CGL_0853b.jpeg

De voorbije 20 jaar was het eenvoudig als belegger in gemengde fondsen: wanneer de markten het goed deden, zorgden aandelen voor rendement en als ze terugvielen, waren obligaties daar om voor return te zorgen.

Dat is volgens Arno Norro (foto), investor relations manager bij de Franse vermogensbeheerder Comgest, vandaag niet meer vanzelfsprekend en moet de belegger op zoek naar alternatieven. En waarom niet aan de hand van dynamische hedgingposities waarvan het Comgest Growth Global Flex-fonds gebruik maakt.

Bescherming obligaties verdwenen 

Het is een bewogen jaar geweest voor aandelenbeleggers en dan zeker voor defensief ingestelde beleggers. ‘Niet alleen kregen ze met aanzienlijke aandelenverliezen af te rekenen maar ook het obligatiegedeelte, dat hen normaal zou moeten beschermen in slechte tijden, gaf niet thuis en zadelde hen met extra verliezen op.’ De wijdverspreide 60/40-portefeuille kende zijn slechtste jaar ooit, net als andere gemengde fondsen zoals de 50 procent obligaties/50 procent aandelen die zeer populair zijn in België. Een dergelijke correlatie tussen obligaties en aandelen is zelden gezien. ‘De torenhoge inflatie waardoor centrale banken snel zijn beginnen schakelen op rentevlak, lag aan de basis hiervan.’ 

GRaf

En de vraag die veel beleggers zich nu moeten stellen, zijn obligaties nu nog die kurk waarop langetermijnbeleggers kunnen drijven als aandelen het begeven en de inflatie historisch hoog zou blijven. ‘Want weinig beleggers hebben nog de jaren ’70 meegemaakt toen er een langdurig hoge inflatie was en er een langdurige positieve correlatie was tussen aandelen en obligaties,’ duidt Arno Norro aan.

‘De meeste beleggers herinneren zich echter enkel de negatieve correlatie van de afgelopen jaren.’ Vandaag zijn er echter redenen om aan te nemen dat de inflatie hoger zal blijven dan afgelopen jaren want er zijn volgens hem heel weinig investeringen geweest in broodnodige sectoren terwijl de energietransitie, de ESG-revolutie en tekorten in de arbeidsmarkten hogere prijzen ondersteunen. ‘In elk geval is het een gevaarlijke assumptie om te stellen dat de inflatie snel weer onder de 2 procent zal komen.’

Alternatieven

Veel beleggers zijn niet blind voor dit alles en gingen op zoek naar alternatieven. Norro stipt aan dat velen extra risico’s zochten door te beleggen in beperkt liquide beleggingen zoals private equity, onroerend goed en alternatieve obligaties. ‘Zeker als het gaat om niet beursgenoteerde beleggingen, die niet op dagbasis worden gewaardeerd, leidt dit tot een lagere volatiliteit van de portefeuille, een kunstmatige eigenschap waar onterecht veel waarde aan wordt toegekend. Het gebrek aan liquiditeit van veel van deze alternatieven brengt daarnaast grote gevaren met zich mee in perioden van stress op kapitaalmarkten zoals nu.’

Andere beleggers kiezen er dan weer voor om hun allocatie in aandelen op te hogen. ‘Aandelen zijn immers liquide en bovendien kunnen bepaalde bedrijven prijsstijgingen doorrekenen indien de inflatie onverhoopt hoog blijft. Maar een belangrijk nadeel van aandelen is dat ze grote tussentijdse drawdowns kennen. Over de afgelopen vijftien jaar was de grootste daling van de top naar de bodem in de MSCI-wereldindex in een behoorlijk aantal jaren meer dan 20 procent. Een dergelijke terugval is voor veel beleggers met een gebalanceerd risicoprofiel veel te groot.’

Dynamische hedgepositie

Norro is van mening dat er andere oplossingen voor defensieve en neutrale beleggers zijn om de portefeuille mee te diversifiëren. Hij wijst daarvoor naar het Comgest Growth Global Flex fonds dat de aandelen- en valutablootstelling kan hedgen.

‘Enerzijds beleggen we in kwaliteitsaandelen die op lange termijn beter zouden moeten doen dan de markt en in berenmarkten en recessies minder zouden moeten terugvallen dan de index. Dat zijn aandelen van bedrijven die minder conjunctuurgevoelig zijn, pricing power en concurrentievoordelen hebben en een stabielere winstgroei hebben. Het fonds volgt met andere woorden de aandelenstrategie van het huis.

Anderzijds hedgen we op basis van ons kwantitatief model de belangrijkste regionale aandelenindices als we dat nodig achten. Om te bepalen welke indices we moeten indekken, baseren we ons op de regionale blootstelling die we met onze aandelenposities hebben opgebouwd. Ook de belangrijkste valuta’s kunnen we hedgen als ons model daarvoor het licht op groen zet.’ Norro voegt er nog aan toe dat ook nog wordt gewerkt met een derde hedgingstrategie die de zogenaamde tail risk moet beperken. ‘Die werkt vooral in periodes van capitulatie zoals tijdens de start van de pandemie.’

Norro legt uit dat de afdekking voor zowel de aandelenindices als de valuta varieert tussen 0 en 100 procent. ‘Deze Global Flex-strategie streeft ernaar de terugval te beperken tot maximaal 15 procent en de jaarlijkse volatiliteit onder de 8 procent te houden. Tegelijk is de doelstelling om 60 procent van de stijging van de markten mee te nemen en als het misgaat willen we slechts 40 procent van de daling mee uitzitten.’

Op het vlak van risico/rendement-profiel komen we dan in de buurt van het eerder aangestipte traditionele 60/40-beheer.’ En uiteindelijk door al deze hedging bouwen we het gemiddelde risico af zodat we het fonds aan defensieve beleggers kunnen voorleggen.’ En hoe werkt het model? ‘Het bekijkt verschillende parameters zoals bijvoorbeeld momentum, sentiment, kredietspreads, risicopremies en volatiliteit, vooral dan in de optiemarkten omdat dit veel over de markten zegt.’

Ten slotte geeft Norro nog aan dat onder andere door de nauwere kredietspreads op de obligatiemarkten de hedging van het fonds de voorbije weken enigszins is afgebouwd. 

Comgest Growth Global Flex

ISIN-code: institutionele versie (IE00BZ0X9Q28) of retailklasse (IE00BDZQRB35)

Activa onder beheer: 67 miljoen EUR

Rendement YTD: -11,8%

Rendement 5 jaar (geannualiseerd): 3,59%. 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No