Het Duitse Constitutionele Hof heeft een bom gelegd onder de legitimiteit van het Europese Hof van Justitie. Aanleiding is dat de Europese rechters akkoord gingen met het opkoopprogramma van de ECB in 2018, wat de Duitse constitutionele rechters ‘aantoonbaar arbitrair’ vinden.
Het Constitutionele Hof in Karlsruhe deed zijn lang verwachte uitspraak dinsdag en kapittelde daarin zowel de Duitse regering en de Bundesbank, als de Europese rechters en de ECB. De Duitse professor Joachim Wieland sprak tegenover persbureau Bloomberg van een ‘oorlogsverklaring jegens het Europese Hof van Justitie’.
Het gaat om een door meer dan 1700 burgers in Duitsland - vooral ook economen en juristen - aangespannen zaak. Burgers hebben in Duitsland het recht om het Hof te vragen of nationale en Europese wet- en regelgeving niet in strijd is met de Duitse grondwet.
Zwaard van Damocles
Het juridisch ingrijpen van het Duitse Constitutionele Hof hing al sinds de introductie van de euro in 2002 als een zwaard van Damocles boven de markt. De hoogste rechters van Duitsland hebben vanaf het begin gesteld dat zij de ontwikkeling van de Europese Unie, inclusief de vestiging van de euro en de ECB, - indien nodig - zullen toetsen.
Het Hof stelt in zijn arrest van vandaag dat de Duitse regering en de Bundesbank hebben nagelaten een grondige analyse te maken van het besluit tot het QE-beleid van de ECB van maart 2015. Net zo min hebben zij zich afgevraagd of dit beleid wel proportioneel was. Daarmee hebben zij de rechten van de bij het Duitse Hof klagende partijen geschonden.
In december 2018 stelde het Europese Hof van Justitie dat het beleid van de ECB proportioneel was. Daarvan zegt het Duitse Hof nu dat die uitspraak ‘onbegrijpelijk was’ en de Europese rechters ‘daarmee buiten hun bevoegdheden zijn getreden’, hetgeen ‘methodologisch niet langer gerechtvaardigd is’.
EU versus lidstaten
Het Duitse Hof erkent dat het onwenselijk is als elk EU-land afzonderlijk in zijn eigen rechtssysteem gaat besluiten of de EU-wetgeving wel door de beugel kan, omdat dat de uniforme toepassing van de EU-wetten in de Unie in de weg zou staan.
Maar als de lidstaten dat nooit doen, als ze nooit zelf nagaan of EU-instellingen wel binnen hun mandaat opereren, dan zouden ze de EU-instellingen een vrijbrief geven te bepalen hoe het Verdrag over de EU geïnterpreteerd moet worden, zelfs als die interpretatie neer zou komen op een wijziging van dat Verdrag of een uitbreiding van de bevoegdheden van de EU-instellingen. Uiteindelijk was en is het feit dat niet de EU maar de lidstaten masters of the Treaties zijn en de EU geen federale staat is, aldus de Duitse rechters, schrijft monetair expert Edin Mujagic in een analyse.
‘In zijn oordeel over het ECB-beleid uit december 2018, stelde het Europese Hof dat de ECB binnen haar mandaat acteerde. Dit oordeel, aldus het Duitse Hof, laat het overduidelijk na om na te gaan over het belang en de omvang van het principe van proportionaliteit. Dat principe gaat over de verdeling van de bevoegdheden tussen de Europese Unie en de lidstaten’, stelt hij.
Gevolgen voor markten
Voor de markten heeft het oordeel van de constitutionele rechters ook gevolgen, denkt Mujagic. Hij noemt een stijging van de rentes van de zwakke eurolanden en een neerwaartse druk op de rentes van de sterke eurolanden. Ook houdt hij rekening met toenemende onzekerheid op de markten over wat de ECB wel en niet mag doen.
De uitspraak houdt in dat de Duitse regering en de Bundesbank een proportionaliteitsanalyse moeten doen over het beleid van de ECB. Tegelijkertijd verplicht het vonnis van het Duitse Hof de ECB om binnen drie maanden ‘de redelijkheid’ van haar opkoopprogramma uit te leggen. Anders mag de Bundesbank daar volgens de constitutionele rechters niet meer aan meewerken. Daarmee legt het Hof een bom onder het beleid van de ECB om door het opkopen van schuldpapier een bodem onder de volatiele markt te leggen.
De ECB heeft sinds het in 2015 gelanceerde opkoopprogramma voor 2200 miljard euro aan staatspapier gekocht van de eurolanden.