In navolging van start-up ambassadeur Neelie Kroes, wil Jeroen Dijsselbloem een ‘verbindingsofficier’ voor de fintech-sector. Dat zei de minister van Financiën maandagmiddag tijdens een vraaggesprek bij start-up-incubator B.Amsterdam.
Nadat vorige week de vaste Kamercommissie van Financiën bijgepraat werd over de ontwikkelingen op het gebied van financiële technologie, was het nu de beurt aan de minister van Financiën. De bewindsman sprak onder meer met online bank Bunq, belangenorganisatie Holland Fintech en de start-ups Leapfunder, Sparkholder en Cash or Card.
U bent vandaag op bezoek geweest bij een aantal start-ups. Wat heeft u opgestoken?
‘Dat we ons niet hoeven te schamen over wat er gebeurt op dit vlak. Er is veel dynamiek en de ontwikkelingen gaan snel. Het klimaat is eigenlijk heel goed in Nederland. We lopen ver voorop in vergelijking tot de rest van Europa. Dat zag ik ook in Davos vorige week. Kijk naar de snelheid waarmee Nederlanders vernieuwingen absorberen, het opleidingsniveau en de mate waarin de financiële sector hier al is gedigitaliseerd. Er zijn vast knelpunten, zaken waarin we veel meer stimulerend of ondersteunend kunnen zijn, maar ik hoor alleen maar mensen die daar gemotiveerd mee bezig zijn. Zowel de toezichthouders, de politiek, de grote banken en investeerders. Dit is het moment om gezamenlijk in beweging te komen. Fintech is een enorme kans. Zeker in ons land waar we nog zo afhankelijk zijn van het bancaire kanaal.’
Wat is uw eerste punt van actie?
‘We zijn aan het kijken of we in de lijn van de start-upambassadeur, Neelie Kroes, een vervolg kunnen geven aan StartupDelta, maar dan met een sterk accent op fintech. Een verbindende schakel tussen beleid, toezicht, wet- en regelgeving en de start-ups, de financiële sector en de investeringswereld. Financiën en Economische Zaken hebben de taak om ervoor te zorgen dat er zo’n verbindingsofficier komt. De overheid moet het niet gaan overnemen of domineren en al zeker niet kapot reguleren, maar wel alert blijven op de ontwikkelingen.’
Afgelopen week was er een rondetafeldiscussie fintech bij de vaste Kamercommissie Financiën. Daar klonk stevige kritiek door op toezichthouder DNB. Wat moet er veranderen?
‘DNB en de AFM investeren op het moment veel in kennis en onderzoeken waar ze maatwerk kunnen bieden in vergunningstrajecten en het toezichtregime. We moeten kijken of de wet- en regelgeving proportioneel is zonder dat het ten koste gaat van consumenten, het mkb of de privacy. Zoals bij elke ontwikkeling zitten er ook aan de fintech kwetsbare elementen. Tegelijkertijd moeten we niet, omdat we discussies voeren over wetgeving en toezicht, op de rem staan voor de kansen van deze technologie. Het zijn parallelle ontwikkelingen. We kijken bijvoorbeeld naar een bankvergunning-light — een manier om nieuwkomers op de markt alvast een voorlopige vergunning te geven.’
Wat zijn volgens u de grootste kansen?
‘De beschikbaarheid van krediet en financiering kan verbreden, het kan goedkoper en sneller. P2P lenen is misschien nu nog duurder dan regulier bankkrediet, maar het staat allemaal nog in de kinderschoenen. Ik denk dat de ontwikkelingen veel sneller zullen gaan dan we nu kunnen voorzien. Financiële systemen gaan over het inschatten van risico’s: worden ze goed herkend en goed geprijsd? Fintech doet dat allemaal. Het ontsluit informatie en beoordeelt en analyseert heel snel en hangt daar de juiste prijs aan. Daar is de financiële sector in het verleden natuurlijk niet altijd goed in geweest.’
Verwacht u dat de banken veel van hun markt zullen inleveren?
‘Als banken zich kunnen aanpassen en er in slagen om deze technologie ook te benutten, dan zullen ze overleven. Doen ze dat niet, dan kunnen ze op belangrijke delen van hun takenpakket worden weggeconcurreerd. Mijn verwachting is dat Nederlandse banken er in zullen slagen om veel van deze nieuwe technologie te gaan gebruiken. Ze hebben laten zien, zeker in vergelijking tot hun collega’s in Europa, dat ze vrij snel de mogelijkheden van technologie toepassen in hun bedrijf. De bank van de toekomst zal er ongetwijfeld heel anders uitzien. Of ze blijven bestaan hangt af van hun adoptievermogen.’
Copyright: Het Financieele Dagblad, 26 januari 2016.