Belgische particuliere beleggers gaan langzaam maar zeker steeds meer duurzaam beleggen. Er zijn echter nog veel mensen die (ten onrechte) denken dat deze beleggingen nefast zijn voor de prestaties van hun portefeuille.
Ter gelegenheid van de laatste Spaarenquête (die werd gedaan bij 1.068 Belgen tijdens de maand juli 2019), hebben de specialisten van CBC Bank en Verzekeringen aangetoond dat er nog veel mensen zijn die hun geld op een spaarrekening plaatsen. 74 procent van de mensen spaart. Dat is een stijging met 7 procent ten opzichte van 2018. Meer dan 37 procent zet maandelijks meer dan 200 euro opzij.
Veiligheid voor alles
Ondanks het feit dat 70 procent van de spaarders vooral rendement aanhaalt als een bepalende factor voor hun beleggingsgedrag, geeft een zeer ruime meerderheid (85 procent) nog steeds de voorkeur aan een spaarrekening. Het rendement daarop is echter momenteel enorm laag, wat te verklaren valt door het monetair beleid dat de Europese Centrale Bank voert. Deze paradox is waarschijnlijk te verklaren door het feit dat de veiligheid van het spaargeld (aangehaald door 58 procent van de respondenten) nog steeds de belangrijkste factor blijft om spaargeld te gaan plaatsen.
Xavier Falla (algemeen directeur van de markt voor particulieren bij CBC Bank) benadrukt dat de beleggingen (aandelen, obligaties, fondsen) nog steeds in de lift zitten. 25 procent van de respondenten investeert hierin (tegenover 23 procent vorig jaar). ‘Dat neemt niet weg dat deze evolutie marginaal blijft ten opzichte van het reële rendement dat hij spaargeld oplevert. Het geeft aan dat beleggers moeite hebben om aansluiting te vinden bij de toekomst, en om hun spaargeld te beleggen in functie van de doelstellingen die ze zich hebben voorgenomen.’
Duurzame doorbraak
Net zoals vorig jaar keek de studie ook naar de gedragingen van beleggers op het vlak van duurzaam beleggen. Bijna de helft (48 procent) van de Belgen is vandaag op de hoogte van duurzame beleggingen. Dat percentage stijgt tot 73 procent bij de beleggers. ‘De meeste Belgen die werden ondervraagd, associëren duurzaamheid met klimaatopwarming. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat dit onderwerp de afgelopen jaren vaak in de media is geweest. De kennis van andere factoren (deugdelijk bestuur, maatschappelijk welzijn) blijft al bij al zeer beperkt.’
Ondanks het feit dat academische studies hebben uitgewezen dat duurzame beleggingen geen negatieve invloed uitoefenen op de prestaties van portefeuilles, blijven talrijke beleggers (33 procent) ervan overtuigd dat duurzaam beleggen een negatieve impact heeft op de financiële prestaties van hun spaargeld. ‘De Belgen blijven duurzaam beleggen en filantropie met elkaar verwarren. We moeten blijven strijden tegen het idee dat duurzaam beleggen betekent dat je aan rendement inboet’. Tot slot heeft de helft van de beleggers de intentie om de posities in duurzame beleggingsoplossingen de komende twaalf maanden op te trekken. 73 procent is ervan overtuigd dat deze positie positieve veranderingen zal teweegbrengen in de maatschappij.
De Spaarenquête geeft ook aan dat de jongere generaties (18-34 jaar) de neiging hebben om meer te sparen. Ze geven daarbij eerder de voorkeur aan beleggingen. Ze hebben een meer uitgesproken voorkeur voor duurzame beleggingen.
Impact en label
Xavier Falla benadrukt eveneens dat zowat alle pensioenspaarcontracten die worden aangegaan bij CBC Bank en Verzekeringen vandaag duurzaam zijn, alsook alle fondsen die worden ontwikkeld. ‘De meeste van onze klanten vragen vandaag of er duurzame alternatieven zijn. Er zijn steeds meer beleggers die overstappen op meer uitgesproken engagementvormen, zoals impactfondsen.’
‘In een omgeving van negatieve reële rentevoeten zullen beleggers geneigd zijn om meer te gaan beleggen in duurzame producten indien ze overtuigd zijn van de noodzaak om nuttig te sparen.’ In dat kader zou de komst van het Febelfin-label de positionering van de verschillende beleggingsfondsen die beschikbaar zijn in België moeten verduidelijken. ‘We hebben de implementatie van dit label ondersteund, en zijn ervan overtuigd dat deze norm de referentie wordt op internationaal niveau.’