Luxemburgse bijkantoren van beleggingsondernemingen en financiële instellingen met hoofdkantoor elders in de Europese Unie moeten vanaf dit jaar hun accountants vragen een onafhankelijk verslag op te stellen over de maatregelen die zij nemen om het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te voorkomen.
Net na Kerstmis kondigde de financiële toezichthouder van het Groothertogdom, de CSSF, een bijgewerkte versie aan van zijn richtsnoeren voor de wet van 2007 die van toepassing is op bijkantoren in buitenlandse handen in de financiële dienstensector. De nieuwe richtsnoeren volgen op de vorig jaar voltooide herziening door de CSSF van het Luxemburgse toezicht op de bank- en beleggingssector.
Deze herziening wordt gezien als een modernisering van de Luxemburgse toezichtbenadering die bekend staat als het Long Form Report. Ook wordt de rapportage uitgebreid met de wijze waarop ondernemingen de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (Mifid 2) en de EU-richtlijn betreffende betalingsdiensten (PSD2) ten uitvoer hebben gelegd.
In haar nieuwe richtsnoeren voor buitenlandse bijkantoren, wettelijk bekend als CSSF-circulaire 22/827, onderstreept de autoriteit dat bijkantoren in buitenlandse handen ook het Luxemburgse antiwitwaskader en de sanctievereisten moeten naleven, en dat zij als toezichthouder wettelijk gerechtigd is beperkende maatregelen te nemen wanneer een bijkantoor niet aan de wettelijke vereisten voldoet.
Verplichte vragenlijst
Net als in Luxemburg gevestigde ondernemingen en instellingen, zijn bijkantoren nu ook verplicht jaarlijks digitaal een zelfbeoordelingsvragenlijst in te vullen en door een externe accountant te laten controleren op ‘de naleving van de regels ter voorkoming van het witwassen van geld en ter bestrijding van terrorisme (AML/CFT) en van de toepasselijke gedragsregels bij het verlenen van beleggingsdiensten/activiteiten en nevendiensten aan cliënten’, aldus de CSSF in zijn richtsnoeren.
De vragenlijst moet een overzicht geven van de operationele structuur, een beschrijving van de aangeboden beleggingsdiensten en financiële instrumenten en gedetailleerde informatie over de distributie en het cliëntenbestand.
De nieuwe richtsnoeren verduidelijken ook de reikwijdte van de bevoegdheden van de CSSF. Terwijl de nationale toezichthouder van het land van herkomst van een onderneming verantwoordelijk is voor het toezicht op de diensten van haar bijkantoren, valt het toezicht op ‘beleggingsdiensten/activiteiten en nevenactiviteiten onder de verantwoordelijkheid van de CSSF’, aldus de richtsnoeren.
Verwijzend naar zijn taken op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld, heeft de CSSF een extra alinea aan zijn richtsnoeren toegevoegd om duidelijk te maken dat het onderzoeken en inspecties ter plaatse bij buitenlandse bijkantoren kan uitvoeren op verzoek van de autoriteit van het land van herkomst van de onderneming.
Dit artikel verscheen eerder op Investment Officer Luxembourg.