Zeer rijke Nederlanders betalen doorgaans geen vermogenstaks box 3 van de inkomstenbelasting. Zij hebben hun geld in een besloten vennootschap (bv) zitten om zo min mogelijk belasting te hoeven betalen.
Dat komt naar voren in een intern memo van het ministerie van Financiën dat na een beroep op de Wet open overheid (Woo) is vrijgegeven. Het schrijven bevat een inventarisatie onder medewerkers van de Belastingdienst over het verschuiven van vermogen tussen de boxen 2 en 3.
Belastingarbitrage
In box 3 zit de belasting op privévermogen. In box 2 betalen de houders van een aanmerkelijk belang — 5% of meer in een bv — belasting over het dividend dat zij over dat belang krijgen. De directeur-grootaandeelhouder (dga) heeft niet alleen een aanmerkelijk belang, maar werkt ook bij de vennootschap. De inventarisatie is bedoeld om fiscale prikkels voor belastingarbitrage — het optuigen van constructies om zo min mogelijk belasting te hoeven betalen — weg te nemen.
De medewerkers van de Belastingdienst die hun ervaringen hebben gedeeld, werken vooral bij het onderdeel zeer vermogende personen. Dat valt onder de afdeling grote ondernemingen. Sommigen van de medewerkers komen uit de commerciële belastingadviespraktijk.
Lening van de bv
Zeer vermogende personen hebben volgens de inventarisatie meestal geen belastbaar vermogen in box 3 zitten. Zij hebben hun geld doorgaans vergaard in de sfeer van de bv en houden het daar ook aan. Voor consumptieve uitgaven lenen zij het liefst bij de vennootschap. Als er toch dividend wordt uitgekeerd, storten zij de liquiditeit die zij overhouden weer terug in een bv of een andere fiscaal voordelige rechtsvorm.
‘Pas op het moment dat de dga gaat investeren met zijn overtollige liquiditeiten in de bv, komt box 3 in beeld’, stelt een belastingambtenaar. ‘Het investeringsobject wordt aangekocht in privé met een lening van de bv. Zo laag mogelijke rente erop (belast in box 2) en het rendement is onbelast te genieten in box 3’, zo omschrijft de ambtenaar het fiscale voordeel.
150 miljoen euro aan banktegoeden
‘De “vlucht” van box 3 naar box 2 zit hem dus niet zozeer bij de dga’s, maar met name bij belastingplichtigen die substantieel box 3-vermogen hebben vergaard uit andere dan “box 2-bronnen”’, meldt een collega. ‘Bijvoorbeeld oud geld, erfenis en top-ceo’s met megasalarissen etc.’ Andere voorbeelden die in dit verband worden genoemd, zijn topmanagers van private-equityhuizen en directieleden van bedrijven die in handen zijn van deze vermogensverschaffers.
Met uitzondering van één voorbeeld zijn de bedragen in het memo weggelakt. In dit concrete geval zit er begin 2018 150 miljoen euro aan banktegoeden in box 3. Eind 2018 is er een bv opgericht waarin 70 miljoen euro is gestort. Eind 2019 komt daar nog eens 15 miljoen bij. ‘Reden: verlaging van de box 3-grondslag’, aldus het memo.
‘Standaard advies’
Tot 2021 was de heffing in box 3 gebaseerd op fictieve vermogensrendementen. Volgens het veelbesproken kerstarrest van de Hoge Raad uit datzelfde jaar, weken die te veel af van de werkelijke opbrengsten. Staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit, CDA) zag zich hierdoor gedwongen een tijdelijke box 3-heffing te introduceren. Het vrijgegeven memo is van vóór het kerstarrest.
Een belastingambtenaar schrijft: ‘Links- of rechtsom wordt de box 3-heffing in ieder geval veelal vermeden, om de bekende reden dat deze onredelijk is.’ De ambtenaar vervolgt: ‘Weet ook, dat het bij onze grootbanken al jaren een “standaard” advies is om box 3-vermogen (deels) te structureren naar box 2’. Een collega zegt over dergelijke adviezen: ‘Het werk van belastingadviseurs bestaat er uit om voor hun cliënten te zoeken naar de mogelijkheden (binnen de wet) om zo weinig mogelijk belasting te betalen. Als zij dit niet doen, doen zij hun werk niet goed.’
Onbelaste rendementen
Een andere medewerker haalt een ‘bekende casus’ aan, waarin een dga privévermogen in een vennootschap stort en dat vervolgens tegen een zeer lage, onzakelijke rente uitleent aan een stichting. De stichting behaalt met het vermogen flinke onbelaste rendementen. De dga heeft recht op de vermogenswinsten. Naast de heffing in box 3 probeert die zo ook winstbelasting en belasting in box 2 te ontlopen.
Sommige prikkels om vermogen van de ene naar de andere box te verplaatsen, zijn verdwenen met de tijdelijke box 3-heffing. Zo sluit het gebruikte rendement op banktegoeden inmiddels nauw aan bij de gemiddelde rente in het betreffende belastingjaar. Ook mogen schulden niet meer worden afgetrokken van het box 3-vermogen.
In plaats daarvan wordt een forfaitaire rente op schulden verrekenend met de veronderstelde vermogensrendementen om de belastinggrondslag te bepalen.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 23 april 2023