Tweewekelijks laat Investment Officer aan een vooraanstaand professional uit de financiële wereld enkele persoonlijke vragen los. Marc Lauwers, CEO van Argenta, kijkt deze keer in De Spiegel.
‘Normaal doe ik geen persoonlijke interviews. De nadruk moet niet te veel op mezelf liggen’ zo begint het gesprek met Marc Lauwers. Sinds 2016 is hij de kopman van Argenta, na passages bij onder meer Bacob, Dexia en KBL (nu Quintet). Volgend jaar gaat hij op pensioen. Dan mag een gesprek al eens persoonlijker worden.
Wat hebt u geleerd uit uw eerste job in de financiële wereld?
‘Tijdens mijn studententijd kluste ik bij als hulpboekhouder in een bedrijf. Ik had toen verzwegen dat ik niets kende van boekhouden en werd toen gered door de vriendelijke dames van de financiële dienst die me tenminste de principes van debet en credit bijbrachten. Maar mijn eerste echte job in de financiële sector kwam later, als verzekeringsmakelaar bij AFIDIF, wat een joint venture was tussen AG Insurance en D’Ieteren.
Naast een goede kennis over vooral niet-levensverzekeringen, leerde ik daar vooral veel over mezelf. Want met een opleiding politieke en sociale wetenschappen was ik niet echt klaargestoomd voor een job in de financiële sector. Tot mijn verbazing stelde ik vast dat ik dat graag doe. Advies geven en verkopen gaf me een kick.’
U heeft ook gewerkt in Nederland en Slovakije. Heeft die buitenlandse ervaring u veranderd als mens en manager?
‘Jonge ambitieuze bankiers raad ik aan om - als ze de kans krijgen - ervaring op te doen in het buitenland. Dat is een ontzettend rijke ervaring, vooral omdat je dan echt helemaal op jezelf bent aangewezen. Ik werkte toen bij Dexia, waar ik in België kon terugvallen op een breed netwerk van mensen waarbij ik altijd terecht kon.
Maar toen ik Dexia-filialen in het buitenland leidde, had ik daar geen netwerk. Ik moest het hebben van mijn eigen kwaliteiten en ik moest mijn eigen plaats veroveren. In Slovakije kwam daar nog eens bij dat ik de taal niet sprak. Ik zat daar op mijn eentje in the middle of nowhere in een jonge organisatie die ik niet kende en waar iedereen constant in mijn richting keek om beslissingen te nemen. Als je dat overleeft, kom je met veel zelfvertrouwen terug naar België.’
Bent u ambitieus?
‘Niet echt. Alleen had ik doorheen mijn carrière de gewoonte om geen enkele uitdaging uit de weg te gaan. Daardoor heb ik veel kansen gekregen. En als ik na verloop van tijd de job goed beheerste, werd ik ook een beetje nerveus en voelde ik de drang om mijn tanden in iets anders te zetten.’
Bent u tevreden over de combinatie werk-privé?
‘Mijn werk is altijd op de eerste plaats gekomen, waardoor mijn vrouw de zorg voor de kinderen grotendeels alleen op zich heeft genomen. Door corona is daar iets meer evenwicht in gekomen. De voorbije twee jaar was mijn familiaal leven evenwichtiger dan ooit tevoren. Doordat er thuis werd gewerkt en ook alle avondlijke activiteiten wegvielen, was ik gewoonweg veel meer thuis. Nu is dat allemaal weer op gang gekomen, maar ik zeg toch vaker dan vroeger ‘neen’. Ik voel toch dat ik er stilaan minder goed tegen kan om elke avond de boer op te gaan.’
Waarom stopt u volgend jaar als CEO?
‘In de loop van 2023 wordt een nieuw strategisch plan gemaakt en het lijkt me logisch dat dat wordt uitgewerkt door de persoon die het zal uitvoeren. Zo’n plan bestrijkt typisch een periode van vijf tot tien jaar. Ik ben nu 63 jaar. Ik zou misschien nog een tweetal jaar met evenveel energie en daadkracht kunnen verder doen, maar na verloop van tijd wordt dat onvermijdelijk toch lastiger.’
Kijkt u uit naar uw pensioen?
‘Een half jaar geleden had ik het daar nog heel moeilijk mee. Nu heb ik er vrede mee. Je kan de tijd niet tegenhouden. Ik heb er me bij neergelegd dat ik vanaf volgend jaar een andere rol zal spelen, waarvan ik nu nog niet eens weet wat die zal zijn. Maar het is goed zo. Je kan beter zelf bepalen wanneer het goed is geweest, dan dat iemand anders die keuze voor jou maakt.’