Bankiers en professionals uit de financiële dienstverlening ageren graag tegen de tientallen miljarden euro’s die de sector betaalt voor strenger financieel toezicht. Nu de markten in beroering zijn vanwege de oorlog in Oekraïne, is die toon voorlopig anders.
Het totale EU-pakket, met zo’n 16 verordeningen en richtlijnen, waaronder Aifmd, Ucits, BRRD en Mifid, heeft de financiële sector eenmalige kosten van 39 miljard euro opgelegd, en omvat nu jaarlijkse terugkerende kosten van ongeveer 37 miljard euro, aldus een studie van de Europese Commissie (foto) uit 2019.
‘We zijn nu beter, veel beter in staat om met marktrisico’s om te gaan,’ zei een vermogensbeheerder in Luxemburg met 55 miljard euro onder beheer. ‘Het complex systeem dat de EU heeft opgetuigd geeft ons vertrouwen dat we deze crisis kunnen doorstaan. De kosten, de nalevingskosten waarmee we te maken hebben gehad, betalen zich nu terug.’
‘Sommigen noemen het afgelopen decennium het verloren decennium, maar laten we het afgelopen decennium beschouwen als een tijd waarin harde lessen zijn geleerd en robuuste oplossingen zijn ingevoerd, waardoor ons financiële stelsel op een veel betere voet staat dan voor de crisis’, zei Elke Konig, voorzitter van de SRB, de Europese resolutieraad, in december tegen het Europees Parlement.
Het systeem heeft zich al bewezen tijdens de Corona crisis. Toen vorige week de eerste tekenen opdoken van de dreigende financiële ineenstorting van Rusland, maakte bij voorbeeld de Luxemburgse financiële toezichthouder CSSF snel duidelijk dat de liquiditeitsrichtlijnen voor fondsen uit 2020 ‘geldig blijven in de huidige context’.
Europees netwerk
Nationale financiële toezichthouders zoals de CSSF, AFM en FSMA maken deel uit van een hecht Europees netwerk, samen met de Europese Bankautoriteit (EBA), de Europese Autoriteit voor effecten en markten (Esma) en Eiopa, de Europese Autoriteit voor pensioenen en verzekeringen, behoren.
De Europese Centrale Bank (ECB) is betrokken omdat deze, na de crisis van 2008 haar werkterrein moest uitbreiden met direct toezicht op de grootste Europese banken. De ECB toezichthouders werken nu vanuit de Eurotower in het centrum van Frankfurt.
De verscherping van het financiële toezicht vloeit voort uit het pakket dat de EU heeft ingevoerd om een herhaling te voorkomen van de ineenstorting van Lehman Brothers in 2008 en van de Amerikaanse huizenmarkt.
Bankenunie bijna voltooid
De Europese bankenunie wordt breed gezien als een succes, ook al moet de laatste, vierde pijler ervan nog tot stand worden gebracht met één Europees systeem voor depositogaranties. Voorlopig zijn de garanties geharmoniseerd in de nationale wetgevingen en beschermen zij individuele spaarders tot 100.000 euro per deposito. Duitsland, dat vreest dat het zal moeten opdraaien voor omgevallen banken in Zuid-Europese landen, blokkeert nog steeds een echt Europees depositogarantiesysteem.
Maar er is wel effectiever toezicht, grensoverschrijdende samenwerking tussen toezichthouders, geharmoniseerde regels - en kosten - voor financiële instellingen, en een gemeenschappelijk resolutiefonds, bekend als de SRB, dat de sleutels in handen heeft van een resolutiefonds van 52 miljard euro waaraan de Europese banken vooraf fors moeten bijdragen als toezichthouder. De SRB eist dat elke bank een resolutieplan klaar heeft. De bijdragen aan het resolutiefonds zijn goed voor ongeveer een derde van de 37 miljard euro aan jaarlijkse kosten voor regelgeving. Verwacht wordt dat het gemeenschappelijk resolutiefonds tegen eind 2023 uiteindelijk meer dan 70 miljard euro zal bedragen, op basis van 1 procent van de totale bankdeposito’s.
‘We hebben een goed crisis framewerk, maar er is ruimte voor verbetering’, aldus een woordvoerder van het SRB. ‘Op dit moment opereren we op een manier waarbij veel nationale oplossingen moeten worden gevonden. Dit leidt tot verschillende uitkomsten afhankelijk van het land, wat nauwelijks bevorderlijk is voor de ontwikkeling van een Europese interne markt.’
De SRB is een Brusselse instelling die alleen de voorpagina’s haalt als iets misgaat. Zoals vorige week, met Europese onderdelen van de Russische Sberbank. De SRB loste het probleem op door de overdracht van de Kroatische en Sloveense dochters van de Sberbank aan twee andere banken af te dwingen.
EU-oplossing nog verre van perfect
Voor Sberbank Europe AG, waarvoor nu insolventieprocedures naar Oostenrijks recht gelden, was geen afwikkeling nodig, aldus de SRB. En in het kader van het geharmoniseerde depositoverzekeringssysteem van de EU werden de in aanmerking komende deposito’s tot 100 000 euro beschermd door het Oostenrijkse depositogarantiestelsel.
‘We hebben gehandeld om het algemeen belang te beschermen en de financiële stabiliteit te waarborgen’, zei Elke König, voorzitter van de SRB, vorige week. ‘Dit alles is gebeurd zonder overheidsmiddelen te hoeven gebruiken, dus niet alleen de klanten van de Sberbank zijn beschermd, maar ook de belastingbetaler.’
Volgens een SRB-kenner is het resolutiesysteem van de EU echter nog verre van perfect omdat het nog steeds afhankelijk is van nationale systemen om oplossingen uit te voeren, zelfs wanneer het bestaande rechtskader ruimte biedt voor meer oplossingen op Europees niveau. ‘De SRB heeft nog een aantal problemen aan te pakken. De organisatie ervan hangt nog sterk af van de nationale uitvoering, terwijl er nog problemen moeten worden aangepakt met de liquiditeit, de backstop en de coördinatie met de ECB’, aldus Willem Pieter de Groen, hoofd financiële markten bij denktank Centre for European Policy Studies (CEPS) in Brussel.
Maar als de EU na 2008 geen betere systemen voor toezicht en afwikkeling had ingevoerd, dan was een relatief optimistische verklaring van iemand als König niet mogelijk geweest. Zonder dit had de marktturbulentie al tot grote rimpeleffecten in het Europese bankwezen en de economie kunnen leiden. Voorlopig is Europa in staat de financiële stabiliteit te handhaven, ook al moet het nieuwe financiële kader zijn volledige potentieel nog waarmaken.