Afgelopen donderdag maakte de Fed een belangrijke U-turn in haar monetair beleid: een inflatie van gemiddeld 2 procent is nu de doelstelling. Dat is een enorme game changer voor beleggers en asset allocators, zegt Philippe Gijsels, hoofdstrateeg van BNP Paribas Fortis (foto).
‘Het belang van deze verschuiving in het beleid is gewoon gigantisch,’ zegt Gijsels. Hoewel de marktimpact aanvankelijk beperkt is gebleven, want iedereen verwachtte wel dat er een verschuiving zou plaatsvinden. De Fed heeft volgens Gijsels deze koerswijziging bijzonder goed getelefoneerd, want voor de aankondiging waren de markten al enkele dagen in een euforische stemming, met elke dag nieuwe koersrecords.
‘In het ruime plaatje is dit een verderzetting van het beleid onder Greenspan, dat al sinds 1987 wordt gevolgd. De rente verlagen en QE maken hier integraal deel van uit. Het verschil is dat de Fed nu openlijk heeft uitgesproken wat ze al een tijdje doen. Het is best mogelijk dat de inflatie de komende jaren gaat overshooten naar 2,5 procent en meer.
Officieel
De aankondiging van donderdag is in feite een officialisering van wat de vorige voorzitter, Yellen, tijdens haar ambtstermijn al een paar keer had geopperd: de economie moet worden warm gestookt om de deflatie onder controle te krijgen. Ze willen absoluut een scenario zoals in Japan of Europa vermijden. Yield curve controle behoort absoluut tot de mogelijkheden. De lange rente mag niet te hoog oplopen, want dan komen de aandelenmarkten onder druk te staan.’
Carter
Gijsels trekt historische parallellen met het beleid onder president Carter, in 1977. ‘Het duale mandaat van de Fed is gecreëerd in deze tijden van gigantische inflatie. Iedereen geloofde in de Philipscurve, de relatie tussen inflatie en tewerkstelling, maar het belang ervan is zwakker geworden of werkt zelfs niet meer. Men is hier nu volledig van af gestapt. In 1982 maakte Fed-voorzitter Volcker met succes een einde aan de torenhoge inflatie door de rentevoeten drastisch op te trekken, maar nu is in plaats van inflatie deflatie de grote vijand. En ik geloof dat ze zullen slagen in hun opzet.’
‘We moeten ons voorbereiden op een tijdperk van hogere inflatie. Nu ook de fiscale politiek meewerkt en de overheden massaal geld in het systeem pompen, kunnen hun inspanningen resultaat opleveren. Uiteindelijk zal al het gecreëerde geld in de reële economie terechtkomen. De rente zou moeten stijgen, maar de centrale banken zullen er alles aan doen om dat tegen te gaan.’
Een nieuw tijdperk
Gijsels benadrukt dat we ons als beleggers en asset allocators moeten opmaken voor een nieuw tijdperk, waarin hogere inflatie heerst. ‘We sluiten de periode van na Volcker nu af. We gaan na verloop van tijd immers terechtkomen in de wereld van goud en grondstoffen, reële activa dus. Ook aandelen horen hier absoluut bij, en vastgoed ook. De spaarders zijn opnieuw de klos.’
Gijsels geeft nog een observatie mee rond valueaandelen: ‘Het herstelpotentieel van valueaandelen is ook aanzienlijk, omdat deze bedrijven zeer goedkoop gewaardeerd zijn ten opzichte van groei, en ook kunnen inspelen op een herstel van de wereldeconomie. Op dit moment is alles wat veel cashflow in de toekomst genereert, echter enorm veel waard omdat de discontovoet op nul staat. Bedrijven die pas binnen vijf of tien jaar winst zullen maken, worden nu beloond voor die toekomstige winsten, waar een enorm hoge waarde aan wordt toegekend. Het is een hoogst artificiële situatie, maar de boodschap is heel duidelijk: investeer in een dergelijke periode in reële activa.’