Richard Kaye, beheerder van het Comgest Growth Japan-fonds, kan zijn optimisme voor Japanse aandelen nauwelijks in toom houden. Onder meer de terugkeer van de Japanse belegger naar zijn eigen markt kan voor een ware boom zorgen. Hij kiest wel volop voor het nieuwe Japan en laat het oude, met als speerpunt de auto-industrie, links liggen.
Richard Kaye, 24 jaar actief in Japan, laat er geen gras overgroeien en stelt dat hij nog nooit zo optimistisch was over Japanse aandelen. Hij wijst meteen enkele redenen aan die volgens hem te weinig aandacht krijgen. ‘Belangrijk is dat Japanse institutionele beleggers zoals private pensioenfondsen na een twintigjarige afwezigheid terug naar de eigen markt komen. De gehele voorgaande periode zijn ze bang geweest van hun eigen markt door het uiteenspatten van de zeepbel eind de jaren ‘80. Daarenboven ligt het aantal retailbeleggers, dat voor het eerst in de beurs wil stappen, op recordhoogte ligt. De vijf Japanse onlinebrokers kunnen de vraag niet aan en men moet 20 dagen wachten vooraleer een rekening kan worden geopend. Japan koopt Japan kort samengevat.’
En de traditionele kopers: de centrale bank en het Nationale Pensioenfonds? ‘Die zijn ook nog koper maar met veel kleinere volumes dan voorheen. De private pensioenfondsen hebben duidelijk de fakkel overgenomen en aangezien vandaag slechts 1 procent van hun portefeuille uit lokale aandelen bestaat, is het groeipotentieel aanzienlijk.’ De Japanse beheerder stipt nota bene aan dat sinds begin dit jaar er via ETF’s al 3,4 miljard USD naar Japanse aandelen is gevloeid en de helft daarvan afkomstig is van Japanse beleggers. ‘Ze hebben in de crisis een opportuniteit gezien.’
Achtergebleven
Een andere reden is volgens Kaye dat het coronavirus Japan veel minder heeft geraakt dan in andere ontwikkelde landen en de economische impact dan ook beperkt is. ‘En buiten Japan is men zich door de beperkte berichtgeving niet goed bewust van deze gunstige situatie. Rekening houdende hiermee lijkt het me een interessant moment om in Japanse aandelen te stappen.’
Toch bleven de Japanse beursindices sinds het herstel van midden maart achter op andere markten. ‘Japan is nog steeds een verkeerd begrepen land, economie en markt,’ benadrukt de Comgest-specialist. ‘Vergeet daarenboven niet dat Japanse beursindices het gedurende 20 tot 30 jaar slechter hebben gedaan dan andere ontwikkelde markten en dat blijft bij beleggers hangen. En dat was ook de laatste 5 jaar het geval, zelfs al zijn Japanse bedrijfswinsten veel sterker zijn gegroeid dan de Amerikaanse.’ Volgens Kaye is de Japanse aandelenmarkt dus constant relatief goedkoper geworden. En die decorrelatie wordt steeds meer opgemerkt, vooral dan door de Japanners zelf.
Twee belangrijke thema’s
Voor Richard Kaye bieden Japanse aandelen een uitstekende springplank om op de langetermijngroei van Azië in te spelen omdat 60 à 70 procent van de winst van Japanse bedrijven buiten Japan wordt gegenereerd en het leeuwendeel uit Azië komt. ‘Over het algemeen zijn dit type van Japanse bedrijven goedkoper dan hun Aziatische evenknieën, is er een hogere liquiditeit, een beter bestuur en een langer trackrecord. Opvallend is ook dat veel van die bedrijven de voorbije weken een positief verhaal konden vertellen dankzij het herstel in onder meer China, Vietnam, Taiwan en andere landen uit de regio.’
Een ander belangrijk thema is volgens de Comgest-beheerder de grondige verandering van de Japan maatschappij zelf. ‘Dat brengt weer extra opportuniteiten met zich mee. Vooral innovatieve bedrijven profiteren daar enorm van zoals bijvoorbeeld GMO dat actief is op het vlak van virtueel en zonder cash betalen. Maar ook Japanse bedrijven die inzetten op consolidatie en het verbeteren van efficiëntie spinnen momenteel volop garen.’
