ophelie.jpg

Vanaf maart 2021 wordt de regelgeving rond duurzaamheidsrapportage voor asset managers vanuit Europa weer wat uitgebreider. Toch heeft ze een duidelijke meerwaarde, hoewel asset managers zullen worstelen met de data.

Dat zegt Ophélie Mortier (foto), die bij Degroof Petercam Asset Management (DPAM) de duurzaamheidsanalyse aanstuurt. ‘Alles gaat terug op het actieplan van de Europese Commissie, dat drie belangrijke doelstellingen naar voren schuift: kapitaal kanaliseren naar reële groei en zorgen voor inclusieve en duurzame groei, klimaatrisico’s identificeren en strijden tegen kortetermijnvisies en de transparantie op lange termijn bevorderen. De Green Deal is daarin erg belangrijk. Ook de regelgeving rond de klimaatbenchmarks en de taxonomie van de EU spelen een fundamentele rol.

Om de strijd aan te gaan tegen greenwashing vindt de EU het belangrijk dat er voldoende disclosure wordt gedaan. Ook de Amerikaanse Fed heeft onlangs haar klimaatdoelstellingen aangescherpt. Biden wil tegen 2035 een nuluitstoot voor de energiesector en tegen 2050 CO-neutraal zijn. Dat streven naar energie-efficiëntie hebben de EU en de VS gemeenschappelijk en dat is op zich een goede zaak. Het sociale en de strijd tegen ongelijkheid vind je echter nog maar weinig terug in de EU-regelgeving. De focus op arbeidsrechten daarentegen is een aspect dat je minder terugvindt in de VS. Mensenrechten maken daar een belangrijk deel van uit.’

Details

Mortier vindt het belangrijk om de strijd aan te binden tegen de greenwashing door minimale normen vast te leggen. ‘Het is een lovenswaardig initiatief, maar zoals zo vaak zit de duivel in de details. Er zijn erg strikte regels over de berekening van de uitstoot, maar er wordt vooral gesproken over de scope 3 uitstoot (indirect), terwijl de methodologie erg wankel is. Een belangrijke zwakte is de gegevens en de beschikbaarheid ervan. Het is zelfs geen kwestie of bedrijven bereidwillig zijn of niet, maar er zijn zoveel hypothesen dat het een erg lastig zaak is. De meeste asset managers publiceren scope 1 en 2 uitstoot en zullen het lastig hebben om scope 3 goed weer te geven. Zelfs met de beste wil van de wereld is het technisch moeilijk om de voorschriften na te leven, want de minimale regels zijn zo ingewikkeld. Je moet al een ingenieur zijn om die honderden pagina’s met regelgeving te kunnen interpreteren.’

Klimaatbenchmarks

Mortier hecht ook veel belang aan de klimaatbenchmarks: ‘Er zijn twee soorten benchmarks, de Climate Transition benchmark en de Paris Aligned Benchmark. Het punt is wel dat de gegevens vak berekend zijn op een deel van de portefeuille en dat je zo geen betrouwbaar beeld krijgt, want te maken krijgt met biases in de portefeuille. De sectoren met de meeste uitstoot vertekenen immers het beeld. Wij gebruiken bij DPAM die benchmarks dan ook niet.’

Green Bond standard

Ophélie Mortier geeft dat de green bond standard ook kan helpen om greenwashing tegen te gaan en wijst erop dat er nu al twee grote kaders bestaan: het Climate Bonds Initiative en het Green Bonds Initiative, en nu ook een Europees kader. ‘We stapelen de regelgeving maar op maar slagen er niet in om uniforme en centrale kaders te maken. Je moet volgens mij kijken naar de globale kwaliteit van een green bond, die niet altijd tot uiting komt in de opgelegde normen.’

Duurzaamheidsdisclosure

Mortier wijst erop dat de duurzaamheidsdisclosurewetgeving (Sustainability Disclosure Regulation) of Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector geen eenvoudige klus wordt: ‘De regulatory technical standards (RTS) zullen finaal niet voor de deadline worden geïmplementeerd. De finale RTS zouden klaar moeten zijn tegen 10/03/2021 maar ten vroegste tegen 31/12/2020, wat een vrij korte periode is. Alle asset managers werken met dezelfde providers. Het zou goed zijn om het aantal indicatoren te verminderen en ook de indicatoren op zich te vereenvoudigen. 

Het niveau van details en techniciteit maakt alles moeilijk. De NFRD verplicht de bedrijven om de vereiste gegevens bekend te maken om de SDR mogelijk te maken. De SDR geldt voor de asset managers (en andere financiële partijen) en heeft betrekking op duurzame producten. De NFRD is bedoeld voor financiële en niet-financiële bedrijven. Er is dus een tweevoudig probleem: de SDR is van toepassing op alle producten, met inbegrip van producten buiten de EU, en de NFRD heeft enkel betrekking op beleggingen in EU-bedrijven. Er is een grote consensus in de sector om de zaken te vereenvoudigen.’

Spanning

Mortier wijst op spanningen tussen wat er wordt gevraagd en wat haalbaar is: ‘Nogmaals, de initiatieven zijn eerbaar maar de regelgeving laat ruimte tot interpretatie indien de gegevens niet voorhanden zijn. Niet alleen asset managers worden immers met die regels geconfronteerd maar ook private banks, bewaarbanken, enz. dus alle financiële partijen, die niet allemaal evenveel middelen hebben als de grote partijen. Het ‘do no sustainable harm’ principe in de taxonomie is ook belangrijk.’ Bepaalde beleggingen kunnen ecologische en/of sociale doelstellingen nastreven. Dat is een eerzaam doel, maar we blijven toch geconfronteerd met andere aspecten van een onderneming die minder duurzaam en verantwoord zijn. Engagement blijft voor mij een belangrijke factor om de dingen in beweging te zetten. 
 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No