De minimumnorm voor wat een duurzaam product is, mag gerust hoger. En het Belgische duurzaamheidslabel Towards Sustainability is een voorbeeld voor andere landen.
Dat zegt Stéphane Denys, Head of Asset Management bij Nagelmackers, in een gesprek in de aanloop van een verdere formalisering van duurzaamheidsnormen, en de verplichtingen waarmee fondsenaanbieders en beheerders vanaf 1 augustus aanstaande worden geconfronteerd.
Hoe staat het met de finale uitwerking van de technische duurzaamheidsnormen (RTS) van de Europese Commissie?
Denys: ‘De laatste definitieve versie die in april uitkwam is geen grote schok gebleken. De veranderingen in oktober vorig jaar waren ingrijpender. Er zijn een aantal onduidelijkheden weggewerkt, zoals de templates om de precontractuele informatie mee te geven en de periodieke disclosures, die eenduidiger zijn geworden. We voelen ons dus comfortabel met de implementatie volgend jaar. In de documentatie worden er echter nog steeds geen bepaalde minimumvereisten bepaald waaraan Artikel 8 producten moeten voldoen.
Dat wordt nog steeds in het ongewisse gelaten. Ook de definitie van wat duurzaam beleggen precies is, wordt in het midden gelaten. Dat is belangrijk voor de MiFID II voorkeuren van onze klanten, die in augustus moeten worden bepaald. Er is geen eenduidige bepaling van wat duurzaam beleggen inhoudt. Je mag ook geen beloftes maken die je niet kan doen, kijk naar wat onlangs bij DWS is gebeurd. Mogelijk ontstaat er een mismatch tussen wat beleggers/klanten verwachten en wat aanbieders kunnen voorleggen.’
Vindt u dat de lat qua minimale duurzaamheidsnormen hoger moet worden gelegd?
‘Zoals wij het momenteel interpreteren, kan een product zuiver met uitsluitingen gecatalogeerd worden onder Artikel 8. Dat lijkt ons te beperkt. Ons eigen interne fondsenselectieteam zal zich daar niet mee tevreden stellen en er niet van uitgaan dat elk Artikel 8 product automatisch duurzaam is. We gaan ook kijken of er bepaalde controverses zijn of schendingen van internationale akkoorden, en nagaan of het percentage duurzame bedrijven in portefeuille ook overeenkomt met de opinie van onze eigen analisten.
De deadlines voor allerhande technische normen en documenten vanuit Europa veranderen snel. Is het eenvoudig om deze normen toe te passen als beheerder?
‘Ja en nee. Aan de ene kant is het welgekomen dat je meer tijd krijgt om aan de rapporteringsnormen te voldoen, maar als er voortdurend zaken bijkomen wordt het moeilijk. Ook het feit dat er regelmatig definities bijkomen, maakt de zaken er niet gemakkelijker op. Het ware logischer geweest als er eerst een eenduidige definitie kwam rond wat duurzaam is, de taxonomie, en vervolgens de bedrijven en financiële tussenpersonen daarover rapporteren en zich daarover engageren. Nu zitten we eerder met de SFDR-regelgeving die samenvalt met de implementatie van de Taxonomie, die nog niet eenduidig is. Bovendien moet je op 2augustus de voorkeuren van klanten vastleggen.’
Hoe kijken jullie aan tegen het Belgische Towards Sustainability duurzaamheidslabel, dat de afgelopen twee jaar ook verstrengd werd?
‘We kijken er bij Nagelmackers positief tegenaan. Ik denk dat Frankrijk en België voortrekkers waren om een kwaliteitslabel te introduceren op de fondsenmarkt. Er is echter verwarring ontstaan in de hoofden van beleggers, die voortaan ook Artikel 8 en 9 producten gaan beschouwen als een soort label terwijl het louter een reporting- en transparantienorm is. Dat zorgt er ook voor dat het label en tegenover de nieuwe bepalingen van Europa een wat andere invalshoek hebben.
In de toekomst moet dat wat aangepast worden, maar in elk geval biedt het Belgische label voor ons een meerwaarde. Wij hebben nog geen aanvragen gedaan om onze fondsen te laten labellen, omdat we eerder van start zijn gegaan met de SFDR en de Taxonomie, maar overwegen wel om dit te doen. We kijken ook naar fondsenplatforms zoals Morningstar, die er niet per se van uitgaan dat alle Artikel 8 fondsen duurzaam zijn, maar ook het prospectus van de fondsen gaan analyseren. We kijken ook uit naar de initiatieven die er op Europees niveau nog gecreëerd gaan worden, terwijl de labels op dit moment nog een nationaal verhaal zijn.’
Hoe beschouwen jullie de kwaliteit van dataleveranciers zoals Sustainalytics en MSCI?
‘Het belang van interne research kan je niet onderschatten. Als je naar scope 3 emissies kijkt, wordt er eerder op basis van projecties gewerkt. Dat kan sterk uiteenlopen in functie van welke activiteiten je in rekening neemt. Als je bij Microsoft bijvoorbeeld ook de eigen investeringsactiviteiten gaat meenemen in die berekening, dan kom je op een verdubbeling van het totale scope 3 cijfer uit.
De ene dataprovider houdt daar rekening mee, en de andere onvoldoende. Daarom moet je die cijfers kritisch toetsen, en kijken naar de methodologie die gehanteerd wordt. Je moet ook een eigen analyse maken en bepaalde criteria soms gaan overrulen of overriden. Wij als Nagelmackers zijn een kleinere entiteit, dus we hebben geen leger analisten, en vandaar zijn we voor een stuk afhankelijk van die dataproviders. Dat neemt niet weg dat je altijd een kwalitatieve overlay nodig hebt.’
Fondsen AUM van 1,5 miljard euro, met ruim 50% daarvan in Artikel 8 producten
Nog geen Artikel 9 producten
Tegen de zomer van 2022 moet dat 75% worden en tegen 2024 100%
Gerelateerde artikelen op Investment Officer: