managers en pensioenfondsen manifesteren risico’s zich op twee manieren. Investeringen in bedrijven die sterk afhankelijk zijn van ecosystemen, lopen risico als aantasting van ecosystemen en verlies van biodiversiteit de waarde van het bedrijf beïnvloeden. Daarnaast kan in het algemeen worden gesteld dat fondsen die over een langere tijdshorizon actief zijn, meer vatbaar zijn voor biodiversiteitsrisico’s dan fondsen die doorgaans binnen enkele maanden omzet genereren.
Maar hoe verhoudt dit zich tot langetermijnbeleggers als Actiam? Ruijs legt uit: ‘Bij de keuze of wij in een bedrijf gaan beleggen, is biodiversiteit een vast thema. Dus als een bedrijf zich negatief verhoudt tot de biodiversiteit dan wordt daar niet in belegd of gaan we een engagement-dialoog aan.’
Het systeemrisico van het passeren van het tipping point laat zich echter minder makkelijk vangen. ‘Dat systeemrisico is inderdaad juist waarom we deelnemen aan deze werkgroep.’ Zijn collega Colette Grosscurt vult aan: ‘Er zijn natuurlijk wel concrete cases waarin biodiversiteitsverlies een financieel- of kredietrisico vormt. Middels scenarioanalyses nemen we dit wel mee in beleggingsbeslissingen.’
Biodiversiteits-voetafdruk
Grosscurt zet zich in voor de ontwikkeling van een biodiversiteits-maatstaf: de biodiversiteits-voetafdruk. Sinds twee jaar werkt Actiam hiervoor samen met ASN Bank en CDC Biodiversité. Het belangrijkste knelpunt voor de ontwikkeling van een dergelijke maatstaf is het gebrek aan ketentransparantie.
‘We kunnen bijvoorbeeld wel zien dat er ontbossing plaatsvindt in Indonesië, maar het is moeilijk om te zien welke specifieke bedrijven daaraan gelieerd zijn. Dit is een systeem-weeffout van de globalisering van onze economische activiteiten.’
Daarnaast wordt in een sub-werkgroep gewerkt aan een rapport over de gevolgen van ontbossing. ‘Tachtig procent van alle landdieren en -insecten zijn afhankelijk van bossen. Dus als je die niet beschermt, dan kun je de biodiversiteit heel veel schade toebrengen. Er zijn bovendien al heel veel tools om dit te meten, maar dat weet een groot deel van de financiële sector niet en ook de urgentie ontbreekt. In het rapport dat we naar verwachting in augustus publiceren, maken we de risico’s van ontbossing inzichtelijk en laten we zien welke tools er beschikbaar zijn om deze risico’s te meten. We zullen daarnaast ook input geven voor financiële partijen om hier stappen in te blijven zetten’, besluit Nozeman.