Een op de drie Belgische beleggers denkt dat duurzaam beleggen het rendement ten goede kan komen.
De ING-beleggersbarometer zakt in maart opnieuw onder zijn neutrale niveau, iets waar de recente bankenonrust waarschijnlijk niet vreemd aan is. Een toenemend aantal beleggers denkt dat hij of zij met de samenstelling van zijn portefeuille kan bijdragen aan de strijd tegen de klimaatopwarming. 30 procent van de beleggers heeft wel twijfels bij de duurzaamheid van fondsen met een duurzaamheidslabel. Bijna driekwart eist dan ook meer informatie van deze fondsen. Een derde van de beleggers gelooft dat duurzaam beleggen in de komende vijf jaar meer zal opbrengen, al situeren de “believers” zich vooral bij beleggers die jonger zijn dan 45 jaar.
Beleggers gaan er wel meer en meer van uit dat ze met de samenstelling van hun beleggingsportefeuille de strijd tegen de opwarming van de aarde kunnen ondersteunen. Waar vier jaar geleden (enquête maart 2019) slechts 27% deze mening was toegedaan, is dat percentage inmiddels gegroeid tot 36%. Het percentage dat sterk rekening houdt met de klimaatopwarming bij de samenstelling van zijn portefeuille is dan ook gestegen van 12% vier jaar geleden, naar 18% vandaag. Bij de beleggers jonger dan 45 jaar bedraagt dat percentage vandaag zelfs 27%. Daar tegenover staat dat 37% van de beleggers geen rekening houdt met klimaatdoelstellingen, precies hetzelfde percentage als vier jaar geleden.
Dat rendementsverwachtingen belangrijk blijven bij beleggen, staat buiten kijf. Zo zegt 63% van de ondervraagde beleggers dat hij wel in duurzame bedrijven of aandelenfondsen wil beleggen, maar enkel als het verwachte rendement minstens even hoog ligt als voor niet-duurzame beleggingen. Gelukkig meent ongeveer een derde van de beleggers dat milieuvriendelijke bedrijven in de komende vijf jaar het gemiddeld beter op de beurs zullen doen dan bedrijven die geen rekening houden met hun impact op het milieu. 16% denkt het tegendeel.
Beleggersbarometer valt terug in tweede helft van maart
Na vier opeenvolgende stijgingen, moet de ING-beleggersbarometer in maart wat gas terugnemen. De index daalt naar 97 punten, waarmee hij opnieuw onder het neutrale niveau van 100 punten zakt. Dat wijst erop dat de Belgische belegger met iets meer argwaan naar de financieel-economische ontwikkelingen kijkt.
‘De onrust in de bankensector, die half maart begon, heeft daar zonder twijfel mee te maken. Niet toevallig stellen we een sterke daling van de barometer vast van 106 punten in de tweede week van de maand naar 88 in de vierde week’ stelt hoofdeconoom Peter Vanden Houte.
Het vertrouwen in de economie brokkelt dan ook wat af. Het percentage beleggers dat de Belgische conjunctuur in de komende drie maanden ziet aantrekken, zakt terug naar 28% (van 34% in februari), terwijl het percentage zwartkijkers stijgt naar 36% (van 33%). Nochtans blijft de belegger wel redelijk optimistisch wat zijn eigen financiën betreft: 23% ziet de financiële toestand van zijn gezin in de komende drie maanden verbeteren, het hoogste cijfer sinds juli 2021. Vermoedelijk is dat het gevolg van de sterk gedaalde energieprijzen, die nu geleidelijk weerspiegeld worden in een lagere energiefactuur
Een derde ziet de beurs terrein verliezen in de komende drie maanden
De recente beursvolatiliteit heeft ook haar sporen nagelaten op het gemoed van de Belgische belegger. Na twee maanden van relatief beursoptimisme ligt het aantal beleggers dat de beurs in de komende drie maanden terrein ziet verliezen (33%) opnieuw boven het aantal beleggers dat de koersen ziet aantrekken (30%). De zin om meer risico te nemen, lijkt dan ook wat te bekoelen. Zo zegt 24% van de beleggers dat het een goed moment is om in meer risicovolle sectoren te investeren, een lichte daling ten opzichte van februari (26%). Ook voor beleggen in minder risicovolle sectoren neemt de appetijt duidelijk af. Zo meent 32% dat het een goed moment is (24% vindt het een slecht moment) om in dergelijke activa te beleggen, eenzelfde lichte daling ten opzichte van februari (34%). Opmerkelijk is wel dat dit percentage kelderde van 41% in de tweede week naar 26% in de laatste week van maart.
Waarschijnlijk vallen deze beleggingen doorgaans ook meer in de smaak van de voorzichtige beleggers, die enkel durven te investeren in aandelen wanneer het beursklimaat gunstig is. Maar dat is ook het type beleggers die bij enige beursturbulentie niet meer van aandelen willen horen. Vandaar de forse verandering in perceptie in deze categorie
Liefst 39% van de beleggers vindt dat banken enkel kredieten zouden mogen geven aan bedrijven die inspanningen doen om duurzaam te produceren, zelfs als dat niet-duurzame bedrijven in de problemen zou kunnen brengen. Een kwart van de beleggers is het daar niet mee eens. Opmerkelijk is dat bij Franstalige beleggers (44%) het percentage dat de banken restrictiever wil zien optreden in de kredietverlening veel groter is dan bij de Nederlandstaligen (35%), zo blijkt uit de recente barometer.
30% van de beleggers heeft twijfels bij de duurzaamheid van duurzame fondsen
Steeds meer beleggingsfondsen “vergroenen” of streven ESG-doelstellingen na. Toch heerst er enig scepticisme in hoeverre dit ook effectief het geval is. De helft van de beleggers mag dan wel denken dat fondsen met een duurzaamheidslabel ook effectief duurzaam zijn, maar liefst 30% heeft daar toch zijn twijfels bij. Voor 72% is het dan ook noodzakelijk dat de duurzame fondsen de beleggers regelmatig informeren over de mate waarin ze bijdragen tot een duurzame wereld. 52% van de ondervraagde beleggers heeft opgevangen dat Euronext recent een nieuwe duurzame Belgische index heeft gelanceerd, de Bel ESG, hoewel amper 21% zegt dat ze ook echt weten wat de index inhoudt. Opmerkelijk is dat bij de jongere beleggers (<35 jaar) drie kwart op de hoogte is van de lancering van de index en bijna 40% ook de index kent.