Degroof Petercam moet een actieplan opstellen hoe zij de wetgeving rond het witwassen van geld beter kan naleven. Dat is de uitkomst van een audit die de Nationale Bank van België heeft uitgevoerd en aanleiding heeft gegeven tot tientallen aanbevelingen tot verbetering.
Degroof Petercam heeft zich niet zelf schuldig gemaakt aan witwassen, maar heeft de procedures rond witwassen en de behandeling van probleemgevallen in het klantenbestand niet voldoende nageleefd. De private bank heeft tot 15 mei om een actieplan op te stellen, zo schrijft De Tijd op basis van meerdere bronnen.
‘Het zit op vele vlakken niet goed’
Uit de audit door de Nationale Bank kwam de slechtst mogelijke score tot uitdrukking. Er zou sprake zijn van vele tekortkomingen in de procedures. De Tijd citeert een anonieme bron die zegt dat ‘de hele antiwitwascultuur in de bank op alle mogelijke vlakken niet goed zit’. Dat geldt bij voorbeeld voor het gebrek aan middelen om witwassen tegen te gaan, aan een intern toezicht dat onder de maat is en problemen rond het cliëntacceptatie- en opvolgingsbeleid.
De Nationale Bank heeft Degroof Petercam, met verwijzing naar nieuwe wetgeving uit 2017, en aangescherpte internationale regels, verplicht tot tal van aanpassingen. De private bank, die meer dan 55 miljard euro voor particuliere en institutionele klanten beheert, werkt inmiddels aan een actieplan tot verbetering.
Woordvoerster erkent bestaan actieplan
Formeel valt Degroof Petercam onder verantwoordelijkheid van de Europese Centrale Bank (ECB), omdat de bank een internationaal karakter heeft met activiteiten in meerdere omringende landen, maar controle op de naleving van de antiwitwasregels behoort tot de nationale bevoegdheden.
Degroof Petercam, wil bij monde van een woordvoerster, slechts kwijt dat er inderdaad een rapport van de Nationale Bank is, waarin de bank wordt opgeroepen tot opstelling van een actieplan, ‘met een overzicht van de genomen maatregelen, samen met een tijdlijn voor de implementatie. Dat is het normale proces, zoals dat geldt voor elke instelling. Over de timing kunnen we niets kwijt.’ De bank wil in dit stadium niet meer zeggen, dat geldt ook voor andere, in deze zaak betrokken partijen.