Asset managers in Nederland maken niet genoeg duidelijk hoe ze waarde toevoegen, zowel voor individuele beleggers als in mandaten van asset owners. Daarom moeten ze gezamenlijk meer uit de schaduw treden.
Dat zegt Jeroen van Wijngaarden, vorig jaar november aangetreden als directeur van de Dufas.
Een verhuizing was zijn eerste project: met een ladder in zijn bakfiets reed hij door de regenachtige straten van Amsterdam, op weg naar de Paulus Potterstraat. Daar zou Dufas zich in december gaan vestigen, maar het plafond is er zo hoog, dat zonder ladder de WiFi-aansluiting niet te bereiken is.
Inmiddels is alles uitgepakt. Van Wijngaarden zit aan een lange tafel, de deuren achter hem zijn opengeslagen. Met op de achtergrond de geluiden van het Museumplein, gebaart Van Wijngaarden om zich heen. ‘Gisteren zat hier nog een groepje leden bij elkaar, voor een werkgroepbijeenkomst. Deze plek is ideaal, tussen AFM, DNB en allerlei van onze leden.’
Het nieuwe “thuis” van Dufas vormt een contrast met het cleane kantoor aan de Amsterdamse Zuidas waar de branchevereniging eerder kantoor hield. Het contrast voor Van Wijngaarden zelf is net zo goed groot. Tot november was hij woordvoerder Europese zaken van de VVD-fractie, maar nog voor de verkiezingen van 2023 zwaaide hij af om de Tweede Kamer te verruilen voor de rol als directeur van de branchevereniging voor asset managers.
Tijd voor een uitgebreide bijspijkercursus in beleggen had hij niet, hij ging meteen van start met een tour langs de zestig leden van de branchevereniging. Om van hen te horen waar hij extra nadruk op moest leggen.
Het vergroten van de bekendheid van asset managers, concludeerde hij. ‘Beleggen ís helemaal niet voor de happy few. Dat is wat veel mensen denken als het over vermogensbeheer gaat, terwijl het een veel mooier verhaal is. Het overgrote deel van de Nederlanders bevindt zich direct of indirect op de kapitaalmarkten, vaak zonder het te weten. Ze denken dat ze elke maand geld opzij zetten voor hun pensioen, zoals in een spaarvarken. Wat ze vaak niet weten is dat hun uiteindelijke pensioen twee of drie keer hun eigen inleg is. Achter die waardevermeerdering zit verstandig beleggingsbeleid. Van onze leden.’
De oplossing is volgens Van Wijngaarden om meer te praten over wat asset managers nu precies doen en welke bijdrage ze leveren aan welvaart, rendement en de wereld. Hij wil meer de dialoog aangaan en allianties zoeken, zegt hij. ‘Of we nu op een verjaardagsfeestje zijn of in gesprek met de minister of een eurocommissaris, we moeten vaker aangeven dat wij al werken voor drie op de vier Nederlandse huishoudens.’
Elke week naar Brussel
Verder zet hij in op meer bijeenkomsten met andere brancheverenigingen, deelname aan verkiezingsdebatten, maar ook duidelijkere representatie in Brussel en Den Haag. Sinds de komst van Van Wijngaarden reist vrijwel wekelijks iemand van het team richting de Belgische hoofdstad om het oor te luister te leggen bij, en relaties op te bouwen met de Europese Commissie, het Europees Parlement, zuster-associaties en Efama.
Momenteel pleit Dufas in Brussel vooral voor het verlagen van de drempel om te gaan beleggen, zowel in Nederland als Europa. Van Wijngaarden: ‘We zouden graag zien dat een individu voor een eenvoudig product niet allerlei ingewikkelde kennistoetsen hoeft te doorlopen. Het onboardingproces voor bestaande producten met een laag risico kan makkelijker. Een vereenvoudigde vragenlijst zou voor eenvoudige producten logisch en passender zijn, als je vindt dat we te veel een spaarcultuur hebben en te weinig een investeringscultuur. Wat moeten we doen om jongeren verstandig te laten nadenken over hun toekomst en inkomenszekerheid? Asset managers kunnen daar een belangrijke rol in spelen. Zware kennistoetsen gaan uit van een “pas op kijk uit effect”.’
Lobby en positionering. Het zijn twee thema’s die Van Wijngaarden regelmatig aanstipt tijdens het gesprek aan de Paulus Potterstraat. Is hij met die opdracht benaderd, toen hij werd gepolst voor de rol die Iris van de Looij eerder vervulde? Nee, antwoordt hij. ‘Het is meer een opdracht die ik voor mezelf heb geformuleerd. In overleg met het bestuur. Het wordt gedeeld door de leden.’
Hij benadrukt: je kan het één doen en het ander niet laten. ‘Dat wat goed gaat, moet je behouden, zelfs intensiveren. We hebben een heel goede duurzaamheidsexpert, ons regelgevingsteam is drie man sterk. Er liggen veel kansen voor de financiële sector en voor Dufas. Wij zijn goed in het voorhouden van een spiegel aan de overheid en aan als het nodig is aan onze leden, dat zullen we zeker blijven doen.’
Zorgen over investeringsklimaat
Momenteel is in die spiegel vooral de zorg over het Nederlandse investeringsklimaat te zien. ‘Veel kapitaal stroomt naar de Verenigde Staten. Alle reden om gesprekken met óns te hebben om samen te zorgen voor een aantrekkelijker investeringsklimaat hier. Kijk bijvoorbeeld eens naar de duurzaamheidswetgeving: als er een rapportageverplichting bij komt kan er dan misschien ook een rapportageverplichting af?’
Wetgeving moet als het ware met de transitie van de economie mee ademen, stelt hij. ‘Dat betekent niet dat je verplichtingen automatisch moet stapelen. Wat kunnen we als Nederland bijvoorbeeld leren van een blik op de verschillen tussen Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk en Nederland? Ik wil niet pretenderen dat Nederland meer Luxemburgs zou moeten worden. Zij hebben hun eigen model en wij het onze, maar ik vind bijvoorbeeld tien uitvragen in een jaar door een toezichthouder wel veel. Andere landen, waaronder Luxemburg, doen misschien drie uitvragen per jaar. Dat is een signalering waar de toezichthouder hopelijk iets mee kan. En dat gaat dus niet alleen om de regelgeving zelf, maar om de toepassing ervan.’
Wanneer is Van Wijngaarden tevreden? ‘Ik ben tevreden met het sterke team dat we hebben gebouwd, omdat het de slagkracht heeft die nodig is. De tweede stap is om als asset management sector het bredere overkoepelende verhaal te vertellen, en daarnaast om serieus genomen te worden in Brussel. Daar hebben we ook alle reden toe. Dufas is niet alleen een go-to-club bij ingewikkelde regelgeving, we kunnen veel meer dan dat. Met de machtswisselingen in Den Haag en Brussel en het nieuwe beleid dat dit met zich mee gaat brengen is er extra reden voor de asset management branche zich te verenigen. Ik ben blij dat ons ledenaantal groeit en hoop komende jaren nog meer leden te mogen verwelkomen. Alleen samen maak je een vuist.’