Beleggers hebben zoveel behoefte aan graadmeters om hun prestaties aan af te meten, dat er inmiddels zeventig keer zoveel indices zijn als aandelen. Dat blijkt uit een nieuwe telling van de Index Industry Association (IAI), waar de Financial Times over bericht.
De wereld telt 43.192 beursgenoteerde bedrijven, zo blijkt uit het onderzoek. De beleggingsindustrie heeft die aandelen echter op maar liefst 3.140.000 verschillende manieren in een aandelenindex gestopt. Tel daar de obligatie-indices bij op en het totaal aantal graadmeters dat regelmatig wordt bijgehouden komt uit op 3.280.000.
Referentie om prestaties te meten
Opvallend genoeg is de proliferatie van aandelenindices niet te wijten aan de opkomst van passief beleggen. Dit is een vorm van beleggen waarbij een beleggingsfonds niet de markt probeert te verslaan, maar simpelweg de bewegingen van een index kopieert. Het totaal aantal passieve beleggingsfondsen, oftewel ETF’s, is met 7178 slechts een fractie van het aantal graadmeters.
Volgens de onderzoekers is het aantal indices zo uit de hand gelopen, omdat de beleggingsindustrie ze graag gebruikt als referentie-index om de eigen prestaties aan af te meten, en om de markt mee te analyseren. Hieruit zou een sterke voorkeur spreken voor ‘top down’-beleggen, waarbij overkoepelende (macro-)beleggingsideeën worden vertaald in een beleggingsportefeuille. Dat in tegenstelling tot het traditionele ‘bottom up’-beleggen, waarbij individuele aandelen worden geanalyseerd.
Indexbouwers
Daarnaast speelt mee dat een indexbouwer die eenmaal de systemen heeft opgezet om één index te berekenen, de extra kosten om meer graadmeters bij te houden minimaal zijn. De 3 miljoen indices worden dan ook door slechts veertien bedrijven bijgehouden.
Het aantal indices is onder meer zo groot omdat één index vaak met diverse alternatieve wegingen wordt berekend, of met alleen een paar subsectoren.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 23 januari 2018