Bluebell Capital Partners richt zijn pijlen op BlackRock, ‘s werelds grootste vermogensbeheerder, en zijn CEO Larry Fink. De Britse activistische belegger bekritiseert het bedrijf vanwege zijn “hypocrisie” over zijn ESG- en duurzaamheidspraktijken, terwijl het de aandacht vestigt op het feit dat het geen goed ESG-beheer uitoefent.
Het gedrag van de vermogensbeheerder dreigt “een belemmerende kracht” te worden voor het effectief functioneren van het kapitalisme, aldus de firma, die Fink oproept af te treden.
In een brief van zeventien pagina’s aan topman Larrry Fink (foto) en het bestuur van BlackRock stellen de co-hoofdinvesteerders van Bluebell, Giuseppe Bivona en Marco Taricco, dat BlackRock zijn standpunten over investeringen in de productie van thermische kolen meerdere malen heeft gewijzigd, terwijl het zich niet houdt aan zijn duurzaamheidsbeloften. ‘De tegenstrijdigheden en schijnbare hypocrisie van BlackRock’s acties hebben het ESG-debat gepolitiseerd’, schreef Bluebell. ‘De reputatieschade van het meeslepen in dit politiek beladen debat is naar onze mening zeer groot, omdat het de onafhankelijkheid van BlackRock als vermogensbeheerder in twijfel trekt.’
Bluebell dringt er specifiek bij het bestuur van BlackRock op aan om de rol van voorzitter en Chief Executive Officer te splitsen en een nieuwe CEO te benoemen die Larry Fink zou vervangen. ‘Met het doel de ESG-strategie te depersonaliseren van de meningen van de huidige voorzitter en CEO van BlackRock, die erin is geslaagd om de publieke opinie van drieëntwintig Amerikaanse staten te vervreemden in vertegenwoordiging van ongeveer 150 miljoen mensen.’
Risico op reputatie en greenwashing
Bluebell bezit ongeveer 0,01 procent van BlackRock, dat een marktwaarde heeft van 107 miljard dollar. ‘Als aandeelhouder van BlackRock maken wij ons steeds meer zorgen over het reputatierisico (inclusief greenwashing-risico) waaraan u de onderneming op onredelijke wijze hebt blootgesteld, waardoor er een kloof ontstaat tussen de ‘talk’ en de ‘walk’ op het gebied van ESG-beleggen; en het verzet dat wordt veroorzaakt door de ESG-strategie van BlackRock, die klanten van zich heeft vervreemd en ongewenste negatieve publiciteit heeft opgeleverd’, aldus de brief.
Bluebell merkte op dat BlackRock zijn standpunt over milieuvriendelijke aandeelhoudersresoluties bij mijnbouwgroep Glencore, het Belgische chemieconcern Solvay en het Italiaanse defensiebedrijf Leonardo niet heeft ondersteund. Solvay blijft kritiek krijgen over de jaarlijkse lozing in de Middellandse Zee van meer dan 250.000 ton gesuspendeerde vaste stoffen uit zijn natriumcarbonaatfabriek in Rosignano, Italië, die een grote hoeveelheid zware metalen bevatten. Bluebell had gelobbyd voor het stopzetten van deze uitstoot, een plan dat niet werd gesteund door BlackRock. In september echter had Bluebell het management van Solvay overtuigd om deze uitstoot aan te pakken.
‘Een duidelijk bijproduct van ons engagement was het bewijs hoe weinig de grootste aandeelhouders van Solvay (BlackRock is de grootste en meest uitgesproken op het gebied van milieuduurzaamheid) hadden bereikt met betrekking tot de milieuagenda van Solvay, in verhouding tot het succes dat de kleinste aandeelhouder van Solvay (Bluebell Capital is de kleinste) had geboekt. Wij zien niet in hoe deze feiten te rijmen zijn met de retoriek in uw jaarlijkse brieven ‘Beste CEO’s’ en ‘Beste klanten’’, schreef de activistische belegger aan Fink.
‘Obstructieve kracht’
‘Als BlackRock haar macht over corporate governance niet naar behoren uitoefent - of erger nog, de macht gaat uitoefenen bij het nastreven van een politieke agenda (d.w.z. klimaat- en energiebeleid) - dan wordt BlackRock een obstructieve kracht voor de effectiviteit van bedrijven en meer in het algemeen voor het effectief functioneren van het kapitalisme’, vertelde Bluebell aan Fink.
In haar antwoord zei BlackRock dat Bluebell ‘in de afgelopen 18 maanden een aantal campagnes heeft gevoerd om hun klimaat- en bestuursagenda te promoten’. ‘BlackRock Investment Stewardship steunde hun campagnes niet, omdat we ze niet in het beste economische belang van onze klanten vonden.’