De roep om verduurzaming van de beleggingsportefeuille werd sterker in 2020, terwijl alternatieve beleggingen verder in trek kwamen en het strategisch beleid zwaarder werd getest dan ooit. De coronacrisis en het pensioenakkoord zorgden ervoor dat de vaste onderwerpen op de agenda van pensioenfondsen in een ander daglicht kwamen te staan.
Deze conclusies zijn te trekken uit een terugblik van FN Institutioneel op het nieuws in 2020. Aan de hand van zeven verhalen brengt de redactie een bewogen jaar voor de pensioensector in beeld.
Het jaar begon zo “normaal” met de verwachtingen dat diverse langetermijntrends in de pensioenmarkt zich verder zouden ontwikkelen. De verschuivingen in de pensioenmarkt en de opkomst van alternatieve pensioenvehikels is er duidelijk zo één. Na het startschot in 2016 heeft de apf-markt inmiddels een behoorlijk aantal vlieguren gemaakt, tijd om de balans op te maken. Is de markt klaar voor een volgende groeifase, zoals Het Nederlands Pensioenfonds (HNPF) bij monde van Wilse Graveland stelde begin 2020?
Groeien doen de vier grootste apf’en zeker. Drie van van hen wisten hun vermogen onder beheer in 2019 meer dan te verdubbelen. Toch blijft het beheerde vermogen achter bij de doelstellingen. Een apf is namelijk pas winstgevend bij een vermogen onder beheer van zo’n 6 tot 10 miljard euro, schat Tobias Bastian, partner bij Sprenkels & Verschuren. ‘Alleen STAP zit daar qua omvang (6,8 miljard euro ultimo 2019) dichtbij. De andere fondsen zitten daar nog een heel eind vandaan.’
Mogelijke verklaringen hiervoor zijn de sterker dan verwachte concurrentie, maar ook de voorkeur voor de zogenoemde single client kring maakt het moeilijk om het kostenargument hard te maken. Door fondsen zo gemakkelijk een eigen kring te gunnen, schieten ze hun doel voorbij, vindt Nicolette Opdam van HVG Law. ‘Het grote voordeel van een overstap naar een apf, een kostenbesparing, valt zo weg.’
‘Samenwerking cruciaal voor engagement’
Waar pensioenfondsen juist wél de samenwerking opzoeken, is op het gebied van duurzaamheid. Een onderwerp dat in de afgelopen jaren enorm aan kracht won, en dan hebben we het nog niet eens over het afgelopen jaar. Begin dit jaar sprak FN Institutioneel onder meer Vincent van Bijleveld, directeur duurzaam beleggen en senior adviseur bij Finance Ideas.
Samenwerken op het gebied van engagement is volgens hem cruciaal. Ook op andere aandachtsgebieden zou het volgens hem uitkomst kunnen bieden. ‘Nederlandse pensioenfondsen zouden meer moeten samenwerken bij het aanspreken van hun asset managers op hun inspanningen op het gebied van ESG-integratie en risicomanagement.’
Een visie die pensioenfonds Horeca & Catering en pensioenfonds Detailhandel delen. Zij bundelden hun krachten in het Dutch Engagement Network. Een voor Nederlandse begrippen unieke samenwerking vertelde Wouter Jan Naborn, manager vermogensbeheer van Pensioenfonds Horeca & Catering, in een interview.
Hoewel we het toen nog niet wisten, zou de roep om verduurzaming van de beleggingsportefeuilles in 2020 nog veel meer toenemen. In “the blink of an eye” veranderde de wereld. Medio maart bracht het coronavirus de wereld tot stilstand. Het dagelijks leven veranderde ingrijpend, werken op afstand werd de norm en financiële markten begonnen aan een achtbaanrit.
Vasthouden aan strategisch kader
En juist in die achtbaanrit is het zaak om vast te houden aan het strategisch kader, stelde Michel de Groot, senior client advisor bij NN Investment Partners. ‘Klanten hebben in beginsel natuurlijk gekozen voor een strategisch kader voor zowel hun return- als hun matchingportefeuille. Dit kader omvat naast normgewichten voor beleggingscategorieën, ook bandbreedtes waarbinnen die beleggingen zich moeten bevinden. Door de huidige volatiliteit komen bepaalde onderdelen nu buiten die grenzen, waarmee pensioenfondsen nu voor lastige afwegingen komen te staan.’
