De in Groot-Brittannië gevestigde asset managers hebben zich vrijwel zonder uitzondering goed voorbereid op de Brexit, waarvan de overgangsperiode met ingang van 1 januari 2021 zal zijn geëindigd. Het zwaard van Damocles is echter het fenomeen van “Delegation rights”, die op de lange termijn ‘niet in steen zijn gehouwen’.
Dat zegt Maarten Slendebroek, die voorzitter was van een door het Britse ministerie van Financiën opgerichte werkgroep, de zogenoemde “UK Funds Regime Working Group”. Slendebroek, woonachtig in Londen, was tot vorig jaar CEO van Jupiter Asset Management en is thans chairman van Robeco.
Distributiemodel opgezet
Slendebroek wijst er in een gesprek met Fondsnieuws op dat de in Groot-Brittannië gevestigde fondsindustrie met twee korte en één lange termijn-uitdaging wordt geconfronteerd. Voor de korte termijn speelt dat asset managers diensten en producten aan klanten binnen de Europese Unie willen blijven leveren na 31 december van dit jaar als de overgangsperiode na de Brexit formeel wordt afgesloten. Het kan dan zijn dat Britse dienstverleners hun EU-klanten dan niet langer van buiten de gemeenschappelijke unie kunnen bedienen.
Maar Slendebroek stelt dat ‘letterlijk iedereen in de industrie een distributiemodel heeft opgezet, bij voorbeeld met Sicavs in Luxemburg, zodat de distributie van producten en strategieën in de Europese Unie gewoon kan blijven doorgaan. Dat is natuurlijk het grote voordeel van deze sector. Zij kent relatief grote, grensoverschrijdende partijen, die ook in de Europese Unie zelf actief zijn. Bovendien gaat het om “intangibles”, die je kan leveren ongeacht de locatie van je productie of dienstverlening.’
Wat dat betreft hebben fondshuizen zich, conform de waarschuwingen die Europese en nationale toezichthouders daar al geruime tijd over geven, goed voorbereid op de periode ná 31 december 2020, als Brexit formeel een feit is en de overgangsperiode - zoals het er nu naar uitziet - ten einde loopt. Dezer dagen komen de EU-regeringsleiders daarover in een topconferentie bijeen.
“Delegation rights”
Het zwaard van Damocles dat echter boven de sector hangt, luistert naar de term “delegation rights”. Daarin is bepaald dat beleggingsfondsen en andere beleggingsproducten, zoals ETF’s, opgezet en geregistreerd kunnen zijn in Luxemburg of Ierland, maar dat het management ervan bij contract overgedragen kan zijn aan een partij in Groot-Brittannië of elders buiten de EU.
Aan die delegatierechten is tot dusver niet gemorreld, maar Slendebroek zegt dat de in Londen gevestigde industrie er niet helemaal gerust op is. Hij verwijst naar Steven Maijoor, de vertrekkende topman van Esma, de Europese toezichthouder. Hij heeft in augustus herhaald dat de “delegation rights” van kracht blijven, maar waarschuwde hij: ‘er gaan toenemende operationele en toezichthoudende risico’s mee gepaard.’ Esma vreest dat de rechten van beleggers in de EU ondermijnd worden door groeiende divergentie in de (toepassing en handhaving van de)regels.
Rechten op losse schroeven
Als die delegatierechten op losse schroeven komen te staan, wat in de laatste fase van het onderhandelingsproces tussen Brussel en Londen niet onwaarschijnlijk is, dan heeft de sector een groot, acuut probleem.
Uitgesloten is dat niet. Nu al speelt en vergelijkbaar probleem met pensioenfondsen en verzekeraars in Frankijk, Italië, maar ook in Nederland, die zeggen dat zij niet een mandaat willen verstrekken aan partijen als asset managers die buiten de jurisdictie van de Europese Unie verblijven. ‘Met dergelijke partijen willen sommige partijen geen zaken meer doen en wordt de opstelling van nieuwe contracten geëist’, zegt Slendebroek. ‘Dat probleem wordt steeds manifester’, zegt hij.
Hetzelfde speelt bij beleggingsdienstverlening door in Groot- Brittannië gevestigde partijen die een rol spelen bij doorlopende niet-geclearde OTC-derivatencontracten. Vooral in Nederland, zo blijkt uit data van DNB, blijkt dat deze derivatenblootstellingen nog altijd fors zijn. Daarbij gaat het onder meer ook om pensioenfondsen.
DNB heeft al gewaarschuwd dat deze (derivaten)contracten naar EU-entiteiten van de Britse dienstverleners op 31/12/2020 moeten zijn omgezet naar EU-recht, om partijen zoals pensioenfondsen te kunnen blijven bedienen.
Kapers op de kust
Voor de langere termijn, zo stelt het rapport van de werkgroep waarvan hij voorzitter was, maakt de sector zich zorgen over de positie van Londen als Europees financieel centrum. ‘Groot-Brittannië is wereldkampioen fondsmanagement, maar niet voor wat betreft het domicilie van fondsregistratie. Dat is in de loop van de tijd kwijt geraakt aan Luxemburg en Dublin. We vragen ons nu af hoe we bij Ucits en Sicavs zo de boot hebben kunnen missen.’
Slendeboek stelt dat de sector niet denkt dat die fondsregistratie nog terugveroverd kan worden. ‘Daarom wil men zich gaan richten op innovatie, zoals fintechs, fondsen die op lange termijnbeleggingen zijn gericht, groene fondsen etc. Het Verenigd Koninkrijk wil daar het epicenter van worden. Dat kan ook. Maar tegelijkertijd is het een feit dat er veel kapers op de kust zijn en het land geen onderdeel meer is van de EU.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws: