Dollars
bills-cash-collection-47344.jpg

Lenen in dollars is relatief goedkoop, vooral voor bedrijven en overheden in opkomende markten. Maar het is niet altijd fijn om van dollars afhankelijk te zijn. De status van de ‘greenback’ als wereldreservemunt brokkelt af.

Het is een opvallende trend: steeds als de waarde van de dollar stijgt, krijgen opkomende markten klappen. In de praktijk gaat een waardestijging meestal gepaard met een krapper monetair beleid in de Verenigde Staten. Het wordt daarom duurder om te lenen in dollars, iets wat bedrijven en overheden in veel opkomende markten graag doen. 

Maar het nadeel van duurdere leningen wordt niet gevolgd door het voordeel van goedkoper exporteren. Dat komt doordat veel opkomende markten onderling niet in elkaars valuta factureren, maar in dollars. ‘Het bedrag dat jaarlijks wereldwijd in dollars wordt gefactureerd is een factor 4,7 hoger dan het aandeel van de VS in de wereldwijde vraag. Voor de euro is dit maar 1,2’, zegt Craig Botham, econoom opkomende markten bij Schroders.

Volgens recent onderzoek leidt een stijging van de waarde van de dollar van 1 procent door dit nadelige effect zelfs tot een daling van de internationale handel van 0,6 - 0,8 procent.

Hoewel lenen in dollars om allerlei redenen goedkoper kan zijn dan lenen in andere valuta’s, heeft het dus ook nadelen. Vraag dat maar aan een willekeurige Turk of Argentijn. Hun beider landen hebben hun munt de afgelopen maanden zien kelderen, vooral door de afhankelijkheid van dollarfinanciering. 

Toch zijn er goede redenen voor de dominantie van de dollar in het internationale financiële systeem. De Amerikaanse financiële markten zijn veruit de grootste en meest liquide ter wereld en de Amerikaanse centrale bank wordt alom gerespecteerd om zijn onafhankelijke beleid. 

Beleggers en bedrijven eisen in ruil voor het accepteren van dollars als betaalmiddel echter wel dat de Verenigde Staten bijdragen aan monetaire stabiliteit, zowel in de VS zelf als internationaal. En juist daar wringt de schoen, zegt Sylvester Eijffinger, hoogleraar financiële markten aan Tilburg University en net terug uit de Verenigde Staten waar hij een halfjaar gasthoogleraar was aan Harvard University. ‘De monetaire stabiliteit in de VS is ondergraven door een gebrek aan begrotingsdiscipline. De staatsschuld als percentage van het bbp gaat zeker naar 120 procent (van 105 procent in 2017). De effecten van het beleid van Trump zijn op korte termijn gunstig, maar op lange termijn bepaald niet.’

Druk op de Federal Reserve

Daarmee doelt Eijffinger ook op de druk die president Trump uitoefent op Fed-president Jerome Powell om rustig aan te doen met renteverhogingen. Hij kan dat doen, omdat de Fed niet zo onafhankelijk is als bijvoorbeeld de Europese Centrale Bank. Zo is Powell door Trump benoemd.

De speech die Powell in augustus in Jackson Hole gaf, lijkt er inderdaad op te duiden dat Powell niet ongevoelig is voor politieke druk. De Fed-voorzitter repte toen met geen woord over nieuwe renteverhogingen, maar benadrukte de bereidheid van de Fed de rente weer te verlagen als het economisch minder gaat. Eijffinger: ‘De positie van de dollar als sleutelvaluta zal daardoor verzwakken. Hoe snel dat gaat gebeuren weten we niet, maar dát het gaat gebeuren is wel zeker.’ 

Maar de grootste dreiging voor de dominante positie van de dollar zit misschien wel in het verlies aan ‘soft power’ van de Verenigde Staten. ‘Door het beleid van Trump en het verlies van internationale geloofwaardigheid wordt die soft power in rap tempo ondergraven. Dat zal onherroepelijk effect hebben op de geloofwaardigheid van de dollar’, zegt Jan Dehn, hoofd onderzoek bij opkomendemarktenspecialist Ashmore.

Dehn: ‘Trump is in rap tempo bezig de funderingen van het internationale financiële systeem te ondermijnen. Hierdoor lijkt hij nu heel machtig, maar hij brengt zo van binnenuit de internationale leiderschapspositie van de VS in gevaar.’

Volgens Dehn realiseren mensen zich onvoldoende dat we aan de vooravond van een wereldwijde machtstransitie staan. ‘De financiële markten werden aan de vooravond van WO I beheerst door Groot-Brittannië, en niemand stond erbij stil dat daar ooit een einde aan zou kunnen komen. We zijn nu op precies zo’n moment aanbeland.’

Maar wie zal de regie dan van de VS overnemen, en op welke termijn? ‘Er breekt nu een onzekere periode aan zonder eenduidig leiderschap’, denkt Dehn. Maar uiteindelijk zal China de leiderschapspositie van de VS overnemen. ‘In 2050 is de Chinese economie drie keer zo groot als die van de VS. Bovendien maakt China er werk van om internationaal leider te worden op het gebied van vrijhandel en klimaatverandering.’  

Maar is er dan geen grotere rol weggelegd voor Europa? De eurozone is immers het sterkste economische blok ter wereld. Dehn denkt van niet. ‘Ik ben zelf Europeaan, dus ik zou het graag zien, maar Europa kan het nooit ergens over eens worden en zal daarom tweede viool blijven spelen.’

Eijffinger is optimistischer: ‘De euro gaat op gelijke voet met de dollar komen, met daarnaast twee junior sleutelvaluta, waarschijnlijk de yen en de renminbi.’ Volgens Eijffinger is de tijd rijp voor een Europese leiderschapsrol nu de euro in rustiger vaarwater is beland. Alleen een nieuwe schuldencrisis kan volgens hem nog roet in het eten gooien.

Uiteindelijk zal echte verandering van onderaf moeten komen. Zolang bedrijven elkaar massaal facturen in dollars blijven sturen, zal aan de sleutelpositie van de ‘greenback’ geen einde komen.

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No