De combinatie van dividend en ESG pakt bij het Duitse fondshuis DWS goed uit. Het rendement was de afgelopen twee jaar hoger dan dat van de pure dividendstrategie, het DWS Top Dividende fonds.
De nog relatief nieuwe, groene loot aan de dividendtak van de Duitse asset manager heet DWS Invest ESG Equity Income en heeft sinds de introductie in augustus 2017 de pure dividendstrategie cumulatief met zo’n zes procentpunt verslagen. De verklaring daarvoor: de duurzame strategie heeft een relatief grotere focus op groei en momentum.
Daarmee had het in de huidige marktcyclus de wind in de rug, stelt Thomas Schüssler, hoofd dividendaandelen bij DWS in gesprek met Fondsnieuws. ‘Het afgelopen decennium was er een van groeiaandelen. Met name de VS zat in een pure groeimodus. Dat heeft de algehele aandelenmarkt gedreven.’
Het bekende fonds DWS Top Dividende voert een defensieve dividendstrategie en heeft daarmee in de loop der jaren een beheerd vermogen van meer dan 20 miljard euro vergaard. In de duurzame spin-off is inmiddels 400 miljoen euro belegd, maar er is volgens Schüssler veel groeipotentieel. ‘Ook als de duurzame dividendstrategie binnenkort een trackrecord van drie jaar kan overleggen, zal dat meer beleggers aantrekken.’
Aandelenselectie
De dividendstrategie van Invest ESG Equity Income is dezelfde als van Top Dividende maar onder meer tabak, wapens, kernenergie en steenkoolactiviteiten zijn uitgesloten. In combinatie met een best-in-class ESG-screening van andere bedrijfstakken leidt dit tot andere namen in de portefeuilles.
De overlap van beide portefeuilles ligt zo tussen de 50 en 66 procent. Het rendementsrisicoprofiel is echter vrijwel gelijk. Wél blijft het dividendrendement op de onderliggende portefeuille van de duurzame variant met gemiddeld 3,2 procent zo’n zeventig basispunten achter bij die van Top Dividende.
De reden voor dat laatste is dat relatief weinig ondernemingen met een hoog stabiel dividendrendement tot het ESG-universum kunnen doordringen. ‘Een hoog, stabiel dividendrendement vind je vooral in de energiesector, in de tabaksindustrie, de grondstoffensector (mijnbouw) en bij gereguleerde nutsbedrijven. Deze bedrijven zijn uitgesloten of komen niet door de ESG-screening’, aldus Schüssler.
Het duurzame dividendfonds is met een weging van 13 procent stevig vertegenwoordigd in de IT-sector. Doorgaans gaat het hier om zogeheten dividendgroeiers. Dat zijn bedrijven die niet het hoogste dividendrendement hebben, maar die wel het dividend jaar op jaar kunnen laten groeien. Top Dividende heeft een groot belang in de energiesector (11 procent) waar relatief veel defensieve hoogdividendaandelen te vinden zijn.
Beide fondsen beleggen betrekkelijk weinig in de VS: zo’n 36 procent van de portefeuille. Schüssler: ‘Wat je ziet is dat een dividendstrategie eigenlijk niet goed werkt in de VS. Amerikaanse bedrijven keren relatief weinig dividend uit.’
Lange termijn rendement
Eind oktober kon het ESG-fonds terugkijken op een rendement van 14 procent in twaalf maanden tijd, Top Dividende behaalde 10,7 procent. Over de lange termijn zouden beide fondsen qua rendement echter weer in lijn moeten lopen. De duurzame dividendstrategie wordt al ruim zes jaar in mandaat uitgevoerd en over die periode verschilt het rendement nauwelijks. Schüssler denkt bovendien dat het tij op de aandelenmarkten in de komende drie tot vijf jaar kan keren.
Schüssler: ‘We zitten sinds 2009 in een aandelenbullmarkt in de VS, een ongewoon lange cyclus. Dit kan zo niet blijven doorgaan. Ik verwacht dat marktrendementen zullen dalen naar lage, ééncijferige rendementen. Dat is goed nieuws voor een defensieve dividendstrategie’, aldus Schüssler. Het meer op groei gerichte ESG-dividendfonds zou in zulke omstandigheden waarschijnlijk weer wat achterblijven bij de pure dividendstrategie.
Dividendaandelen worden volgens Schüssler echter niet alleen voor het rendement aangehouden. ‘Ze zijn aantrekkelijk voor beleggers die een stabiel inkomen zoeken. Het fonds Top Dividende zelf keert zo’n 3 procent aan dividend uit, de duurzame variant zo’n 2,3 procent. Er zijn beleggers die zulke inkomsten echt nodig hebben en laten we wel zijn, waar vind je tegenwoordig nog een vaste 3 procent uit beleggingen? Obligaties? Die zijn allang geen concurrentie meer.’