Tweewekelijks laat Investment Officer op een vooraanstaand professional uit de financiële sector enkele persoonlijke vragen los. Erwin Deseyn, CIO van de Antwerpse vermogensbeheerder CapitalAtWork, kijkt deze keer in De Spiegel.
Erwin Deseyn, CIO van vermogensbeheerder CapitalAtWork, startte zijn carrière in 1991 als vermogensbeheerder bij het toenmalige Bacob. Hij werkte er samen met Hugo Lasat (intussen CEO van Degroof Petercam) en Stefan Duchateau (die later nog CEO van KBC Asset Management zou worden).
‘Ik was een onbeschreven blad toen ik in de financiële sector rolde, zonder al te veel besef van de werking van de financiële markten. We zaten vlakbij de dealing room en het was een spannende tijd. De fondsenindustrie stond nog in de kinderschoenen. Toen ik drie jaar later overstapte naar Generale Bank was ik nog altijd maar een jonge kerel van 27 jaar. Maar ik had een steile leercurve doorgemaakt en ik had meer technische bagage dan de andere collega’s die al jaren als private banker werkten.’ Ook bij Generale Bank zou hij drie jaar blijven. Hij stapte over naar een family office. Intussen werkt hij al 23 jaar bij CapitalAtWork.
Wat is het belangrijkste scharniermoment uit uw carrière?
‘In 1998 ontmoette ik op een seminarie in Atlanta Ivan Nyssen. Hij was toen CEO van het jonge CapitalAtWork. Ik zat toen vast bij een family office en ik vond mezelf veel te jong om mezelf daar al te begraven. Bij CapitalAtWork kreeg ik de kans om vennoot te worden. Ik kocht aandelen met al de spaarcenten die ik toen had. Die eerste tien jaar waren fantastisch. Ik voelde me een ondernemer en dat is een heel ander gevoel dan wanneer je werknemer bent. En dat mis ik soms wel. Enkele van de oudere partners zochten naar een exit. Uiteindelijk heeft de Luxemburgse verzekeraar Foyer ons in 2009 overgenomen en die is tot vandaag nog altijd onze aandeelhouder. Ik kon niet anders dan mijn aandelen ook verkopen, al was dat voor mij nog veel te vroeg.’
Welk advies geeft u aan jonge mensen aan het begin van hun carrière?
‘Denk goed na vooraleer je in de financiële sector begint te werken. Als je er toch wilt werken, wees dan kieskeurig met de functie die je opneemt. Het is minder leuk dan dertig jaar geleden. De slinger is doorgeslagen naar bureaucratisering en regelgeving. Was er dertig jaar veel te weinig rapportering, controle en regulering, dan is er daarvan nu te veel. Dat neemt een deel van het werkplezier en voldoening weg, zeker voor jongere mensen. Mocht ik zelf opnieuw aan het begin van mijn carrière staan dan zou ik misschien wel in de financiële sector beginnen, maar eerder in een minder gereguleerde sector zoals private equity. Daar weegt de hele regelgeving toch minder zwaar door. Maar op mijn 55ste ga ik die overstap niet meer maken.’
Uit welk deel van je job haal je veel energie?
‘Ik geef heel graag presentaties. Het maakt niet uit of er tien mensen in de zaal zitten of 300. Alle stress valt weg van zodra ik op het podium sta. De combinatie van sociale contacten en intellectueel denkwerk is een fantastische combinatie.’
Hoe ziet uw ideale werkdag eruit?
‘Om 8 uur ’s ochtends zit ik aan mijn bureau met de Financial Times voor mijn neus. Daarin kan ik me gemakkelijk een half uur of langer verliezen. Pas daarna zal ik Bloomberg checken om te kijken wat er gebeurt op de financiële markten. Tijdens de rest van de dag werk ik mijn to do-lijstje af, die ik bijhoud in een groot notitieboek. En als het kan, neem ik de tijd om tijdens de dag minstens een half uur te fietsen op de hometrainer of te fitnessen.’
Hoe maakt u in uw drukke agenda tijd voor hobby’s?
‘Dat is toch niet moeilijk: je maakt daar tijd voor. En voor een partijtje golf, een beetje padellen en afspreken met vrienden en familie maak ik voldoende tijd. Een evenwicht tussen werken en ontspanning is belangrijk. Maar dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd door iemand wiens drie zonen intussen twintigers zijn.’
Welke waarden wilt u meegeven aan uw kinderen?
‘Ik heb mijn kinderen aandacht gegeven en ik ben veel met hen bezig geweest. Ik ben altijd een aanwezige papa geweest voor mijn drie kinderen en nog altijd. Zij kregen voorrang op alles. Ik vond het vooral belangrijk om hun onafhankelijkheid te stimuleren. En voor zover ik dat nu kan schatten, zijn ze uitgegroeid tot weerbare, strijdvaardige en gemotiveerde mensen. Dat is toch fantastisch.’
Wat zou u meteen veranderen in de financiële wereld?
‘Dan zou ik van financiële vaardigheden en beleggingskennis meteen een verplicht vak maken in het onderwijs. Het is toch jammer dat er zo weinig Belgen beleggen. Ons land worstelt nog altijd met een socialistisch trekje dat beleggen meteen koppelt aan speculatie. Maar dat klopt helemaal niet. Het zou mooi zijn mocht een groter deel van de bevolking dat begrijpen en mee investeren in bedrijven en welvaart. Dat is nog de laatste werf van het socialisme: de brug maken naar een gezond kapitalisme. Dat zou mooi zijn.’