Vandaag wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd over de verduurzaming van de financiële sector. Een proces dat volgens verschillende politieke partijen niet snel genoeg gaat. Brancheorganisatie Dufas deelt de duurzame ambities, maar vindt dat er onvoldoende oog is voor de reeds geboekte voortgang.
Dit zegt Maurits Heldring (foto), duurzaamheidsspecialist bij Dufas, in een gesprek met Fondsnieuws.
Afgelopen april dienden GroenLinks, D66, ChristenUnie en CDA de initiatiefnota ‘Van oliedom naar gezond verstand: verduurzaming van de financiële sector’ in bij de Tweede Kamer. In de nota stelt het viertal partijen dat de verduurzaming in de financiële sector niet snel genoeg gaat.
De initiatiefnemers onderscheiden in de nota drie doelen: een eerlijke verliesdeling van biodiversiteits- en klimaatrisico’s, inzichtelijkheid en transparantie van duurzaamheidsimpact en -risico’s en, naast het aanjagen van groen, zou er ook gestuurd moeten worden op de reductie van vervuilende activa.
‘Ik wil vooropstellen dat de nota goed voorbereid is en een waardevolle bijdrage levert aan het publieke debat. Toch kunnen wij ons niet geheel vinden in het beeld dat in de nota geschetst wordt’, zegt Heldring. ‘Wij hebben daarom een aantal weken geleden brieven gestuurd naar het ministerie van Financiën en naar de indieners van de nota.’
Volgens Dufas wordt de voortgang die de sector maakt op het gebied van duurzaamheid onderschat. Hierbij wijst de branchevereniging op de PCAF-methodiek (Platform Carbon Accounting Financials) voor het meten van het CO2-gehalte van verschillende beleggingscategorieën en financieringen en op het Klimaatcommitment dat de sector vorig jaar ondertekende. Beide initiatieven hebben internationaal navolging gekregen en dit toont volgens Heldring aan dat Nederland juist voorop loopt.
Inhoudelijk twistpunt
Het belangrijkste inhoudelijke twistpunt is het naar voren halen van de implementatiedatum van de reductiedoelstellingen. Dufas is tegen het voorstel om financiële instellingen al vanaf 2021 reductiedoelstellingen af te laten geven voor hun relevante financieringen en beleggingen in plaats van uiterlijk 2022, zoals vastgelegd in het Klimaatcommitment.
Hierin is afgesproken dat asset managers aan de slag gaan met een rapportage waarin het CO2-gehalte van relevante assets en financieringen inzichtelijk wordt gemaakt. De resultaten daarvan worden volgend jaar aan de Kamer voorgelegd. Deze cijfers zullen het uitgangspunt vormen voor het bepalen van reductiedoelstellingen.
Het opleveren van reductiedoelstellingen in datzelfde jaar ziet Dufas als onrealistisch en bovenmatig belastend voor een sector die te maken heeft met veel nieuwe Europese regelgeving die voortkomt uit het EU Sustainable Finance Action Plan en de voorgenomen herziene Europese duurzaamheidsstrategie.
Moeilijk voor internationale beleggingsportefeuilles
‘Daarnaast stelt de initiatiefnota dat financiële instellingen zich moeten committeren aan de doelstelling uit de Green Deal om het CO2-gehalte met 55 procent te verlagen. Dat is in de eerste plaats niet de inzet geweest van het commitment en daarnaast moeilijk te realiseren voor internationale beleggingsportefeuilles’, legt Heldring uit.
‘Er wordt voor een groot deel in bedrijven belegd in regio’s waar nationale CO2-reductiedoelstellingen minder ambitieus zijn dan die van Europa. Denk bijvoorbeeld aan opkomende markten. Dit zorgt ervoor dat reductiedoelstellingen in lijn met de Nederlandse of Europese ambities op geaggregeerd niveau wellicht niet realistisch zijn voor individuele instellingen.’