DNCA Eurose heeft een moeilijk jaarbegin achter de rug, met een dubbelcijferig verlies. Dat is te wijten aan de mindere prestaties van valueaandelen. Het valueluik heeft echter goed stand gehouden, en de rendementen zijn verbeterd. Hierdoor mogen we de komende maanden een gunstiger klimaat verwachten.
DNCA Eurose is een bijzonder populair fonds op de Belgische markt. Talrijke verzekeringsmaatschappijen bieden het immers aan in hun Tak-23 gamma. Sinds het begin van het jaar is het rendement echter sterk negatief. Dat is vooral te wijten aan de teleurstellende prestaties van het aandelenluik, dat goed is voor 25 procent van het beheerde vermogen. Eind mei bedroeg de minwaarde van het fonds nog -11 procent in vergelijking met eind 2019.
Interessanter
Het obligatieluik is in maart sterk teruggevallen, maar is in de maand april mooi hersteld. ‘Bij de bedrijfsobligaties hebben we zowat 50 tot 60 procent van de terugval tijdens de volatiele periodes kunnen goedmaken,’ zegt Philippe Champigneulle (foto) (de beheerder van DNCA Eurose). Het obligatieluik, dat goed is voor 63 procent van het belegde vermogen, was zo slechts onrechtstreeks verantwoordelijk voor 25 procent van de underperformance van het fonds.
Sinds het begin van het jaar is het luik dat belegt in inflatiegelinkte overheidsobligaties teruggevallen van 12 naar 5 procent, terwijl de Italiaanse overheidsobligaties de komende weken van 9 naar 5 procent zullen evolueren. ‘We hebben gebruik gemaakt van deze cash om onze posities in bedrijfsobligaties op te trekken tot 50 procent van het belegde vermogen (tegenover 40 procent aan het begin van het jaar). We zijn bijzonder actief geweest, zowel op de secundaire markt om bestaande posities te verhogen (EDF, Accorals) op de primaire markt (Shell, Daimler, Harley Davidson, Amadeus, enz.) om in te spelen op de gunstigere omstandigheden. In dat laatste segment is de activiteit sinds april historisch hoog.’
Hoewel het rendement van het obligatieluik eind 2019 was teruggevallen tot minder dan 1 procent, bedraagt het nu ongeveer 3 procent. ‘In 2019 was het rendement op obligaties van goede kwaliteit negatief of onbestaande, maar heerste de indruk dat er geen risico was. Vandaag zitten we in een veel interessantere fase. Het risico is vandaag berekend, maar ook de vergoeding ligt een stuk hoger.’ Naast de stijging van het rendement is Philippe Champigneulle eveneens van mening dat de sterk gedaalde waardering van bepaalde posities de komende maanden zal normaliseren.
Consumptie
Voor het aandelenluik bevestigt Damien Lanternier (beheerder van DNCA Eurose) dat de valuestrategie die in dit luik van de portefeuille wordt toegepast, bijzonder zwaar heeft gewogen op de prestaties van het fonds. ‘We blijven bijzonder voorzichtig voor de macro-economische context. We houden wel in het achterhoofd dat de opheffing van de lockdown een beter klimaat zal creëren voor de cyclische waarden.’
Wanneer we kijken naar de bewegingen in dit luik, wijst Damien Lanternier met name op de verkoop van aandelen die goed stand hebben gehouden tijdens de correctie. Zo werden de posities in de defensie- en banksector opgetrokken. ‘Die laatste sector zal immers rendabel blijven. De rendementen voor 2020 schommelen rond de 10 procent, en de waarderingen zijn erg laag. De huidige crisis werd niet veroorzaakt door de sector, en de banken zullen een essentiële rol spelen, omdat ze de maatregelen van de overheden de komende maanden in de praktijk zullen moeten brengen.’
De beheerder voelt zich comfortabel met de vooruitzichten voor dit luik op middellange termijn. ‘Onze bedrijven noteren met een koers-winstverhouding die een stuk onder die van de markt ligt. Value is veel te goedkoop geworden, en deze situatie duurt nu al veel te lang. We blijven ervan overtuigd dat de waardering een sterk bepalende factor zal blijven voor de toekomstige prestaties van een onderneming.’