Van emoties en angst die we op markten zien, moeten pensioenfondsen volgens De Groot in ieder geval wegblijven. Pensioenfondsbesturen slaagden daar volgens hem ook goed in. Zeker in vergelijking met de vorige grote crisis, beaamde Tessa Kuijl, senior lead consultant bij Ortec Finance. Volgens haar heeft de pensioensector meer aandacht voor strategisch risicomanagement. ‘De mindset is nu anders, onder andere door een betere voorbereiding’.
Kuijl meent dat de gemiddelde risicomanager in 2020 bedachtzamer was en beter was voorbereid dan in 2008. ‘De crisisplannen zijn bovendien van betere kwaliteit. Ik merk dat er veel meer naar slecht-weer-scenario’s is gekeken in de afgelopen jaren en dat men nu wil kijken hoe de huidige situatie zich verhoudt tot die analytische exercitie.’
Eurobonds in trek
Er vielen meer verschillen op tussen de twee meest recente crises. Zo toonde Europa een daadkracht die we tot nu toe nog zagen. Niet zonder slag of stoot, maar uiteindelijk toch nog relatief snel, werd een Europees steunprogramma vormgegeven waar de hard geraakte landen een beroep op kunnen doen. In oktober vond de eerste uitgifte plaats.
Nederlands grootste pensioenfondsen - PFZW en ABP - belegden 382 miljoen euro in deze nieuwe social bonds van de Europese Unie. De eerste emissie van 17 miljard euro aan obligaties met 10-jaars en 20-jaars looptijden, werd bijna veertien keer overtekend.
Niet gek, meent Arthur Stroij, LDI client portfolio manager bij BMO Global Asset Management. De EU-leningen zijn namelijk een aantrekkelijke toevoeging aan een LDI-portefeuille. Naast een yield pick up - ten tijde van het verschijnen van het artikel van 30 tot 40 basispunten - voor de langere looptijden ten opzichte van Duitse staatsleningen, maakt het ESG-component deze leningen tot een aantrekkelijk alternatief.
Wel verschilt het per pensioenfonds hoe groot het aandeel van EU-leningen idealiter in LDI-portfolio’s moet zijn. ‘Omdat er wel een kleine risico-opslag geldt voor EU-leningen, moet het wel passen in het risicobudget. In heel algemene zin kun je stellen dat de EU-leningen als onderdeel van de staatslening-portefeuille zo’n 10 procent zouden kunnen beslaan.’
Zoektocht naar rendement duurt voort
Hoewel de beurzen crashten in het voorjaar, duurt de zoektocht naar rendement nog altijd voort. Pensioenbeleggers blijven hiervoor zoeken in de alternatieve hoek. de institutionele belegger bleef namelijk in de ban van hypotheken. Hoewel de fintech LoanClear een piek in de betalingsachterstanden rapporteerde, merkten ze hier bij Syntrus Achmea Real Estate & Finance weinig van, liet Bruno Oudega, directeur Hypotheken bij Syntrus Achmea Real Estate & Finance, weten.
Ondanks de onzekerheid in de wereldwijde economie verwacht Oudega dat beleggingen in woninghypotheken een goede risico-rendementsverhouding blijven bieden. Het zal eraan bijdragen dat - in het bijzonder Nederlandse - woninghypotheken een geliefde alternatieve beleggingscategorie blijven.
Ruim baan voor alternatives
Waar hypotheekbeleggingen al langer geliefd zijn in de portefeuilles van pensioenfondsen, verwacht Jenze Sibma, investment strategist bij Aegon Asset Management, dat alternatieve beleggingen sowieso meer ruimte zullen krijgen in het nieuwe pensioenakkoord.
Want in juni was het er dan toch: een nieuw pensioenakkoord. Fondsnieuws Institutioneel sprak Sibma daags na het bekend worden van de eerste contouren, waaruit bleek dat het Vereist Eigen Vermogen wegvalt als prominent sturingsmiddel.
‘Dit kan voor sommige pensioenfondsen zeker een verschil gaan maken. Sommige pensioenfondsen hebben bij de constructie van hun beleggingsportefeuille het VEV sterk meegewogen en dan kwam een categorie als infrastructuur er soms niet goed uit. In het nieuwe stelsel wordt het mogelijk om beleggingscategorieën meer zuiver op risico-rendementsstatistieken te beoordelen’, aldus Sibma.
Hij kreeg bijval van Arjen Monster, principal strategic advice & LDI advice bij NN Investment Partners. ‘Sommige illiquide vastrentende beleggingen hebben op de lange termijn een zeer beperkt verwacht verlies, maar het forse VEV-beslag maakte deze beleggingen tot nu toe relatief onaantrekkelijk.’ Ruimer baan voor alternatieve beleggingscategorieen dus; een interessante uitgangspositie voor het komende beleggingsjaar.