Beleggers in emerging market debt hoeven voorlopig geen hoge koerswinsten te verwachten. Voor de tweede jaarhelft zijn bedrijfsobligaties in harde valuta favoriet.
Dit zegt Bryan Carter, hoofd emerging market fixed income bij BNP Paribas Asset Management, in een interview met Investment Officer, het Belgische zusterplatform van Fondsnieuws.
Carter benadrukt dat de rendementen voor schuldpapier uit opkomende markten, afhankelijk van de index waar je naar kijkt, year to date 8 tot 12 procent bedragen. ‘Dat zijn relatief hoge rendementen en als gevolg hiervan zijn de rentevoeten nu het laagst in tijden. We hoeven daarom in het tweede halfjaar geen spectaculaire ontwikkelingen meer te verwachten.’
Het eerste half jaar was volgens Carter overdreven goed. Voor het tweede half jaar is hij meer defensief ingesteld en geeft hij de voorkeur aan obligaties in harde valuta’s boven lokale valuta’s.
‘Bedrijven hebben betere fundamentals’
Qua thema’s stelt Carter voorop dat qua emittenten ‘EM bedrijven doorgaans betere fundamentals hebben dan overheden. Hun governance is vaak ook beter en zij zijn vaak minder afhankelijk van de directionele evolutie van staatspapier. Vooral in Azië, met name India en China, zijn er nog interessante mogelijkheden.’
Voor staatspapier kijkt Carter momenteel vooral naar landen in het Midden-Oosten. ‘Die zijn nu ook opgenomen in de belangrijkste benchmarks zoals die van JP Morgan. Landen zoals Saudi-Arabië en Koeweit zijn voorbeelden daarvan.’
Frontier markten
Voor de frontier markten toont de beheerder zich voorzichtiger. Hij zegt: ‘Daar zijn toch ernstige duurzaamheidsuitdagingen bij een aantal landen. Ze hebben teveel schulden en hebben het nu moeilijk om deze terug te betalen. Daar moeten we erg kieskeurig zijn en de exposure actief beheren.’
‘ESG-integratie voegt geen alfa toe’
Opvallend is dat Carter stelt dat het niet duidelijk is of ESG-integratie alfa toevoegt: ‘Er zijn geen studies die dit uitwijzen. Maar dat kan in de toekomst wel veranderen. Er zullen dan veel meer onzekerheden zijn over bijvoorbeeld het milieu en het sociale element.’
‘Qua governance vertonen veel overheidsinstellingen nu lacunes en staan criteria zoals persvrijheid en dergelijke nog wel eens onder druk. In de toekomst zal een ESG-beoordeling dus nog van veel meer belang zijn en een core onderdeel worden van het beleggingsproces’, vult Carter aan.
Verder meent hij dat er qua klimaatverandering al een focus moet zijn bij de implementatie en het engagement. ‘Als landen achterop raken, kunnen zij een downgrade verwachten. Neem Brazilië. Data toont aan dat het land erg goed scoort op ESG-criteria, maar de nieuwe regering heeft zich teruggetrokken uit het Klimaatakkoord van Parijs. De ontbossing van het Amazonegebied zal nu waarschijnlijk weer doorgaan.’
ESG-model
Carter legt uit dat het ESG-model van BNPP AM 89 individuele indicatoren bevat, de meeste op het gebied van G (governance) en S (sociale aspecten). ‘Alle 90 landen die tot het EM-universum behoren, worden betrokken in onze duurzaamheidsanalyse.’
Green bonds
Over green bonds zegt Carter: ‘De markt is de jongste jaren exponentieel gegroeid. De marktkapitalisatie is nu groot genoeg en er zijn voldoende uitgiftes om een green bond portefeuille samen te kunnen stellen. Probleem blijft nog altijd de normen ten aanzien van wat een green bond is. Elke emittent moet zeer transparant zijn over de inzet van de opgehaalde middelen. Daar knelt het wel eens.’
Carter en zijn team zijn zeer beducht op greenwashing: ‘We vragen in een impact assessement bewijs van het gebruik van het geld. Er moet transparantie zijn. Indien een emittent hier niet aan kan voldoen, verkopen we de obligatie en zetten we de emittent op een blacklist. De afgelopen twee jaar voldeed maar liefst de helft van de nieuwe EM green bond-emissies niet aan de normen. Er is dus nog een probleem met transparantie.’