Het oude Japan is te mijden
Kaye wijst erop dat deze twee thema’s worden genegeerd en beleggers, die voor het eerst in jaren weer in Japan willen beleggen, de verkeerde vragen stellen. ‘Ze willen weten of Toyota of Japanse banken interessant geprijsd zijn. Deze industrieën staan voor het oude Japan en kennen een structurele neergang. Ze profiteren niet van de groei in Azië en spelen te weinig in op de veranderende trends. Het is spijtig dat de verschillende Japanse beursindices nog altijd voornamelijk bestaan uit het oude Japan zoals de auto-industrie, banken, grote chemische bedrijven, makers van grote machines, handelsgroepen zoals Mitshubishi Corporation en scheepvaartbedrijven. En het valt dan ook te betreuren dat velen Japanse ETF’s kopen. De kans is groot dat de winstgroei zal ontgoochelen en de ETF in kwestie zal achterblijven.’
Eigen portefeuille
Met het Comgest Japan Equities-fonds, dat 11 jaar bestaat, speelt Richard Kaye volop in op de Azië-strategie en laat hij het oude Japan links liggen. En dat werpt zijn vruchten af want sinds begin dit jaar doet hij 11 procent beter dan de brede Topix-index. ‘Er zijn zo’n 300 à 400 aandelen van de in totaal 2000 Japanse beursgenoteerde bedrijven waar we afgaande op de stevige historische groei en return on capital zouden kunnen in beleggen maar onze portefeuille bestaat uit slechts 30 à 35 namen. We proberen enkel de beste bedrijven van deze lijst te selecteren door ons te baseren op kapitaaldiscipline, de aantrekkelijkheid van het businessmodel en de concurrentiekracht. Eigenlijk zoeken we bedrijven die we voor altijd kunnen aanhouden. Een vijfde van onze portfolio hebben we voor meer dan 10 jaar in de portefeuille.
Aandelen waar Kaye in belegt, hebben een hoger dan gemiddelde koers-winstverhouding, namelijk tussen de 25 en 30, terwijl het gemiddelde van de Japanse beurs 12 keer de winst bedraagt. ‘We hebben altijd een 100 procent-premie gehad tegenover het gemiddelde. Dit is gerechtvaardigd gezien de hogere groeivoet van onze bedrijven. Maar dat betekent eigenlijk niets want het oude Japan zorgt voor de scheeftrekking. Deze moeten goedkoop zijn omdat ze waarde vernietigen.’
Bedreigingen?
Dat Kaye positief is tegenover Japan staat buiten kijf maar zijn er ook bedreiging die het verhaal onderuit zouden kunnen halen? ‘De grootste bedreiging is een handelsoorlog tussen de VS en Japan, niet het Chinees-Amerikaanse dispuut. Japan heeft zelfs geprofiteerd van dit laatste omdat sommige Japanse bedrijven marktaandeel wonnen omdat hun Amerikaanse concurrenten buitenspel werden gezet. Een bedreiging zou dus zijn als de Amerikanen plots tarieven op Japanse producten zouden invoeren. En met president Trump bestaat die mogelijkheid altijd.’
Kaye vermeldt echter dat Japan zijn handelsoorlogen reeds heeft gehad en dankzij deze ervaring weet hoe ermee om te gaan. ‘In de jaren ’70 en ’80 kreeg het reeds te maken met Amerikaans protectionisme. En als tegenzet heeft Japan toen massaal productiefaciliteiten in de VS gebouwd. De machinemaker Komatsu bijvoorbeeld produceert bijna evenveel in de VS dan Caterpillar. Vermeldenswaardig is dat de dag Trump werd verkozen, en de beurzen zwaar terugvielen, de Japanse eerste minister Shinzo Abe hem reeds ontmoette in de Trump-toren. De VS is al 40 jaar lang de belangrijkste handelspartner van Japan!’