De Amerikaanse zakenbank JP Morgan Chase & Co gaat honderden van zijn arbeidsplaatsen in Europa verplaatsen van Londen naar drie andere Europese steden, niet zijnde Amsterdam. Het worden Dublin, Frankfurt en Luxemburg.
De Amerikaanse zakenbank breidt zijn bestaande activiteiten in bovengenoemde steden uit om klaar te zijn voor het moment dat Brexit een feit is en Groot-Brittannië geen deel meer uitmaakt van de Europese Unie. Daarna kijkt Morgan Chase nader naar de gevolgen van Brexit en de verhuizing van activiteiten en mensen naar steden binnen de Europese Unie, zegt Daniel Pinto, hoofd investment banking van JP Morgan Chase tegenover Bloomberg.
Hoewel zowel Parijs als Amsterdam achter de schermen hun best doen om te profiteren van Brexit, ziet het er vooralsnog naar uit dat financiële instellingen voor andere alternatieve lokaties kiezen voor de City. Topman Jamie Dimon van JP Morgan zei eerder dat 4.000 anen in Londen op de tocht staan. Essentieel daarbij is of er de Britse regering met de Europese Commissie overeenstemming weet te bereiken over de formele omgang met paspoorten van mensen die in Groot-Brittannië woonachtig (en werkzaam) zijn.
Eerder maakte Deutsche Bank al bekend 4.000 arbeidsplaatsen uit Londen terug te trekken, Goldman Sachs heeft aangekondigd begin volgend jaar bekend te maken hoe de verhuizing uit Londen eruit ziet. Het is niet de verwachting dat deze banken voor Amsterdam zullen kiezen. Favoriet zijn Dublin en Frankfurt.
Volgens de Europese denktank Bruegel zou Londen 10.000 banen in de bankensector kunnen verliezen en nog eens 20.000 arbeidsplaatsen in de financiële sector. Anderen komen tot een verlies aan arbeidsplaatsen voor Londen van tussen de 40.000 en 230.000.
Dat Dublin, Frankfurt en Luxemburg favoriet zijn, verbaast niet. Dublin en Luxemburg hebben een hub-functie voor zowel asset managers als banken, terwijl Frankfurt vestigingsplaats is van de ECB en van de grootste beurs van het Europese continent. Bij de aantrekkingskracht van Nederland speelde in een eerder stadium ook mee dat de regering-Rutte grenzen heeft gesteld aan beloning en bonussen van werknemers.