Warren Buffetts beoogde opvolgers zijn er afgelopen jaar beiden niet in geslaagd de S&P 500 te verslaan.
Dat schrijft het Amerikaanse zakenmagazine Fortune op haar website.
Aandelen als General Motors en Viacom deden Ted Weschler en Todd Combs de das om. Beide zijn in dienst bij Berkshire Hathaway, de investeringsmaatschappij van Buffett. Combs stelde het meest teleur. Zijn portefeuille daalde zelfs 0,3 procent in waarde.
Dat zal in slechte aarde zijn gevallen bij Buffett, die eerste vuistregel hanteert dat je nooit geld mag verliezen. Zijn tweede regel is om nooit de eerste regel te vergeten.
Weschler deed het afgelopen jaar wat beter. Met zijn aandelen behaalde hij een rendement van 6,7 procent. Ook dat was echter niet genoeg om de S&P 500 te verslaan die iets meer dan 11 procent steeg. Opbrengsten uit dividend zijn in de berekening door Fortune niet meegenomen.
Vorig jaar april roemde Buffett nog de prestaties van de twee managers in zijn jaarlijkse brief aan aandeelhouders. Zowel Combs als Weschler hadden op dat moment de markt voor het tweede jaar op rij ‘met gemak’ verslagen.
Chicago Bridge & Iron
In drie jaar op rij de markt verslaan slaagden ze dus niet. Het aandeel dat het meest drukte op de performance van Combs’ portefeuille was Chicago Bridge & Iron. Het aandeel van dit in Nederland gevestigde bouwbedrijf actief in de olie- en gasindustrie halveerde afgelopen jaar in waarde. Ook telecombedrijf Viacom was met een negatief rendement van 15 procent een belangrijke miskleun.
Weschlers grootste ‘bleeder‘ was autofabrikant General Motors. Dit aandeel daalde 15 procent als gevolg van massale terugroepacties.
Buffett staat dit jaar vijftig jaar aan het roer van Berkshire Hathaway. Er wordt daarom druk gespeculeerd dat dit wel eens het jaar zou kunnen zijn waarin hij het stokje doorgeeft.